Free Essay

Onderzoek Buitenspeelruim

In:

Submitted By nickwerring
Words 10258
Pages 42
Buitenspeelruimten
Onderzoeksrapport over de verschillende functies van buitenspeelruimten in de gemeente Delft en Den Haag.

(Spelende kinderen, z.d.)

Auteur:

Nick Werring

10022333

Opleiding:

Sportmanagement Haagse Hogeschool Propedeuse jaar Blok 4 S1C Sportontwikkeling: Buitenruimten Mevr. Van Helden 14 juli 2011

Klas: Vak: Begeleider: Datum:

Voorwoord

Dit onderzoeksrapport heb ik geschreven in het kader van mij studie HBO sportmanagement aan de Haagse Hogeschool. Het feit dat bijna 20% van de Haagse jeugd tussen de 3 en 16 jaar al leidt aan overgewicht heeft mij aangezet tot het onderzoeken van de bijdrage die buitenspeelruimtes leveren aan de gezondheid van kinderen. (Kinderen met overgewicht, 2007). Vorm en inhoud van dit rapport zijn informatief. Het is bestemd voor de beleidsmedewerkers Sport, gezondheid en welzijn van de gemeente Delft en Den Haag. Daarnaast is het rapport bedoeld voor lezers die geïnteresseerd zijn in de verschillende functies van buitenspeelruimten. De gezondheidsfunctie van een buitenspeelruimte zal hoofdzakelijk toegelicht worden. Tenslotte vermeld ik dat dit rapport mede tot stand gekomen is dankzij suggesties van docenten en tips van medestudenten. In het bijzonder wil ik Rosalie van Helden bedanken voor haar gedetailleerde feedback. Den Haag, juni 2011

Buitenspeelruimten

Nick Werring

2011

2

Samenvatting

Er is onderzoek gedaan naar de verschillende functies van buitenspeelruimten. Door middel van observatie is de functie gezondheid geanalyseerd. De geobserveerde buitenspeelruimten bevinden zich in wijken van de gemeente Den Haag en van de gemeente Delft. Om de resultaten vast te leggen tijdens de observatie is er gebruik gemaakt van een observatielijst. De observatielijst bestaat uit waarneembare eigenschappen die tot stand zijn gekomen door het operationaliseren van de begrippen uit de theorie. Door het gebruik van deskresearch zijn de demografische kenmerken van de wijken waarin de buitenspeelruimten zich bevinden vastgesteld. Daarnaast is er door middel van deskresearch onderzoek gedaan naar het beleid dat de gemeenten Delf en Den Haag voeren omtrent buitenspeelruimten. De conclusie is dat buitenspeelruimten een vaste rol hebben gekregen tijdens het oproeien van kinderen. Buitenspeelruimten hebben verschillende functies. Uit onderzoek blijkt dat buitenspeelruimten maar in lichte vorm bijdragen aan de fysieke gezondheid van kinderen.

Buitenspeelruimten

Nick Werring

2011

3

Verklarende woordenlijst

Operationaliseren

Bepalen welke vragen je daadwerkelijk gaat stellen om de begrippen daadwerkelijk te meten. De stap van onderzoeksvragen naar waarnemingsvragen (Verhoeven, 2010). Alle “eenheden” (personen, zaken, organisaties et cetera) waarover je in je onderzoek uitspraken wilt doen (Verhoeven, 2010). Iedere eenheid heeft evenveel kans om b binnen de steekproef te vallen (Verhoeven, 2010). Routes waardoor kinderen zich zelfstandig en veilig naar verschillende vrijetijdsvoorzieningen kunnen verplaatsen (Spelen in de stad, 2008). Het verschil tussen vestiging (immigratie) en vertrek (emigratie). Het saldo kan positief, negatief en zelfs ook precies 0 zijn (migratiesaldo, z.d.).

Populatie

Enkelvoudige aselecte steekproef

Kindlinten

Migratiesaldo

Buitenspeelruimten

Nick Werring

2011

4

Inhoudsopgave

Voorwoord................................................................................................. 2 Samenvatting ............................................................................................ 3 Verklarende woordenlijst ............................................................................. 4 1.0 Inleiding .............................................................................................. 7 2.0 Methoden ............................................................................................ 8 2.1 Populatie & Steekproef ....................................................................... 8 2.2 Onderzoeksontwerp............................................................................ 8 2.3 Operationaliseren ............................................................................... 9 2.4 Analysemethode .............................................................................. 10 2.4.1 Analysemethode deelvraag 1 ....................................................... 10 2.4.2 Analysemethode deelvraag 2 ....................................................... 11 2.4.3 Analysemethode deelvraag 3 ....................................................... 11 3.0 Resultaten ......................................................................................... 12 3.1 Onderzoeksgroep ............................................................................. 12 3.2 Beleid met betrekking tot buitenspeelruimten Den Haag ....................... 12 3.3 Beleid met betrekking tot buitenspeelruimten Delft .............................. 14 3.3.1 Informele speelplekken ............................................................... 15 3.3.2 Stedelijke voorzieningen ............................................................. 15 3.3.3 Samenwerkingsspeelplekken........................................................ 15 3.4 Demografische factoren wijk Transvaalkwartier, Den haag .................... 16 3.4.1 Leeftijdscategorieën .................................................................... 16 3.4.2 Bevolkingsprognose .................................................................... 16 3.4.3 Etniciteit .................................................................................... 16 3.4.4 Opsomming demografische factoren ............................................. 17 3.5 Demografische factoren wijk Wateringse veld, Den haag ....................... 18 3.5.1 Leeftijdscategorieën .................................................................... 18 3.5.2 Bevolkingsprognose .................................................................... 18 3.5.3 Etniciteit .................................................................................... 18 3.5.4 Opsomming demografische factoren ............................................. 19 3.6 Demografische factoren wijk Vrijenban, Delft ...................................... 20 3.6.1 Leeftijdscategorieën .................................................................... 20 3.6.2 Bevolkingsprognose .................................................................... 20 3.6.3 Etniciteit .................................................................................... 20

Buitenspeelruimten

Nick Werring

2011

5

3.6.4 Opsomming demografische factoren ............................................. 21 3.7 Demografische factoren wijk Hof van Delft .......................................... 22 3.7.1 Leeftijdscategorieën .................................................................... 22 3.7.2 Bevolkingsprognose .................................................................... 22 3.7.3 Etniciteit .................................................................................... 22 3.7.4 Opsomming demografische factoren ............................................. 23 3.8 Resultaten observatie ....................................................................... 24 4.0 Conclusie & discussie .......................................................................... 27 4.1 Gehanteerde beleid buitenspeelruimten .............................................. 27 4.1.1 Beleid gemeente Den Haag .......................................................... 27 4.2.2 Beleid gemeente Delft ................................................................. 28 4.2 Demografische kenmerken ................................................................ 29 4.2.1 Wijkpark Transvaal, Den Haag ..................................................... 29 4.2.2 VINEX locatie Wateringse Veld, Den Haag..................................... 29 4.2.3 Krajicek Playground: Brasserskade, Delft ..................................... 30 4.2.4 Speel tuinvereniging Westerhonk, Delft ......................................... 30 4.3 Bijdrage aan gezondheid ................................................................... 30 4.3.1 Gezondheid & Sport .................................................................... 31 4.3.2 Onderzoeks analyse .................................................................... 31 4.4 Functie buitenspeelruimten ............................................................... 32 4.5 Discussie ........................................................................................ 33 4.5.1 Betrouwbaarheid ........................................................................ 33 4.5.2 Validiteit .................................................................................... 33 4.5.3 Conclusie betrouwbaarheid en validiteit ......................................... 34 4.5.4 Leermoment .............................................................................. 34 4.5.5 Resultaat en bruikbaarheid .......................................................... 34 4.5.6 Aanbevelingen ........................................................................... 34 Referentielijst .......................................................................................... 35 Bijlage I Bijlage II Bijlage III Bijlage IV Observatielijst ........................................................................ 36 Ingevulde observatielijsten ...................................................... 39 Onderzoeksplan ..................................................................... 51 Fotoverslag ............................................................................ 62

Buitenspeelruimten

Nick Werring

2011

6

1.0 Inleiding

Het is een feit dat de Nederlandse jeugd steeds vaker lijdt aan bewegingsarmoede, dit wordt onder andere gesignaleerd door verschillende gemeenten. Dit is de reden dat gemeenten vaak het initiatief nemen om buitenspeelruimten te realiseren. De vraag is echter of deze buitenspeelruimten wel het gewenste resultaat realiseren. De gemeente wil dat er een onderzoek wordt gehouden naar de ideale buitenspeelruimte. Dit onderzoeksrapport geeft een beeld van de functies van verschillende buitenspeelruimten. Door middel van deskresearch zullen de demografische factoren van de buitenspeelruimten geanalyseerd worden. Daarnaast zal het beleid van de gemeenten Delft en Den Haag met betrekking tot buitenspeelruimten geanalyseerd worden. Om de bijdrage die buitenspeelruimten leveren aan de gezondheid van kinderen te bepalen is er een observatieonderzoek gehouden. Aan de hand van een observatielijst zijn er zichtbare kenmerken geanalyseerd. In hoofdstuk 2 van dit rapport zal een toelichting geven over de onderzoeksmethoden. De resultaten zullen in hoofdstuk 3 aan de orde komen. De conclusies zijn te vinden in hoofdstuk 4 waarna de aanbevelingen volgen. Hierna volgt de referentielijst en aansluitend zijn de bijlagen te vinden.

Buitenspeelruimten

Nick Werring

2011

7

2.0 Methoden
Het onderzoek heeft plaatsgevonden op basis van een bepaalde onderzoeksmethode. De onderzoeksmethode bestaat uit verschillende elementen (Verhoeven, 2010). 2.1 Populatie & Steekproef De populatie waar uitspraken over worden gedaan bestaat uit kinderen van 4 tot en met 17 jaar. Deze kinderen kunnen niet allemaal geobserveerd worden, daarom wordt er een enkelvoudige aselecte steekproef uitgevoerd. 2.2 Onderzoeksontwerp Hieronder zal er beschreven worden voor welke dataverzamelingsmethode er per deelvraag gekozen is. Hoofdvraag: Welke functies hebben de verschillende buiten(speel)ruimten? Deelvragen: 1. Welk beleid hanteren de gemeenten, waarin de verschillende buitenspeelruimten zich bevinden, voor speelplekken? Om antwoord te krijgen op deze deelvraag is literatuuronderzoek gedaan van grijze literatuur. Door middel van deze methode worden kwalitatieve gegeven juist geanalyseerd (Verhoeven, 2010). 2. Wat zijn de demografische kenmerken van de buurt/wijk waarin de verschillende buitenspeelruimten zich bevinden? Om antwoord te krijgen op deze deelvraag is er een secundaire analyse uitgevoerd. De methode geeft een duidelijk kwantitatief beeld van de situatie weer (Verhoeven, 2010). 3. Op welke manier draagt deze buitenspeelruimte zichtbaar bij aan de gezondheid van kinderen? Om deze deelvraag te kunnen beantwoorden is er gebruik gemaakt van een verhulde, directe, niet participerende, gestructureerde observatiemethode (Verhoeven, 2010). Deze methode geeft het reëelste beeld van de situatie omdat de eenheden die binnen de aselecte steekproef vallen hun gedrag niet zullen aanpassen.

Buitenspeelruimten

Nick Werring

2011

8

2.3 Operationaliseren Aan ieder begrip uit de onderzoeksvragen zijn bepaalde meetbare eenheden gekoppeld. Beleid met betrekking tot buitenspeelruimten Meetbare eenheden: - Aantal buitenspeelruimten - Grote buitenspeelruimten - Financiering buitenspeelruimten - Onderhoudt buitenspeelruimten Demografische kenmerken Meetbare eenheden: - Omvang bevolking - Groei bevolking - Samenstelling bevolking (Marcus & van Dam, 2009). Bijdragen aan gezondheid Meetbare eenheden: - Soort lichaamsbeweging - Intensiteit lichaamsbeweging - Duur lichaamsweging - Snelheid bewegingen - Benodigde coördinatie voor bewegingen (De Knop, Scheerder, Vanreusel, 2006).

2.3 Dataverzamelingsmethode Hieronder wordt duidelijk hoe de gegevens met de betreffende dataverzamelingsmethode zijn verzameld. Soort onderzoek per deelvraag: 1. Literatuuronderzoek van grijze literatuur De informatie om deze deelvraag te beantwoorden is gevonden in de sportnota‟s van de betreffende gemeenten. Deze sportnota‟s zijn gevonden op het openweb. De zoekmachine www.google.nl is gebruikt bij het onderzoek. Via geavanceerd zoeken is er gezocht naar Pdf bestanden, binnen het domein www.denhaag.nl en www.delf.nl. De zoekwoorden “speel nota” zijn gebruikt. Deze manier van zoeken resulteerde in een nota bewegen, spelen en sport als eerst hit.

Buitenspeelruimten

Nick Werring

2011

9

2. Secundaire analyse De informatie om deze deelvraag te beantwoorden is gevonden op de buurtmonitor van de betreffende gemeente. De buurtmonitor is gevonden op het openweb. De zoekmachine www.google.nl is gebruikt bij het onderzoek. Via geavanceerd zoeken is er gezocht naar elk formaat, binnen het domein van de betreffende gemeente, waar buurtmonitor in voor komt. Dit had een eerste hit met feiten, cijfers en onderzoeksrapporten als resultaat. Via de betreffende informatiepagina van de betreffende gemeente, kan via een link doorgeklikt worden naar de verzamelpagina buurtmonitor. Op deze pagina zijn alle cijfers overzichtelijk te vinden. 3. Verhulde, directe, niet participerende, gestructureerde observatie De informatie om deze deelvraag te beantwoorden is geanalyseerd aan de hand van een observatielijst. Door middel van de observatielijst kunnen meetbare kenmerken met betrekking tot de bijdrage aan de gezondheid worden vastgelegd. De observatielijst heeft een bepaalde opbouw. Eerst wordt er gekeken naar de situatie. Hierin komen het weer, geluiden, kleuren, objecten en dergelijke naar voren. Hierna wordt er gekeken naar de afgebakende populatie. Hierin komen het aantal personen, de algehele indruk, kleding ed. naar voren. Als laatste worden de activiteiten die er plaatsvinden geobserveerd. Hierbij worden variabelen als snelheid, coördinatie, intensiteit, duur, soort beweging en samenwerkingsgraad vastgelegd. In bijlage I is de gehele observatielijst te vinden. 2.4 Analysemethode Hieronder zal per deelvraag beschreven worden welke methode er gekozen is om de gegevens te verwerken, te beschrijven en te toetsen. 2.4.1 Analysemethode deelvraag 1 Deze deelvraag is kwalitatief geanalyseerd. Er is een tekstdocument gemaakt van de gegevens waarna irrelevante tekst is geschrabd. Daarna is er gekozen voor de analyse-eenheid zin of fragment. Door middel van deze methode kan er een duidelijke “Wat” vraag gesteld worden. “Wat staat er beschreven over het beleid van buitenspeelruimten van de gemeente Den Haag”.

Buitenspeelruimten

Nick Werring

2011

10

2.4.2 Analysemethode deelvraag 2 Deze deelvraag is kwantitatief geanalyseerd. Er is gebruik gemaakt van een bivariate-analyse. Door middel van deze analysemethode wordt er een duidelijke vergelijking gemaakt tussen de demografische kenmerken van de betreffende gemeente en heel Nederland. 2.4.3 Analysemethode deelvraag 3 Deze deelvraag is kwantitatief geanalyseerd. Tijdens de observatie is het kerngetal de modus van de totale steekproef ingevuld op het observatieformulier. Hierdoor wordt er dus een analyse gemaakt die representatief is voor de grootste groep eenheden.

Buitenspeelruimten

Nick Werring

2011

11

3.0 Resultaten
De verzamelde gegevens zullen objectief worden weergegeven. 3.1 Onderzoeksgroep De onderzoeksgroep zijn de eenheden van de afgebakende populatie die binnen de enkelvoudige aselecte steekproef zijn gevallen. Tussen 15 mei 2011 en 1 juni 2011 is er tussen 12:00u en 17:00u eenmalig circa 60 minuten geobserveerd bij de volgende buitenspeelruimten in Delf en Den Haag: Wijkpark Transvaal te Den Haag Speel tuinvereniging Westerhonk te Delft Krajicek Playground: Brasserskade te Delft VINEX locatie „Wateringse Veld‟ te Den Haag

De onderzoeksgroep is aan de hand van een observatielijst geanalyseerd. Binnen de onderzoeksgroep zijn kinderen tussen de circa 3 en 17 jaar gevallen. De totale onderzoeksgroep bedraagt circa 25 eenheden. 3.2 Beleid met betrekking tot buitenspeelruimten Den Haag In de nota “Structuurvisie 2020: Den Haag Wereldstad aan Zee” (2005) heeft de gemeente Den Haag zich voorgenomen meer binnenstedelijk te bouwen. Hierdoor zal er verdichting van de stad optreden. Er zal bewust geïnvesteerd worden in openbare ruimte en dus ook in buitenspeelruimten. Bestaande buitenspeelplekken zullen beter benut en toegankelijk gemaakt worden en daarnaast zullen deze ruimten meer kwalitatief en duurzaam ingericht worden (Spelen in de stad, 2008). In 2008 heeft de gemeente Den Haag 15,1 miljoen euro geïnvesteerd in het uitbreiden van buitenspeelruimten en herinrichten van bestaande buitenspeelruimten gericht op de verschillende leeftijdscategorieën (Spelen in de stad, 2008). Tot 2013 neemt de gemeente de tijd om enkele buitenspeelruimten toe te voegen en bestaande buitenspeelruimten te updaten. De gemeente streeft ernaar om in 2013 in alle delen van de stad uitdagende buitenspeelruimten te hebben (Spelen in de stad, 2008). Er is door de gemeente geïnventariseerd dat 15% van de speelruimtes investering in kwaliteit vereist om in te blijven spelen op de speelbehoefte van kinderen en jongeren. Dit wordt gedaan door in te spelen op verschillende speeltrends zoals bouwspeelplaatsen, natuurspeelplekken, speelplaatsen voor gehandicapten en de kindlinten. Daarnaast houdt de gemeente rekening met de bewonersinitiatieven die zich in de toekomst kunnen voordoen. De gemeente streeft er naar om op deze initiatieven te kunnen inspelen (Spelen in de stad, 2008).

Buitenspeelruimten

Nick Werring

2011

12

Wat betreft verhoging van de kwaliteit van bestaande buitenspeelruimten kan de gemeente er voor kiezen bepaalde ruimtes te clusteren. Twee kleine ruimtes zullen op deze manier 1 grote worden. Hierdoor zal de afstand naar de buitenspeelruimte voor sommige bewoners groter worden (Spelen in de stad, 2008). Om in 2013 in alle stadsdelen buitenspeelruimten te realiseren zal er in bepaalde wijken gebruik moeten worden gemaakt van aanwezige schoolpleinen, kerkpleinen en sportterreinen. In de krachtwijken zal er om dit te realiseren opgetrokken worden met de woningbouwcorporaties (Spelen in de stad, 2008). De kind vriendelijkheid van een buitenspeelruimte wordt mede bepaald door de grote van deze ruimte. De gemeente Den haag neemt als uitgangspunt de landelijke richtlijn van 3% aan openbare speelruimte. Daarnaast zal de gemeente rekening houden met de aantallen kinderen per wijk. Daarnaast zal de gemeente ten behoeve van de kind vriendelijkheid speelprikkel creëren. Denk hierbij aan zitmuurtjes, uitkijkpunten, groene oppervlakken, trapjes en zitpoefen (Spelen in de stad, 2008).

(Spelen in de stad, 2008).

Buitenspeelruimten

Nick Werring

2011

13

3.3 Beleid met betrekking tot buitenspeelruimten Delft In 2006 is de gemeente Delft gestart met het project ruimte voor spelen als gevolg van een coalitieakkoord wat inhoudt dat er aandacht moet zijn voor de aanleg, onderhoud, inrichting en gebruik van speelplekken (Ruimte voor spelen, 2007). Er is binnen de gemeente een inventarisatie gemaakt van het aantal buitenspeelruimten waarna er op internet een vragenlijst is geweest over de speelplekken. Daarnaast leverden in 2007 leerlingen van basisscholen een bijdrage aan het onderzoek in woord en beeld. Hierna volgde nog een stedelijke bijeenkomst waar inwoners aanvullingen en/of commentaar konden bediscussiëren. Dit is de opzet geweest voor het vaststellen van het beleid voor de buitenspeelruimten (Ruimte voor spelen, 2007). De gemeente Delft heeft voor 2012 een missie en doelstellingen opgesteld met betrekking tot het bewegen van de inwoners. De missie van de gemeente Delft luidt: “Delft Gezond, Sociaal, Actief. “ (Nota Bewegen, Spelen en Sporten, 2009, pp. 17). Concreet met betrekking tot de jeugd streeft de gemeente ernaar dat in 2012 50% van de jeugd (4 tot en met 17 jaar) voldoet aan de beweegnorm. Dit moet onder andere gerealiseerd worden door middel van buitenspeelruimtes (Nota Bewegen, Spelen en Sporten, 2009). De gemeente Delft streeft ernaar om de buitenspeelruimten erg multifunctioneel te maken. Het is van belang dat de beperkte (speel)ruimte zo efficiënt mogelijk benut wordt (Nota Bewegen, Spelen en Sporten, 2009). In de hele infrastructuur houdt de gemeente Delft rekening met bewegen. De gemeente legt onder andere fietspaden aan, veilige wandelroutes zoals kindlint en trimparkoersen. Daarnaast zijn ook veel buitenruimten rollatorproof. Met gehandicapten is ook rekening gehouden door veel ruimtes rolstoelproof te maken (Ruimte voor spelen, 2007). De gemeente Delft is onderdeel van het internationale netwerk Childstreet. Hierin staan aanbevelingen voor kindvriendelijke buitenruimten. Dit zegt meteen wat over het beleid met betrekking tot buitenspeelruimten dat de gemeente Delft voert (Ruimte voor spelen, 2007). De gemeente delft draagt de volgende visie uit met betrekking tot buitenspelen: Buitenspelen is belangrijk. Kinderen hebben spelen in de buitenruimte nodig om zich te kunnen ontwikkelen op fysiek, sociaal en mentaal gebied. Buitenspeelruimten helpen bij het ontwikkelen van motoriek, fantasie en creativiteit. Kinderen leren hun eigen (on)mogelijkheden kennen en leren omgaan met anderen. Buitenspeelruimten moeten avontuurlijke plekken zijn, waar kinderen ook nat en vuil kunnen worden. De buitenspeelruimtes moeten bestaan uit verschillende materialen en verschillende grondstoffen. Hier moeten

Buitenspeelruimten

Nick Werring

2011

14

kinderen mee leren omgaan. Buitenspeelruimten horen als basisvoorziening bij een opgroeiend kind (Ruimte voor spelen, 2007). De gemeente Delft splitst de buitenspeelruimten in vier categorieën. De informele speelplekken, de formele speelplekken, de stedelijke voorzieningen en de samenwerkings speelplekken (Ruimte voor spelen, 2007). 3.3.1 Informele speelplekken Deze speelplekken zijn voor de jongste groep gebruikers. Het beleid richt zich op uitbreiding van deze speelplekken. Dit gebeurd door kleine aanpassingen in openbare ruimtes. Denk hierbij aan knikkerputjes, hinkeltegels of het afsluiten van bepaalde hofjes voor het verkeer (Ruimte voor spelen, 2007). Formele speelplekken Deze speelplekken voldoen aan de VROM aanbevolen norm. De nadruk die de gemeente Delft legt bij deze speelplekken is het waarborgen van kwaliteit, diversiteit, ontmoetingsmogelijkheden en de afstemming op de doelgroep (Ruimte voor spelen, 2007). 3.3.2 Stedelijke voorzieningen De gemeente wil het gebruik van deze voorzieningen zoals de kinderboerderij, waterspeeltuin en dergelijke bevorderen. Hiertoe zullen de openingstijden goed moeten worden afgestemd op de vrijetijd van de doelgroep. In het beleid is opgenomen dat er nog 2 speeltuinen in deze nieuwe style bij moeten komen. Dit al in samenwerking met vrijwilligersorganisaties worden ondernomen (Ruimte voor spelen, 2007). 3.3.3 Samenwerkingsspeelplekken De speelplekken zijn in samenwerking met bijvoorbeeld scholen. De gemeente wil deze organisaties meer betrekken bij het beleid omtrent buitenspeelruimten. Hierbij moet gedacht worden aan het ontwerpen, organiseren, uitvoeren en begeleiden van activiteiten en het onderhouden en beheren van de speelplekken (Ruimte voor spelen, 2007).

(Kinderen in Amsterdam, 2009)

Buitenspeelruimten

Nick Werring

2011

15

3.4 Demografische factoren wijk Transvaalkwartier, Den haag Inwoners gemeente Den Haag: Inwoners Transvaalkwartier: 489.271 14.321

3.4.1 Leeftijdscategorieën Leeftijd 0 – 19 jaar 29,4 % Leeftijd 20 – 64 jaar 63,0 % Leeftijd 65 jaar en ouder 7,6 % (Demografie transvaalkwartier, 2010) 3.4.2 Bevolkingsprognose

2010 Aantal personen [personen] Aantal woningen [woningen] Gemiddelde woningbezetting [inwoners/woning] 3.4.3 Etniciteit Transvaalkwartier Allochtoon 90,9 % Autochtoon 8,9 % (Demografie transvaalkwartier, 2010) 14.321 5.906 2,42

2015 13.685 5.596 2,45

2020 13.730 5.676 2,42

Den Haag Allochtoon Autochtoon

47,8 % 52,2 %

Buitenspeelruimten

Nick Werring

2011

16

3.4.4 Opsomming demografische factoren

2009 Aantal inwoners per 1/1 [personen] Aantal huishoudens [huishdns] Aantal geborenen [personen] Aantal overledenen [personen] Natuurlijk verloop [personen] Vestiging totaal [personen] Vertrek totaal [personen] Migratiesaldo [personen] Administratieve correcties [personen] Bevolkingssaldo [personen] vertrek naar binnen Den Haag [personen] vestiging binnen Den Haag [personen] saldo binnen Den Haag [personen] 0 t/m 19 jaar [personen] 20 t/m 64 jaar [personen] 65 jaar en ouder [personen] Turks [personen] Marokkaans [personen] Surinaams [personen] Antilliaans [personen] Overig niet-westerse allochtonen [personen] Westerse allochtonen [personen] Allochtonen [personen] Autochtonen [personen] Eenpersoonshuishouden [huishdns] Samenwonend zonder kinderen [huishdns] Samenwonend met kinderen [huishdns] Eenoudergezin [huishdns] (Demografie transvaalkwartier, 2010) 14.195 6.517 219 65 154 3.161 3.165 -4 -24 126 2.072 1.790 -282 4.260 8.869 1.066 4.180 1.875 3.349 302 1.780 1.397 12.883 1.312 2.897 1.338 1.533 749 6.562 4.209 9.023 1.089 4.078 1.886 3.388 280 1.766 1.618

2010 14.321

13.016 1.305 2.917 1.332 1.582 731

Buitenspeelruimten

Nick Werring

2011

17

3.5 Demografische factoren wijk Wateringse veld, Den haag Inwoners gemeente Den Haag: Inwoners Wateringse veld: 489.271 18.543

3.5.1 Leeftijdscategorieën Leeftijd 0 – 19 jaar 32,3 % Leeftijd 20 – 64 jaar 60,4 % Leeftijd 65 jaar en ouder 7,3 % (Demografie Wateringse veld, 2010) 3.5.2 Bevolkingsprognose 2010 Aantal personen [personen] Aantal woningen [woningen] Gemiddelde woningbezetting [inwoners/woning] 18.543 6.986 2,65 2015 19.828 7.660 2,59 2020 19.629 7.778 2,52

3.5.3 Etniciteit Wateringse veld Allochtoon 35,9 % Autochtoon 64,1 % (Demografie Wateringse veld, 2010)

Den Haag Allochtoon Autochtoon

47,8 % 52,2 %

Buitenspeelruimten

Nick Werring

2011

18

3.5.4 Opsomming demografische factoren

2009 Aantal inwoners per 1/1 [personen] Aantal huishoudens [huishdns] Aantal geborenen [personen] Aantal overledenen [personen] Natuurlijk verloop [personen] Vestiging totaal [personen] Vertrek totaal [personen] Migratiesaldo [personen] Administratieve correcties [personen] Bevolkingssaldo [personen] vertrek naar binnen Den Haag [personen] vestiging binnen Den Haag [personen] saldo binnen Den Haag [personen] 0 t/m 19 jaar [personen] 20 t/m 64 jaar [personen] 65 jaar en ouder [personen] Turks [personen] Marokkaans [personen] Surinaams [personen] Antilliaans [personen] Overig niet-westerse allochtonen [personen] Westerse allochtonen [personen] Allochtonen [personen] Autochtonen [personen] Eenpersoonshuishouden [huishdns] Samenwonend zonder kinderen [huishdns] Samenwonend met kinderen [huishdns] Eenoudergezin [huishdns] (Demografie Wateringse veld, 2010) 17.762 6.478 225 139 86 2.192 1.506 686 9 781 922 1.434 512 5.805 10.717 1.240 910 493 2.143 240 849 1.634 6.269 11.493 1.303 1.563 2.982 630 18.543 6.879 5.991 11.199 1.353 992 580 2.163 277 941 1.695 6.648 11.895 1.512 1.639 3.052 676

2010

Buitenspeelruimten

Nick Werring

2011

19

3.6 Demografische factoren wijk Vrijenban, Delft In deze wijk bevindt zich Krajicek Playground: Brasserskade. Inwoners gemeente Delft: Inwoners Vrijenban: Vrouwelijke inwoners op 1 januari [%pers] Mannelijke inwoners op 1 januari [%pers] Bevolkingsdichtheid per km2 [inw/km2] Bevolkingsdichtheid per Km2 Nederland gemiddeld (Demografie Vrijenban, 2010) 97.699 9.326 48 % 52 % 6.134 401

3.6.1 Leeftijdscategorieën Leeftijd 0 – 14 jaar 15 – 24 jaar 25 – 34 jaar 34 – 44 jaar 45 – 54 jaar 55 – 54 jaar 65 jaar en ouder Gemiddelde leeftijd (Demografie Vrijenban, 2010)

% 12,5 16,7 15,9 12,5 13,8 14,1 14,5 40 jaar

3.6.2 Bevolkingsprognose Prognose aantal inwoners Jaar: 2025 (Demografie Vrijenban, 2010) 3.6.3 Etniciteit Vrijenban Allochtoon 22,5 % Autochtoon 77,5 % (Demografie Vrijenban, 2010)

Inwoners: 9.055

Delft Allochtoon Autochtoon

30,9 % 69,1 %

Buitenspeelruimten

Nick Werring

2011

20

3.6.4 Opsomming demografische factoren

Aantal geboorten [aant.pers] Sterfte [aant.pers] Natuurlijke aanwas (geboortenoverschot) [aant.pers] Vestiging (intern + extern) [aant.pers] Externe vestiging [aant.pers] Interne vestiging [aant.pers] Vertrek (intern + extern) [aant.pers] Extern vertrek [aant.pers] Intern vertrek [aant.pers] Migratiesaldo (intern + extern) [aant.pers] Administratieve correcties [aant.pers] Bevolkings toe- of afname [aant.pers] Geboorten per 1.000 inwoners [per 1.000] Sterfte per 1.000 inwoners [per 1.000] Natuurlijke aanwas per 1.000 inwoners [per 1.000] Vestiging (intern + extern) per 1.000 inwoners [per 1.000] Vertrek (intern + extern) per 1.000 inwoners [per 1.000] Migratiesaldo (intern + extern) per 1.000 inwoners [per 1.000] Bevolking toe- of afname per 1.000 inwoners [per 1.000] (Demografie Vrijenban, 2010)

102 107 -5 1.263 636 627 1.351 722 629 -88 -4 -97 10,97 11,51 -0,54 135,81 145,28 -9,46 -10,43

Buitenspeelruimten

Nick Werring

2011

21

3.7 Demografische factoren wijk Hof van Delft In deze wijk bevindt zich Speel tuinvereniging Westerhonk. Inwoners gemeente Delft: Inwoners Hof van Delft: 97.699 12.935

Vrouwelijke inwoners op 1 januari [%pers] Mannelijke inwoners op 1 januari [%pers] Bevolkingsdichtheid per km2 [inw/km2] Bevolkingsdichtheid per Km2 Nederland gemiddeld (Demografie Hof van Delft, 2010) 3.7.1 Leeftijdscategorieën Leeftijd % 0 – 14 jaar 12,0 15 – 24 jaar 20,2 25 – 34 jaar 17,8 34 – 44 jaar 13,6 45 – 54 jaar 12,4 55 – 54 jaar 10,8 65 jaar en ouder 13,3 Gemiddelde leeftijd 37,6 jaar (Demografie Hof van Delft, 2010) 3.7.2 Bevolkingsprognose Prognose aantal inwoners Jaar: 2025 (Demografie Hof van Delft, 2010) 3.7.3 Etniciteit Vrijenban Allochtoon 21,9 % Autochtoon 78,1 % (Demografie Hof van Delft, 2010)

47 % 53 % 8.289 401

Inwoners: 12.125

Delft Allochtoon Autochtoon

30,9 % 69,1 %

Buitenspeelruimten

Nick Werring

2011

22

3.7.4 Opsomming demografische factoren

Aantal geboorten [aant.pers] Sterfte [aant.pers] Natuurlijke aanwas (geboortenoverschot) [aant.pers] Vestiging (intern + extern) [aant.pers] Externe vestiging [aant.pers] Interne vestiging [aant.pers] Vertrek (intern + extern) [aant.pers] Extern vertrek [aant.pers] Intern vertrek [aant.pers] Migratiesaldo (intern + extern) [aant.pers] Administratieve correcties [aant.pers] Bevolkings toe- of afname [aant.pers] Geboorten per 1.000 inwoners [per 1.000] Sterfte per 1.000 inwoners [per 1.000] Natuurlijke aanwas per 1.000 inwoners [per 1.000] Vestiging (intern + extern) per 1.000 inwoners [per 1.000] Vertrek (intern + extern) per 1.000 inwoners [per 1.000] Migratiesaldo (intern + extern) per 1.000 inwoners [per 1.000] Bevolkings toe- of afname per 1.000 inwoners [per 1.000] (Demografie Hof van Delft, 2010)

148 90 58 1.794 958 836 1.738 972 766 56 1 115 11,47 6,98 4,50 139,08 134,73 4,34 8,92

Buitenspeelruimten

Nick Werring

2011

23

3.8 Resultaten observatie Hieronder zullen een aantal relevante resultaten worden uitgewerkt. Voor meer informatie en achtergrondinformatie zie bijlage II.

Zichtbare kleuren Buitenspeelruimten
Rood Groen Blauw Bruin

Geluiden
4 3 2

1
0

Stil

Vogels Stemmen kinderen

Intensiteit bewegen
Laag: Niet zweten, adenhaling blijft gelijk Gemiddeld: Licht zweten, iets sneller ademen Hoog: Hevig zweten, rood kleuren, snel ademen Buitenspeelruimten Nick Werring 2011 24

Snelheid van handelen

Laag: Weinig beweging, veel interactie, zelfde plek
Gemiddeld: Beweging, maar met veel pauzes Hoog: Constant in beweging, geen rustmomenten

Soort activiteiten
4 3,5 3 2,5 2 1,5 1 0,5 0

Coördinatie, moeilijkheidsgraad
Moeilijk: Handstand, radslag en vergelijkbaar Gemiddeld: Koprol, klimmen en vergelijkbaar Makkelijk: Tikkertje, verstoppertje, met bal spelen

Buitenspeelruimten

Nick Werring

2011

25

Mate van samenwerking
2

1,5
1 0,5 0 Hoog: Teamverband, veel communicatie Gemiddeld: Onderligne samenwerking, geen team

Laag: Geen communicatie m.b.t. activiteit, individueel spel

Duur speelactiviteit
50 min of langer 41 - 50 min. 31 - 40 min. 21 - 30 min. 11 - 20 min. 0 - 10 min. 0 0 - 10 min. 2 1 11 - 20 min. 5 2 21 - 30 min. 6 3 4 31 - 40 min. 2 5 41 - 50 min. 1 6 7

Duur

50 min of langer 0

Buitenspeelruimten

Nick Werring

2011

26

4.0 Conclusie & discussie
Het onderzoek is gebaseerd op de volgende hoofd en deelvragen: Hoofdvraag: Welke functies hebben de verschillende buiten(speel)ruimten? Deelvragen: 1. Welk beleid hanteren de gemeenten waarin de verschillende buitenspeelruimten zich bevinden voor speelplekken? 2. Wat zijn de demografische kenmerken van de buurt/wijk waarin de verschillende buitenspeelruimten zich bevinden? 3. Op welke manier draagt deze buitenspeelruimte zichtbaar bij aan de gezondheid van kinderen?

4.1 Gehanteerde beleid buitenspeelruimten - Welk beleid hanteren de gemeenten waarin de verschillende buitenspeelruimten zich bevinden? 4.1.1 Beleid gemeente Den Haag Vanaf 2005 tot heden vinden er in Den Haag grootse ontwikkelingen plaats op het gebied van buitenspeelruimten. In 2005 heeft de gemeente een bepaalde structuur van de stad vastgesteld. Dit is één van de redenen dat er vanaf die tijd bewust geïnvesteerd is in buitenspeelruimten. In 2008 is er door 15,1 miljoen te investeren een aanzienlijk vooruitgang geboekt wat betreft de buitenspeelruimten. In datzelfde jaar is de beleidsnota spelen in de stad opgesteld. Deze nota geeft een actieplan weer waarmee ever binnen 5 jaar verschillende doelstelling gerealiseerd dienen te worden. De gemeente Den Haag streeft ernaar om 2013 in alle delen van de stad uitdagende buitenspeelruimten gerealiseerd te hebben. Om dit te realiseren het de gemeente vastgesteld wat er tot deze tijd moet gebeuren: - Inspelen op verschillende trends om speelruimtes uitdagend te maken en te houden. - Het clusteren van bepaalde buitenspeelruimten wat zal leiden tot kwaliteitsverhoging. - Rekening houden met mogelijke bewonersinitiatieven en hier waar mogelijk op inspelen.

Buitenspeelruimten

Nick Werring

2011

27

- Met verschillende partijen samenwerken om buitenspeelruimten te realiseren op schoolpleinen, kerkpleinen en sportterreinen. - Kind vriendelijkheid bevorderen door juiste grote van buitenspeelruimten te handteren. De gemeente neemt de landelijke richtlijn van 3 % als richtlijn. - Kind vriendelijkheid bevorderen door het creëren van speelprikkels zoals zitmuurtjes, uitkijkpunten, groene oppervlakken, trapjes en zitpoefen. Het beleid van de gemeente Den Haag is duidelijk en doelgericht opgezet.

4.2.2 Beleid gemeente Delft In 2006 is de gemeente Delft gestart met het project ruimte voor spelen als gevolg van een coalitieakkoord. Binnen dit project is een uitgebreid onderzoek gehouden met betrekking tot de huidige buitenruimten en het beleid van de gemeente betreffende buitenspeelruimten. Aan de hand van de resultaten van dit onderzoek heeft de gemeente in 2007 de beleidsnota ruimte voor spelen uitgegeven. Deze nota bevat verschillende doelstellingen, beleidsplannen en projecten die tot 2012 uitgevoerd gaan worden. Zo wil de gemeente bestaande buitenspeelruimten multifunctioneler maken. Daarnaast zal de hele infrastructuur bewegen bevorderen, denk hierbij aan kindlint, trimparkoersen en fietspaden. In het bovengenoemde beleidsplan maakt de gemeente onderscheid tussen informele speelplekken, formele speelplekken, stedelijke voorzieningen en samenwerkingsspeelplekken. Er zijn per groep doelstellingen opgesteld. Zo wil de gemeente, omdat deze al voldoet aan de VROM norm, de kwaliteit van de speelplekken gaan vergroten. Daarnaast wil de gemeente de stedelijke voorzieningen beter gaan aanpassen op de wensen van de inwoners. Verder zal de gemeente onder andere scholen meer gaan betrekken bij het opzetten en beheren van buitenspeelruimten. Naast de nota ruimte voor spelen heeft de gemeente in 2009 de beleidsnota Bewegen, Spelen en Sporten gepubliceerd. Deze nota bevat verschillende doelstelling met betrekking tot buitenspeelruimten en bewegen. Zo streeft de gemeente ernaar dat in 2012 50% van de jeugd voldoet aan de beweegnorm. Het beleid van de gemeente Delft met betrekking tot bewegen en buitenspeelruimten is erg vooruitstrevend. De gemeente loopt met de huidige ontwikkelingen al voor op de norm voor buitenspeelruimten van de VROM.

Buitenspeelruimten

Nick Werring

2011

28

4.2 Demografische kenmerken - Wat zijn de demografische kenmerken van de buurt/wijk waarin de verschillende buitenspeelruimten zich bevinden?-

4.2.1 Wijkpark Transvaal, Den Haag Deze buitenspeelruimte bevindt zich binnen de wijk Transvaalkwartier. Het aantal inwoners van Transvaalkwartier is 14.320 en daarmee 2,9 % van het totale aantal inwoners van Den Haag. Opvallend is dat het allochtoon gehalte bijna 2x zo hoog is als Den Haag. De wijk bestaat namelijk voor 90,9 % uit allochtonen. Deze allochtonen bestaan hoofdzakelijk uit niet westerse allochtonen van Turkse en Surinaamse afkomst. Daarnaast is het opvallend dat het natuurlijk verloop voor het aantal inwoners erg hoog is. Uit het migratiesaldo valt te concluderen dat er meer mensen de wijk verlaten als binnenkomen. Verder valt er te concluderen dat er 282 mensen meer zijn vertrokken om elders te wonen binnen de gemeente Den Haag als dat er vanuit de gemeente Den Haag zijn komen wonen. 4.2.2 VINEX locatie Wateringse Veld, Den Haag Deze buitenspeelruimte bevindt zich binnen de wijk Wateringse veld. De wijk Wateringse Veld heeft sinds 2002 een erg grote bevolkingsgroei ondergaan. Deze groei is ontstaan door de vele nieuwbouw die gerealiseerd is in de wijk. In de bevolkingsprognose van de gemeente wordt nog meer bevolkingsgroei tot 2015 en 2020 verwacht. Naast de bevolkingsgroei wordt er ook een aanzienlijke huizengroei verwacht. Opvallend is dat 64,1 % van de inwoners van de wijk autochtoon is. Dit is meer als het 6 dubbele aan autochtonen vergeleken met de wijk Transvaalkwartier. De huizenprijs van nieuwbouwhuizen zal dit grote verschil veroorzaken. Ook in vergelijking tot het gemiddelde allochtoongehalte van de gemeente Den Haag zit deze wijk erg laag. Daarnaast is opvallend dat het migratiesaldo erg hoog ligt. Er zijn veel meer mensen komen wonen dan dat er zijn vertrokken. Ook als er gekeken wordt naar het aantal mensen dat binnen Den Haag verhuisd is, hebben er veel meer mensen deze wijk betreden als verlaten.

Buitenspeelruimten

Nick Werring

2011

29

4.2.3 Krajicek Playground: Brasserskade, Delft Deze buitenspeelruimte bevindt zich binnen de wijk Vrijenban. In de wijk Vrijenban bevinden zich 9.326 inwoners wat 9,5 % procent van alle inwoners van Delft betreft. De meeste mensen zijn tussen de 15 en 24 jaar oud. Met een bevolkingsdichtheid van 6.134 zit de wijk in vergelijking tot het Nederlands gemiddelde vrij hoog. Opvallend is dat de bevolkingsprognose in 2025 met bijna 300 inwoners afneemt. De meeste wijken en steden worden drukker, maar dat is hier dus niet het geval. Verder valt er te concluderen dat er iets meer mannelijke inwoners zijn als vrouwelijke. Verder valt er te concluderen dat het aantal inwoners van de wijk aan alle kanten aan het afnemen is. De sterfte is hoger als de geboorte, emigratie is groter dan de immigratie. Ook als er gekeken wordt naar mensen die verhuizen binnen de gemeente Den Haag, zijn er meer die vertrekken uit de wijk als mensen die komen wonen in de wijk.

4.2.4 Speel tuinvereniging Westerhonk, Delft Deze buitenspeelruimte bevindt zich binnen de wijk Hof van Delft. In de wijk Hof van Delft woont met 12.935 inwoners 13,2% van de inwoners van Delft. Het grootste percentage van de inwoners is tussen de 15 en 24 jaar oud. Met een bevolkingsdichtheid van 8.289 zit de wijk in vergelijking tot het Nederlandse gemiddelde heel erg hoog. De bevolkingsprognose voor 2025 luidt een daling van iets meer als 800 inwoners. Dit is echter nog niet terug te zien in de verdere cijfers. Er is momenteel nog een geboorteoverschot van 58 mensen. Daarnaast is er een bevolkingstoename van 8,92 op de 1000 inwoners. Verder valt er te concluderen dat de wijk voor meer dan 78% uit autochtonen bestaat. Ten opzichte van het autochtoongehalte van de stad Delft is dit hoog.

4.3 Bijdrage aan gezondheid - Op welke manier draagt deze buitenspeelruimte zichtbaar bij aan de gezondheid van kinderen? Uit de resultaten van de observatie zal blijken of buitenspeelruimten een bijdrage leveren aan de gezondheid van kinderen en in welke mate.

Buitenspeelruimten

Nick Werring

2011

30

4.3.1 Gezondheid & Sport “Sport voorziet in lichaamsbeweging voor de deelnemers en kan daardoor een grotere algemene gezondheid bevorderen. Sport heeft een positieve invloed op de lichaamsvorming, de lichamelijke fitheid en ook op het psychisch evenwicht.” (Knop de, P., Scheerder, J., Vanreusel, B., 2006, pp. 88) 4.3.2 Onderzoeks analyse Uit de analyse van het onderzoek blijkt dat er weinig bewogen wordt op de buitenspeelruimten. De intensiteit is laag, er wordt amper geweten en de hartslag zal niet veel stijgen. Naast de intensiteit is de snelheid van handelen bij het grootste deel van de gemeten eenheden ook laag. Er vindt voornamelijk interactie plaats op dezelfde plek. De voornaamste bewegingen die worden ondernomen zijn lopen en zitten. Deze bewegingen kosten weinig energie. Deze bewegingen vallen niet onder het begrip “Sporten”. Bij de bewegingen die voornamelijk worden uitgevoerd wordt over het algemeen gebruik gemaakt van basis coördinatie. Moeilijke bewegingen worden niet gedaan. Hieruit valt te concluderen dat er slechts een ontwikkeling plaats vindt op het gebied van basiscoördinatie. Op het gebied van samenwerking vindt er wel ontwikkeling plaats. Er wordt door 50% van de kinderen samengewerkt op gemiddeld of hoog niveau. Samenwerking vereist niet altijd een hoge spel intensiteit of snelle bewegingen. Het is wel de vraag of samenwerking bijdraagt aan de gezondheid. Uit de laatste grafiek valt te concluderen dat kinderen gemiddeld 25 minuten in beweging zijn op een buitenspeelruimte. Hiermee voldoen zij nog niet aan de beweegnorm van de NISB. Naast spelen op een buitenspeelruimte fietsen de kinderen misschien ook wel naar school, of voetballen ze op een vereniging. Hier valt dus verder niet over te oordelen. De voornaamste kleuren die gebruikt zijn, zijn groen, rood, blauw en bruin. De kleur bruin, is de kleur van hout. Deze kleur is gebruikt om veel houten speeltoestellen te schilderen. Hierdoor zullen de kinderen de verschillende materialen ondervinden. De kleuren rood, blauw en bruin zijn met opzet gebruikt. De kleur rood zet aan tot daadkracht, avontuur en inzet (Rozendael, z.d.). De kleur blauw werkt kalmerend, rustgevend en verzachtend (Rozendael, z.d.). Op de foto‟s in bijlage IV is te zien dat hoge, relatief gevaarlijke/moeilijke speeltoestellen blauw zijn gemaakt. Dit zal de kinderen kalmeren tijdens het klimmen. Een dergelijk toestel in de kleur rood, zal nog meer gevaar opleveren. De meest gebruikte kleur groen zorgt ervoor dat mensen zich op hun gemak voelen. Deze kleur roept ontspanning en veiligheid op (Rozendael, z.d.). Dit is erg goed terug te zien in de buitenspeelruimten. Zo zijn de hekken van groen, en zijn er veel groene oppervlakten te vinden waar kinderen zich veilig zullen voelen (Rozendael, z.d.).

Buitenspeelruimten

Nick Werring

2011

31

De geluiden in de omgeving zijn neutraal. Voornamelijk is het vrij stil. De gemeente heeft de buitenspeelruimten bewust op rustige en veilige plekken aangelegd. 4.3.3 Conclusie observatieonderzoek Een buitenspeelruimte draagt daadwerkelijk maar weinig bij aan de fysieke gezondheid van de meeste kinderen. Hiervoor bewegen de kinderen te kort en niet intensief genoeg tijdens het spelen op de buitenspeelruimte. Het spelen op een buitenspeelruimte is goed voor de ontspanning, interactie en de samenwerking. Door deze punten kan een buitenspeelruimte wel bijdragen aan het psychisch evenwicht, de psychische gezondheid van kinderen. Een buitenspeelruimte is nuttig voor het ontwikkelen van de basismotoriek en kan gebruikt worden als een extra beweging naast bijvoorbeeld een sport. Het grootste deel van de kinderen dat alleen beweegt op buitenspeelruimten komt nog niet aan voldoende dagelijkse beweging.

4.4 Functie buitenspeelruimten - Welke functies hebben de verschillende buiten(speel)ruimten?Buitenspeelruimten hebben verschillende functies binnen de samenleving. Ze hebben een eigen rol gekregen tijdens het oproeien van kinderen. Buitenspeelruimten dragen bij aan de ontwikkelingen op fysiek (klimmen, rennen, bewegen) sociaal (communiceren, samenwerken) en mentaal (wedstrijdje spelen, eigen (on)mogelijkheden leren kennen) gebied. Daarnaast vindt er ontwikkeling van de basismotoriek plaats door het ondernemen van de bovenstaande bewegingen. Buitenspeelruimten worden vooral neergezet als plekken die vol uitdaging en avontuur moeten zitten. Er kan onderscheid gemaakt worden in buitenspeelruimten waar vooral toestellen staan en ruimten die enkel bestaan uit een “Playground” . Buitenspeelruimten met klimtoestellen dragen vooral bij aan de ontwikkeling van motoriek, coördinatie en fysieke kracht. De buitenruimten zijn meer individueel gericht. Daarnaast stimuleren de vormen van de speeltoestellen, de opbouw en de structuur de creativiteit van kinderen. Op een playground wordt vooral samengewerkt of in teams gespeeld. Deze buitenruimten dragen daarom vooral bij aan socialisatie, communicatie en het samenwerkingsvermogen van kinderen. Daarnaast leren kinderen omgaan met het spelelement winnen/verliezen. Dit maakt de kinderen mentaal sterker.

Buitenspeelruimten

Nick Werring

2011

32

4.5 Discussie Een goed onderzoek moet betrouwbaar en valide zijn. Na het onderzoek is het gebruikelijk dat er geanalyseerd wordt hoe het met de betrouwbaarheid en de validiteit van het onderzoek is gesteld. 4.5.1 Betrouwbaarheid De betrouwbaarheid wordt getoetst aan de hand van de onderstaande bepalingen (Verhoeven, 2010). Steekproef De steekproef is niet dermate groot geweest. Er is 4 keer, 60 min. Lang geobserveerd. In totaal zijn er naar schatting 40 kinderen geobserveerd. In verhouding tot de afgebakende populatie waar uitspraken over gedaan worden, is dit erg klein. Interbeoordelaarbetrouwbaarheid Er is door 2 observatoren geanalyseerd. De mate van overeenstemming tussen de gegevens die er geanalyseerd zijn is hoog. De analyse was simpel te voeren. Op dit gebied kan het onderzoek betrouwbaar genoemd worden. Triangulatie Voor het daadwerkelijke observatieonderzoek is slechts gebruik gemaakt van één dataverzamelingsmethode. Op dit gebied is het onderzoek niet betrouwbaar. Peer examination De gegevens zij niet nagemeten door collega‟s. Uit bovenstaande gegevens valt te concluderen dat het uitgevoerde onderzoek geen hoge betrouwbaarheidsgradering heeft. 4.5.2 Validiteit Naast betrouwbaarheid dient een goed onderzoek ook valide te zijn. Validiteit wat ook wel geldigheid betekent, wordt uitgesplitst in interne validiteit en externe validiteit. De interne validiteit heeft betrekking conclusies na het onderzoek. Zijn de juiste conclusies getrokken aan de hand van de verzamelede gegevens? De externe validiteit heeft betrekking op de steekproef. Is de steekproef een afspiegeling van de gehele populatie? (Verhoeven, 2010). Interne validiteit Het is niet mogelijk een duidelijke uitspraak te doen over de interne validiteit van het onderzoek. Er is namelijk nog geen kritiek/discussie geweest over het onderzoek. Externe validiteit De externe validiteit van het onderzoek is goed. De steekproef is goed gelukt. De inhoudt van de steekproef is vergelijkbaar met de afgebakende populatie waar uitspraken over gedaan worden.

Buitenspeelruimten

Nick Werring

2011

33

4.5.3 Conclusie betrouwbaarheid en validiteit Er valt te concluderen dat de betrouwbaarheid van het onderzoek niet heel hoog ligt. De voornaamste reden hiervan is de steekproef die te klein is geweest om iets te zeggen over de hele populatie. De externe validiteit van het onderzoek is wel goed. De steekproef is een afspiegeling van de populatie. Dit verhoogd in logische zin de betrouwbaarheid van het onderzoek. 4.5.4 Leermoment Er is kennis en ervaring opgedaan met betrekking tot het organiseren, plannen, uitvoeren, analyseren en verwerken van een onderzoek. Een onderzoek is niet zo simpel als het lijkt. Er komt heel veel bij kijken om een betrouwbaar en valide onderzoek te realiseren. Belangrijk is dat de steekproef voldoende groot is en dat er gebruik wordt gemaakt van triangulatie. Daarnaast is de planning van een onderzoek erg belangrijk. Dit is een duidelijk leerpuntje. Daarnaast moet er voldoende tijd worden besteedt aan bureauonderzoek vooraf aan het onderzoek. Dit zal eerder een duidelijk beeld van de situatie verschaffen. 4.5.5 Resultaat en bruikbaarheid De doelstellingen die zijn gesteld in het onderzoeksplan in bijlage III zijn behaald. De hoofdvraag en de deelvragen zijn beantwoordt. Door de manier van onderzoek en de waarde van de betrouwbaarheid en validiteit is het onderzoek indicatief bruikbaar (Verhoeven, 2010). 4.5.6 Aanbevelingen Naast eerder vermelde aanbevelingen worden de volgende aanbevelingen meegegeven aan de gemeente: - Stimuleer meer bewegen door de opbouw van buitenspeelruimten. - Blijf inspelen op de trends op speelgebied en blijf up to date. - Maak buitenspeelruimten uitdagend. - Hanteer de 3% norm als minimale norm, niet als streven. - Betrek andere organisaties, zoals scholen, bij de opzet en organisatie van buitenspelruimten. - Organiseer activiteiten op de buitenspeelruimten. - Speel in op initiatieven van buurtbewoners.

Buitenspeelruimten

Nick Werring

2011

34

Referentielijst
Demografie Hof van Delft (2010). Verkregen op 04 juni 2011, via http://delft.buurtmonitor.nl/ Demografie Transvaalkwartier (2010). Verkregen op 04 juni 2011, via http://denhaag.buurtmonitor.nl/ Demografie Vrijenban (2010). Verkregen op 03 juni 2011, via http://delft.buurtmonitor.nl/ Demografie Wateringse veld (2010). Verkregen op 02 juni 2011, via http://denhaag.buurtmonitor.nl/ Dijk van, L. (2009). Kinderen in Amsterdam. Verkregen op 05 juni 2011, via http://lisetvandijk.nl/ Kinderen met overgewicht (2007). Verkregen op 10 juni 2011, via http://denhaag.buurtmonitor.nl/default.aspx?quickstep Knop de, P., Scheerder, J., Vanreusel, B. (2006). Sportsociologie: Het spel en de spelers (tweede druk). Maarsen: Elsevier Gezondheidszorg. Marcus, J & Dan van, N. (2009). Een praktijk gerichte benadering van Organisatie en Management (zesde druk). Groningen: Noordhoff Uitgevers. Migratiesaldo (z.d.). Verkregen op 05 juni 2011, via http://www.encyclo.nl/begrip/migratiesaldo Rozendael, C.M. (z.d.). Kleuren. Verkregen op 12 juni 2011, via http://www.omgangsvormen.nl/kleuren.htm Spelende kinderen (z.d.). Verkregen op 03 juni 2011, via http://4.bp.blogspot.com/_fc6NjHkeFVU/SRwCj35m6_I/AAAAAAAAAB8/ff65G_vpSc/S692/spelende%2520kinderen%2520logo%2520gecomprimeerd.jpg Verhoeven, N. (2010). Wat is onderzoek? Praktijkboek methoden en technieken voor het hoger onderwijs (derde druk). Amsterdam: Boom onderwijs. Wereldstad aan zee: Structuurvisie Den Haag 2020 (2005). Verkregen op 05 juni 2011, via http://www.vng.nl/Praktijkvoorbeelden/RWMV/2005/denhaag_structuurvisie202 0_2005.pdf

Buitenspeelruimten

Nick Werring

2011

35

Bijlage I

Observatielijst
Situatie



Wat zijn de inrichtingskenmerken van de omgeving: 0 Groenvoorziening 0 Gebouwen 0 Speeltoestellen 0 Anders…………………………………………………………………………………………. Zijn er opvallende objecten 0 Ja, de volgende…………………………………………………………………………… 0 Nee Temperatuur 0 0 0 0 0 -10 – 0 graden 1 – 10 graden 11 – 20 graden 21 – 30 graden 31 graden of warmer







Kleuren omgeving 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Rood Blauw Geel Groen Zwart Bruin Paars Roze Grijs Oranje



Geluiden 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Weg Vogels Zee Wind Winkels Muziek Sportvelden Stil Stemmen, kinderen

Buitenspeelruimten

Nick Werring

2011

36



Weerkenmerken 0 0 0 0 0 0 Zon Regen Sneeuw Mist Hagel Bewolkt Personen



Hoeveel spelende kinderen bevinden zich gemiddeld op de onderzoek locatie? 0 0–5 0 6 – 10 0 11 – 15 0 16 – 20 0 21 – 25 0 26 – 30 0 31 of meer Wat voor een indruk maken de meeste actoren? 0 Vrolijk 0 Ontspannen 0 Gespannen 0 Boos 0 Sacherijnig 0 Ongemakkelijk 0 Eenzaam 0 Sportief 0 Fanatiek 0 Gezellig Hoe zijn de meeste actoren gekleed? 0 Sportief 0 Oude kleren 0 School kleren, normaal 0 Nette kleren Activiteiten





Intensiteit o o o

Hoog (Kenmerken: Hevig zweten, rood kleuren, snel ademen) Gemiddeld (Kenmerken: Licht zweten, iets sneller ademen) Laag (Kenmerken: Niet zweten, ademhaling blijft gelijk)

Buitenspeelruimten

Nick Werring

2011

37

Snelheid van handelen o Hoog (Kenmerken: Constant in beweging, geen rustmoment) o Gemiddeld (Kenmerken: Beweging, maar met pauzes) o Laag (Kenmerken: Weinig beweging, veel interactie, zelfde plek) Soort beweging o Lopen o Rennen o Sprinten o Kruipen o Klimmen o Springen o Koprollen o Dansen o Zitten Coördinatie, o o o moeilijkheidsgraad Moeilijk (Kenmerken: handstand, radslag, en vergelijkbaar) Gemiddeld (Kenmerken: Koprol, klimmen, en vergelijkbaar) Makkelijk (Kenmerken: Tikkertje, verstoppertje, met bal spelen)

Mate van samenwerking o Hoog (Kenmerken: Teamverband, veel communicatie) o Gemiddeld (Kenmerken: Onderlinge samenwerking, geen team) o Laag (Kenmerken: Geen communicatie m.b.t. activiteit, individueel spel) Gemiddelde o o o o o o duur actieve speelactiviteit in minuten 5 - 10 11 – 20 21 – 30 31 – 40 41 – 50 51 of langer

Buitenspeelruimten

Nick Werring

2011

38

Bijlage II

Ingevulde observatielijsten

Krajicek Playground: Brasserskade te Delft Situatie  Wat zijn de inrichtingskenmerken van de omgeving: 0 Groenvoorziening 0 Gebouwen 0 Speeltoestellen 0 Anders…………………………………………………………………………………………. Zijn er opvallende objecten 0 Ja, de volgende…………………………………………………………………………… 0 Nee Temperatuur 0 1 1 1 1  -10 – 0 graden 1 – 10 graden 11 – 20 graden 21 – 30 graden 31 graden of warmer

Observatielijst





Kleuren omgeving 0 0 1 0 1 1 1 1 1 0 Rood Blauw Geel Groen Zwart Bruin Paars Roze Grijs Oranje



Geluiden 1 1 1 1 1 1 1 1 0 Weg Vogels Zee Wind Winkels Muziek Sportvelden Stil Stemmen, kinderen Nick Werring 2011

Buitenspeelruimten

39



Weerkenmerken 1 0 0 1 1 0 Zon Regen Sneeuw Mist Hagel Bewolkt Personen



Hoeveel spelende kinderen bevinden zich gemiddeld op de onderzoek locatie? 1 0–5 1 6 – 10 1 11 – 15 1 16 – 20 1 21 – 25 1 26 – 30 1 31 of meer Wat voor een indruk maken de meeste actoren? 1 Vrolijk 1 Ontspannen 1 Gespannen 1 Boos 1 Sacherijnig 1 Ongemakkelijk 1 Eenzaam 1 Sportief 0 Fanatiek 0 Gezellig Hoe zijn de meeste actoren gekleed? 0 Sportief 1 Oude kleren 1 School kleren, normaal 0 Nette kleren





Buitenspeelruimten

Nick Werring

2011

40

Activiteiten Intensiteit o o o

Hoog (Kenmerken: Hevig zweten, rood kleuren, snel ademen) Gemiddeld (Kenmerken: Licht zweten, iets sneller ademen) Laag (Kenmerken: Niet zweten, ademhaling blijft gelijk)

Snelheid van handelen o Hoog (Kenmerken: Constant in beweging, geen rustmoment) o Gemiddeld (Kenmerken: Beweging, maar met pauzes) o Laag (Kenmerken: Weinig beweging, veel interactie, zelfde plek) Soort beweging o Lopen o Rennen o Sprinten o Kruipen o Klimmen o Springen o Koprollen o Dansen o Zitten Coördinatie, o o o moeilijkheidsgraad Moeilijk (Kenmerken: handstand, radslag, en vergelijkbaar) Gemiddeld (Kenmerken: Koprol, klimmen, en vergelijkbaar) Makkelijk (Kenmerken: Tikkertje, verstoppertje, met bal spelen)

Mate van samenwerking o Hoog (Kenmerken: Teamverband, veel communicatie) o Gemiddeld (Kenmerken: Onderlinge samenwerking, geen team) o Laag (Kenmerken: Geen communicatie m.b.t. activiteit, individueel spel) Gemiddelde o o o o o o duur actieve speelactiviteit in minuten 5 - 10 2x 11 – 20 2x 21 – 30 31 – 40 41 – 50 51 of langer

Buitenspeelruimten

Nick Werring

2011

41

Observatielijst
Speel tuinvereniging Westerhonk te Delft Situatie  Wat zijn de inrichtingskenmerken van de omgeving: 0 Groenvoorziening 0 Gebouwen 0 Speeltoestellen 0 Anders…………………………………………………………………………………………. Zijn er opvallende objecten 0 Ja, de volgende…………………………………………………………………………… 0 Nee Temperatuur 0 2 2 2 2  -10 – 0 graden 1 – 10 graden 11 – 20 graden 21 – 30 graden 31 graden of warmer





Kleuren omgeving 0 0 2 1 2 0 2 2 2 0 Rood Blauw Geel Groen Zwart Bruin Paars Roze Grijs Oranje



Geluiden 2 2 2 2 2 2 2 2 0

Weg Vogels Zee Wind Winkels Muziek Sportvelden Stil Stemmen, kinderen

Buitenspeelruimten

Nick Werring

2011

42



Weerkenmerken O 0 0 0 0 0 Zon Regen Sneeuw Mist Hagel Bewolkt Personen



Hoeveel spelende kinderen bevinden zich gemiddeld op de onderzoek locatie? 2 0–5 2 6 – 10 2 11 – 15 2 16 – 20 2 21 – 25 2 26 – 30 2 31 of meer Wat voor een indruk maken de meeste actoren? 2 Vrolijk 0 Ontspannen 2 Gespannen 2 Boos 2 Sacherijnig 2 Ongemakkelijk 2 Eenzaam 2 Sportief 1 Fanatiek 0 Gezellig Hoe zijn de meeste actoren gekleed? 1 Sportief 2 Oude kleren 0 School kleren, normaal 0 Nette kleren





Buitenspeelruimten

Nick Werring

2011

43

Activiteiten Intensiteit o o o

Hoog (Kenmerken: Hevig zweten, rood kleuren, snel ademen) Gemiddeld (Kenmerken: Licht zweten, iets sneller ademen) Laag (Kenmerken: Niet zweten, ademhaling blijft gelijk)

Snelheid van handelen o Hoog (Kenmerken: Constant in beweging, geen rustmoment) o Gemiddeld (Kenmerken: Beweging, maar met pauzes) o Laag (Kenmerken: Weinig beweging, veel interactie, zelfde plek) Soort beweging o Lopen o Rennen o Sprinten o Kruipen o Klimmen o Springen o Koprollen o Dansen o Zitten Coördinatie, o o o moeilijkheidsgraad Moeilijk (Kenmerken: handstand, radslag, en vergelijkbaar) Gemiddeld (Kenmerken: Koprol, klimmen, en vergelijkbaar) Makkelijk (Kenmerken: Tikkertje, verstoppertje, met bal spelen)

Mate van samenwerking o Hoog (Kenmerken: Teamverband, veel communicatie) o Gemiddeld (Kenmerken: Onderlinge samenwerking, geen team) o Laag (Kenmerken: Geen communicatie m.b.t. activiteit, individueel spel) Gemiddelde o o o o o o duur actieve speelactiviteit in minuten 5 - 10 11 – 20 2x 21 – 30 31 – 40 1x 41 – 50 1x 51 of langer

Buitenspeelruimten

Nick Werring

2011

44

Observatielijst
Wijkpark Transvaal te Den Haag Situatie  Wat zijn de inrichtingskenmerken van de omgeving: 0 Groenvoorziening 0 Gebouwen 0 Speeltoestellen 0 Anders…………………………………………………………………………………………. Zijn er opvallende objecten 0 Ja, de volgende…………………………………………………………………………… 0 Nee Temperatuur 0 3 3 3 3  -10 – 0 graden 1 – 10 graden 11 – 20 graden 21 – 30 graden 31 graden of warmer





Kleuren omgeving 0 0 3 2 3 2 3 3 3 0 Rood Blauw Geel Groen Zwart Bruin Paars Roze Grijs Oranje



Geluiden 3 3 3 3 3 3 3 3 0 Weg Vogels Zee Wind Winkels Muziek Sportvelden Stil Stemmen, kinderen

Buitenspeelruimten

Nick Werring

2011

45



Weerkenmerken 2 0 0 2 2 0 Zon Regen Sneeuw Mist Hagel Bewolkt Personen



Hoeveel spelende kinderen bevinden zich gemiddeld op de onderzoek locatie? 3 0–5 3 6 – 10 3 11 – 15 3 16 – 20 3 21 – 25 3 26 – 30 3 31 of meer Wat voor een indruk maken de meeste actoren? 3 Vrolijk 2 Ontspannen 3 Gespannen 3 Boos 3 Sacherijnig 3 Ongemakkelijk 3 Eenzaam 3 Sportief 2 Fanatiek 0 Gezellig Hoe zijn de meeste actoren gekleed? 2 Sportief 3 Oude kleren 2 School kleren, normaal 0 Nette kleren





Buitenspeelruimten

Nick Werring

2011

46

Activiteiten Intensiteit o o o Hoog Gemiddeld Laag (Kenmerken: Hevig zweten, rood kleuren, snel ademen) (Kenmerken: Licht zweten, iets sneller ademen) (Kenmerken: Niet zweten, ademhaling blijft gelijk)

Snelheid van handelen o Hoog (Kenmerken: Constant in beweging, geen rustmoment) o Gemiddeld (Kenmerken: Beweging, maar met pauzes) o Laag (Kenmerken: Weinig beweging, veel interactie, zelfde plek) Soort beweging o o o o o o o o o Coördinatie, o o o Lopen Rennen Sprinten Kruipen Klimmen Springen Koprollen Dansen Zitten moeilijkheidsgraad Moeilijk (Kenmerken: handstand, radslag, en vergelijkbaar) Gemiddeld (Kenmerken: Koprol, klimmen, en vergelijkbaar) Makkelijk (Kenmerken: Tikkertje, verstoppertje, met bal spelen)

Mate van samenwerking o Hoog (Kenmerken: Teamverband, veel communicatie) o Gemiddeld (Kenmerken: Onderlinge samenwerking, geen team) o Laag (Kenmerken: Geen communicatie m.b.t. activiteit, individueel spel) Gemiddelde o o o o o o duur actieve speelactiviteit in minuten 5 - 10 11 – 20 21 – 30 4x 31 – 40 41 – 50 51 of langer

Buitenspeelruimten

Nick Werring

2011

47

Observatielijst
VINEX locatie „Wateringse Veld‟ te Den Haag Situatie  Wat zijn de inrichtingskenmerken van de omgeving: 0 Groenvoorziening 0 Gebouwen 0 Speeltoestellen 0 Anders…………………………………………………………………………………………. Zijn er opvallende objecten 0 Ja, de volgende…………………………………………………………………………… 0 Nee Temperatuur 0 4 4 4 4  -10 – 0 graden 1 – 10 graden 11 – 20 graden 21 – 30 graden 31 graden of warmer





Kleuren omgeving 0 0 4 3 4 3 4 4 4 0 Rood Blauw Geel Groen Zwart Bruin Paars Roze Grijs Oranje



Geluiden 4 4 4 4 4 4 4 4 0 Weg Vogels Zee Wind Winkels Muziek Sportvelden Stil Stemmen, kinderen

Buitenspeelruimten

Nick Werring

2011

48



Weerkenmerken 3 0 0 3 3 0 Zon Regen Sneeuw Mist Hagel Bewolkt Personen



Hoeveel spelende kinderen bevinden zich gemiddeld op de onderzoek locatie? 4 0–5 4 6 – 10 4 11 – 15 4 16 – 20 4 21 – 25 4 26 – 30 4 31 of meer Wat voor een indruk maken de meeste actoren? 4 Vrolijk 3 Ontspannen 4 Gespannen 4 Boos 4 Sacherijnig 4 Ongemakkelijk 4 Eenzaam 4 Sportief 3 Fanatiek 0 Gezellig Hoe zijn de meeste actoren gekleed? 3 Sportief 4 Oude kleren 3 School kleren, normaal 0 Nette kleren





Buitenspeelruimten

Nick Werring

2011

49

Activiteiten Intensiteit o o o

Hoog (Kenmerken: Hevig zweten, rood kleuren, snel ademen) Gemiddeld (Kenmerken: Licht zweten, iets sneller ademen) Laag (Kenmerken: Niet zweten, ademhaling blijft gelijk)

Snelheid van handelen o Hoog (Kenmerken: Constant in beweging, geen rustmoment) o Gemiddeld (Kenmerken: Beweging, maar met pauzes) o Laag (Kenmerken: Weinig beweging, veel interactie, zelfde plek) Soort beweging o Lopen o Rennen o Sprinten o Kruipen o Klimmen o Springen o Koprollen o Dansen o Zitten Coördinatie, o o o moeilijkheidsgraad Moeilijk (Kenmerken: handstand, radslag, en vergelijkbaar) Gemiddeld (Kenmerken: Koprol, klimmen, en vergelijkbaar) Makkelijk (Kenmerken: Tikkertje, verstoppertje, met bal spelen)

Mate van samenwerking o Hoog (Kenmerken: Teamverband, veel communicatie) o Gemiddeld (Kenmerken: Onderlinge samenwerking, geen team) o Laag (Kenmerken: Geen communicatie m.b.t. activiteit, individueel spel) Gemiddelde o o o o o o duur actieve speelactiviteit in minuten 5 - 10 11 – 20 1x 21 – 30 2x 31 – 40 1x 41 – 50 51 of langer

Buitenspeelruimten

Nick Werring

2011

50

Bijlage III

Onderzoeksplan

Onderzoeksplan

Nick Werring Luc van der Eijk Klas: S1C 11 mei 2011

Nr. Nr.

10022333 10039686

Leerjaar 1 Blok 4 Onderzoeksvaardigheden & TGO buitenruimte

Buitenspeelruimten

Nick Werring

2011

51

Voorwoord

Wij hebben dit onderzoeksplan geschreven in het kader van het onderzoek dat wij gaan verrichten naar verschillende buitenspeelruimten. Het onderzoek zal gecoördineerd en uitgevoerd worden door Luc van der Eijk en Nick Werring, studenten Sportmanagement aan de Haagse Hogeschool te Den Haag. De uitslag van het onderzoek zal bruikbaar zijn voor de gemeente Delft en de gemeente Den Haag. Het onderzoek zou niet mogelijk zijn zonder de coaching van mevrouw C.G. Kloek en mevrouw R.M. Helden. Onze dank hiervoor.

Buitenspeelruimten

Nick Werring

2011

52

Buitenspeelruimten

Nick Werring

2011

53

1.0 Probleemanalyse

Het is een feit dat de Nederlandse jeugd steeds meer lijdt aan bewegingsarmoede, dit wordt onder andere gesignaleerd door verschillende gemeenten. Dit is de reden waarom gemeenten vaak het initiatief nemen om buitenspeelruimten te realiseren. Het is echter wel de vraag of deze buitenspeelruimten daadwerkelijk kinderen stimuleren tot bewegen en bijdragen aan integratie en socialisatie. De ruimte is schaars en de beschikbare ruimte moet optimaal benut worden daarom wil de gemeente vaststellen wat de ideale buitenspeelruimte is voor jong en oud. De beleidsmedewerkers bij alle gemeenten, maar vooral van grote steden met krachtwijken, willen graag dat er een onderzoek gehouden gaat worden naar de ideale buitenspeelruimte. Daarnaast moet er bekeken worden wat deze speelplek tot een succes maakt voor zowel jong als oud. Mogelijke criteria hierbij zijn dat de buitenspeelruimte schoon, veilig en bereikbaar moet zijn. In april 2006 kwam het ministerie van VROM met nieuwe richtlijnen aangaande de hoeveelheid buitenspeelruimte in Nederland. Zij willen dat minimaal 3% van de ruimte die bestemd is voor wonen, gebruikt wordt om buitenspeelruimten neer te zetten. Deze norm is vastgesteld om kinderen meer aan het bewegen te krijgen, wat belangrijk is voor de gezondheid. Ook kunnen buitenspeelruimtes andere functies hebben, zoals integratie en socialisatie. Het ministerie wil daarnaast dat er genoeg aandacht is voor kwaliteit en bereikbaarheid.

Buitenspeelruimten

Nick Werring

2011

54

2.0 Doelstellingen

Dit onderzoek wordt gerealiseerd om inzicht te krijgen in de verschillende functies die een buiten(speel)ruimte heeft. Daarnaast wordt er geanalyseerd welk beleid de gemeente Delft en de gemeente Den Haag voert betreffende deze buiten(speel)plekken. Verder dient er inzicht verkregen te worden in de demografische kenmerken van de buurt/wijk waar de buiten(speel)ruimte zich bevindt. Het laatste doel dat er gesteld is heeft betrekking op de functie gezondheid. Er dient vastgesteld te worden op welke manier de betreffende buiten(speel)ruimte bijdraagt aan de gezondheid van de kinderen. Deze vraag gaat mede beantwoordt worden door het observatieonderzoek dat er verricht gaat worden bij de verschillende buiten(speel)ruimten.

Doelstellingen 1. Inzicht krijgen in de functies van de verschillende buitenspeelruimten 1a. Inzicht krijgen in het beleid dat de betreffende gemeente voert betreffende de buiten(speel)ruimte. 1b.Inzicht krijgen in de demografische kenmerken van de buurt/wijk waar de buiten(speel)ruimte zich bevindt. 1c. Inzicht krijgen in de manier waarop de betreffende buiten(speel)ruimte bijdraagt aan de gezondheid van kinderen.

Buitenspeelruimten

Nick Werring

2011

55

3.0 Hoofd- en deelvragen

Hoofdvraag: Welke functies hebben de verschillende buiten(speel)ruimten? Deelvragen: 1. Welk beleid hanteren de gemeenten waarin de verschillende buitenspeelruimten zich bevinden voor speelplekken? 2. Wat zijn de demografische kenmerken van de buurt/wijk waarin de verschillende buitenspeelruimten zich bevinden? 3. Op welke manier draagt deze buitenspeelruimte zichtbaar bij aan de gezondheid van kinderen?

Buitenspeelruimten

Nick Werring

2011

56

4.0 Onderzoeksontwerp Dit onderzoeksontwerp zal inzicht geven in welke buitenspeelruimten er geanalyseerd gaan worden. Daarnaast zal er een duidelijke afbakening gemaakt worden van de gebruikte begrippen. Verder zullen de onderzoekeenheden per deelvraag vastgesteld worden. Dit onderzoeksontwerp bestaat uit een algemeen gedeelte, een observatiedeel en de deskresearch. Bij het bezoeken van de buitenspeelruimten gaat er een steekproef plaatvinden van de totale populatie. Hierbij zullen er bepaalde variabelen, hieronder genoemd, geanalyseerd worden van de eenheden (de kinderen) die binnen de steekproef vallen. De meting zal plaatvinden op basis van een observatielijst. Aan de vastgestelde variabelen zal een bepaalde score worden toegekend. Binnen dit onderzoek zullen er uitspraken gedaan worden over de functie(s) van ondergenoemde buitenspeelruimten. Daarnaast kunnen er uitspraken over het gemeentelijk beleid ten opzichte van buiten(speel)ruimten verwacht worden. Ook vindt er een analyse plaats over de gezondheidsfunctie van buiten(speel)ruimtes. Als laatste zal er gekeken worden naar de demografische factoren van de directe omgeving van verschillende buiten(speel)ruimtes. Begripsafbakening: De volgende begrippen dienen afgebakend te worden: Buitenspeelruimte: Een ruimte buiten met attributen die gemaakt is voor het spelen van kinderen. Demografische kenmerken: Alle zaken die te maken hebben met de opbouw en samenstelling van de bevolking. Bijvoorbeeld leeftijd, geslacht en gezinssamenstelling (demografische kenmerken, z.d.) Gezondheid Toestand van optimaal welzijn in geestelijk, lichamelijk en maatschappelijk opzicht; Toestand van een individu of van een gemeenschap die vrij is van ziekmakende constituties, tentoongespreid in een redelijke bestandheid tegen ziekte en levend in een gezond milieu (betekenis gezondheid, z.d.) Onderzoekeenheden per deelvraag Deelvraag 1 Voor het beantwoorden van deze deelvraag wordt er gebruik gemaakt van de volgende eenheden: - (Beleidsplan sport) gemeente Delft - (Beleidsplan sport) gemeente Den Haag - Sportagenda gemeente Delft - Sportagenda gemeente Den haag

Buitenspeelruimten

Nick Werring

2011

57

Deelvraag 2 Voor het beantwoorden van deze deelvraag wordt er gebruik gemaakt van de volgende eenheden: - Bevolkingsopbouw gemeente Delft - Bevolkingsopbouw gemeente Den Haag Deelvraag 3 Voor het beantwoorden van deze deelvraag wordt er gebruik gemaakt van de volgende eenheden: - Observatielijst Observatie Dit onderzoek gaat plaatsvinden op basis van de volgende buitenspeelruimten: - Wijkpark Transvaal te Den Haag - Speel tuinvereniging Westerhonk te Delft - Krajicek Playground: Brasserskade te Delft - VINEX locatie „Wateringse Veld‟ te Den Haag Door middel van observatie zal deelvraag 3 beantwoord worden. De volgende observatie categorieën (variabelen) zullen geanalyseerd worden binnen de observatielijst:       Intensiteit Snelheid van handelen Soort beweging Duur beweging Coördinatie, moeilijkheidsgraad Mate van samenwerking

Hiernaast zal er ook een observatie m.b.t. de situatie en de personen plaatsvinden: Observatie m.b.t. de situatie  De inrichtingskenmerken van de omgeving  Opvallende objecten  Temperatuur  Kleuren omgeving  Geluiden  Weerkenmerken Observatie m.b.t. personen  Aantal mensen  Doel van aanwezigheid  Indruk die de actoren maken  Kleding actoren

Buitenspeelruimten

Nick Werring

2011

58

Deskresearch Er zal naast observatieonderzoek ook deskresearch plaats vinden. Dit is secondair onderzoek. Met deze informatie zullen deelvragen 1 en 2 beantwoord worden. De informatie die er gebruikt wordt zal vooral te vinden zijn op de open web. De informatiebron zal grijs zijn, denk hierbij aan beleidsstukken van de gemeente. Het onderzoek zal kwalitatief zijn.

Buitenspeelruimten

Nick Werring

2011

59

5.0 Tijdspad

De het volgende tijdspad is overeengekomen:

Datum
11 mei 18 mei 23 mei 1 juni 7 juni 8 juni 09- 12 juni 13 juni 14 juni

Tijd
Voor 17:00 12:00 – 15:00 15:00 – 18:00 13:00 – 15:00 13:00 – 15:00

Activiteit
Onderzoeksrapport inleveren Bezoeken Westerhonk (Delft) Bezoeken Transvaal (Den Haag) Bezoeken Wateringse Veld (Den Haag) Bezoeken Krajicek Playground (Delft) Samen werken aan het onderzoeksrapport Individueel werken aan onderzoeksrapport Samen werken aan het onderzoeksrapport Inleveren van het onderzoeksrapport

Voor 17:00

Deskresearch Onderzoeksplan Veldonderzoek Werken aan onderzoeksrapport Inleveren van de rapportage Week 18 Week 19 Week 20 Week 21 Week 22 Week 23 Week 24

Buitenspeelruimten

Nick Werring

2011

60

Literatuurlijst

Demografische kenmerken (z.d.). Verkregen op 10 mei 2011, via http://www.encyclo.nl/begrip/demografische%20kenmerken

Betekenis gezondheid (z.d.). Verkregen op 20 mei 2011, via http://www.encyclo.nl/begrip/gezondheid

Buitenspeelruimten

Nick Werring

2011

61

Bijlage IV

Fotoverslag
Transvaal, Den Haag

Buitenspeelruimten

Nick Werring

2011

62

Wateringse Veld, Den Haag

Buitenspeelruimten

Nick Werring

2011

63

Krajicek Playground, Delft

Buitenspeelruimten

Nick Werring

2011

64

Speel tuinvereniging westerhonk, Delft

Buitenspeelruimten

Nick Werring

2011

65

Similar Documents