Free Essay

Social Media and Politics

In:

Submitted By harry1986
Words 11604
Pages 47
Bacheloropdracht Bestuurskunde

Wie regeren het social media landschap?
Een onderzoek naar de rol van social media bij de informatievoorziening van én naar de diverse politieke partijen en politici in Nederland.

Auteur: Jeroen Wichers Studentnr: s0121568 Studie: Bestuurskunde Juni 2012 Begeleider: Prof . Dr. C.W.A.M. Aarts Meelezer: Mw. Dr. A. Dassen

1

SAMENVATTING
De doelstelling van dit onderzoek was het analyseren van de rol van social media bij de informatievoorziening van én naar de diverse politieke partijen en partijleiders in Nederland in december 2011. Een longitudinaal onderzoek gedurende vier weken, waarin alle berichten, blogs en tweets van politieke partijen en politici op Facebook, Hyves en Twitter (en LinkedIn) werden geanalyseerd en gedocumenteerd, was hier de opmaat naar. Daarnaast werd het online publiek in kaart gebracht, gemeten op diverse momenten, zodat tevens de dynamiek van dit publiek kon worden geanalyseerd. De eerste afbakening van het onderzoek, met betrekking tot de schifting in de betrokken social media netwerken, is gebaseerd op de grootte ervan; het betreft de grootste vier netwerken die Nederland kent. Het onderzoeken van de rol van social media werd vertaald naar vier centrale constructen, elk vertegenwoordigd in een deelvraag: bereik, intensiteit, interactie en thema. Het onderzoeken op welke wijze en hoe intensief social media gebruikt worden door de diverse actoren in het vaderlandse politieke landschap was één van de (sub-)doelstellingen van dit onderzoek. Daarnaast dienden een analyse van de interactiviteit in de berichtgeving tussen politieke partijen/partijleiders en de online community, en een inhoudsanalyse van de thema’s van deze berichtgeving de rol van social media in de Nederlandse politiek bloot te leggen. De vier deelvragen samen, gebaseerd op de centrale constructen, vormden de basis van het antwoord op de hoofdvraag. Het antwoord op de hoofdvraag lag zodoende ‘verscholen’ in de deelvragen. Onderstaande alinea’s bevatten de belangrijkste conclusies met betrekking tot de vier constructen/deelvragen.

Bereik Politieke partijen en partijleiders hadden in december 2011 op Twitter met meer dan 547.000 followers verreweg het grootste bereik, voor Facebook (ruim 58.000 friends), Hyves (ruim 52.000 vrienden) en LinkedIn (ruim 17.000 connections). Geert Wilders (PVV) had met 132.667 followers (Wilders was enkel op Twitter actie) het grootste bereik op social media, terwijl de VVD met een totaal bereik van 39.618 de partij met het grootste bereik was.

Intensiteit In totaal werden 2632 berichten, blogs en tweets geplaatst door de diverse politieke partijen en partijleiders in december 2011, waarvan 1776 tweets, 614 Facebook-berichten en 242 blogs op Hyves. Twitter was hiermee veruit de meest gebruikte vorm van social media. Marianne Thieme (PvdD) was met 544 tweets en Facebookberichten (waarvan 272 uniek; Thieme heeft haar Facebook- en Twitterprofielen gekoppeld) de meest actieve politicus op social media. Op partijniveau was GroenLinks het meest actief met 318 berichten, blogs en tweets in december 2011.

Interactie Het construct interactie is behandeld vanuit zowel de zijde van de partijen en partijleiders (in de vorm van het aantal tweets rechtstreeks gericht aan één of meerdere volgers), als de zijde van het online publiek (in de vorm van het aantal mentions, oftewel het aantal tweets waarin de partijen en partijleiders rechtstreeks

2

aangesproken werden door één van de volgers). In december 2011 werden in totaal 443 van de 1776 (25%) tweets rechtstreeks gericht aan followers, en waren daarmee te bestempelen als ‘interactieve tweets’. Arie Slob (ChristenUnie) heeft met 123 tweets het meest rechtstreeks gecommuniceerd met één of meerdere volgers. Opvallend was het feit dat politieke partijen niet of nauwelijks rechtstreeks communiceerden met hun online publiek. De politieke partijen en partijleiders werden in totaal 17.370 keer ‘genoemd’ door middel van mentions in tweets van het online publiek. PVV-partijleider Geert Wilders werd 3087 keer in een mention genoemd, en was hiermee veruit de meest aangesproken politicus.

Thema Met betrekking tot het construct thema waren de bevindingen divers. Er werd in december 2011 een groot aantal berichten, blogs en tweets geplaatst betreffende het thema ‘Natuur, milieu, duurzaamheid’, maar dit grote aantal was volledig toe te schrijven aan het op handen zijnde milieuakkoord dat de actualiteit overheerste. Verder was de berichtgeving bijzonder divers getuige het feit dat (buiten de categorie ‘Natuur, milieu, duurzaamheid’) geen enkel thema ruim boven honderd berichten, blogs en tweets heeft ‘behaald’.

3

VOORWOORD
Voor U ligt het resultaat van een ruim twintig weken durend onderzoek naar de rol van social media bij de informatievoorziening van én naar de diverse politieke partijen en politici die het Nederlandse politieke landschap herbergt. Het onderzoek is uitgevoerd in de periode december 2011 tot met juni 2012. Met de presentatie van deze scriptie zal ik de Bachelorfase van de studie Bestuurskunde afsluiten. Het is de eerste keer dat ik een onderzoek in deze uitgebreide vorm verricht. Een van de belangrijkste lessen die ik gedurende het schrijven van dit onderzoek heb geleerd is het feit dat het hanteren van een strakke tijdsplanning heel vaak om moeilijkheden vraagt. Vooral het transformeren van de ruwe data naar bruikbare gegevens vergde veel tijd. Ervan uitgaande dat dergelijke problemen horen bij een leerproces, neem ik deze ervaring mee naar toekomstige onderzoeken. Desalniettemin heb ik met veel plezier aan het onderzoek gewerkt en ben ik trots op het eindresultaat. Ik wil een speciaal dankwoord richten aan mijn begeleider van de Universiteit Twente tijdens het gehele proces, Prof. Dr. C.W.A.M. Aarts. Vanaf de start van het onderzoek, in de vorm van een brainstorm naar de mogelijkheden voor een onderzoek in dit vakgebied, tot aan de afwerking ervan, heb ik altijd bij Dhr. Aarts terecht gekund. Ik ben hem daar dan ook zeer erkentelijk voor. Daarnaast wil ik mw. Dr. A. Dassen hartelijk bedanken voor het vertolken van de rol van meelezer. Tot slot wil ik een ieder bedanken die op mij op enige wijze heeft bijgestaan bij het uitvoeren van dit onderzoek. Hopende dat U het met plezier leest, Jeroen Wichers Bathmen, juni 2012

4

INHOUDSOPGAVE

Voorwoord 1 1.1 1.2 1.3 1.4 Inleiding Opzet Constructen Werkwijze Doel- en vraagstelling

4 6 6 6 6 7

2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5

Het social media landschap Social media netwerken Hyves en Facebook Twitter LinkedIn Politiek social media onderzoek/operationalisering

8 8 8 9 10 10

3 3.1 3.2 3.3 3.4

Politiek op social media Bereik Intensiteit Interactie Thema

13 13 17 20 23

4

Conclusie

27

Referenties

29

Bijlage 1: ‘Het politieke landschap’

31

5

1. INLEIDING

1.1 Opzet
Social media nemen in de huidige samenleving in toenemende mate de rol van informatieplatform over van de traditionele (oude) media (Nielsen, 2011). Volgens Nielsen (2011) groeit de tijd die aan online sociale netwerken wordt besteed nog immer, met een afname van het gebruik van traditionele media voor het vergaren van informatie als gevolg. Politieke partijen en politici in Nederland volgen deze trend, zo blijkt uit een rondgang langs de grootste social media netwerken. Dit onderzoek tracht, binnen haar afbakening, het gehele ‘politieke social media landschap’ anno december 2011 in kaart te brengen. Die afbakening heeft betrekking op de tien grootste politieke partijen en hun partijleiders die het Nederlandse politieke landschap rijk is, en de focus op de vier grootste social media kanalen van Nederland. De keuze voor deze netwerken wordt in paragraaf 2.1 gelegitimeerd. Een uiteenzetting van het Nederlandse politieke landschap is te vinden in Bijlage 1 ‘Het politieke landschap’. Het onderzoek zal opgebouwd worden rondom vier centrale constructen, te weten: bereik, intensiteit, interactie en thema. In de volgende paragraaf worden deze constructen reeds aangereikt.

1.2 Constructen
Het onderzoek is zoals gezegd opgebouwd aan de hand van vier centrale constructen: bereik, intensiteit, interactie en thema. Het construct bereik heeft betrekking op het aantal vrienden, friends, followers en connections dat de diverse partijen en partijleiders hebben en het verloop hiervan gedurende het onderzoek. Zo ontstaat er een overzicht van de partijen en partijleiders met de grootste online community in december 2011. Het construct intensiteit heeft betrekking op het aantal blogs, berichten, tweets en updates van de partijen en partijleiders gedurende de vierweekse analyse. Hieruit moet blijken welke partijen en politici het meest actief waren op de diverse netwerken. Het construct interactie moet een beeld gegeven over in hoeverre er sprake was van interactiviteit in de informatievoorziening, of dat de berichtgeving enkel van een eenzijdig karakter is. Tot slot heeft het construct thema betrekking op de inhoud van de berichtgeving. Aan de hand van dit construct ontstaat een overzicht van de meest besproken onderwerpen op de diverse social media netwerken. De vier constructen vormen de basis van de deelvragen beschreven in de volgende paragraaf. Tezamen dienen deze deelvragen antwoord te geven op de hoofdvraag. In paragraaf 2.5 (‘Politiek social media onderzoek/operationalisering’) worden deze constructen geoperationaliseerd. Hoofdstuk 3, dat het inhoudelijke onderzoek representeert, is opgedeeld in vier paragrafen, elk refererend aan een construct en daarmee elk een deelvraag vertegenwoordigend.

1.3 Werkwijze
Het inhoudelijke (data-)onderzoek is uitgevoerd in december 2011. Gedurende vier weken zijn alle berichten, blogs en tweets geanalyseerd en gedocumenteerd. Dit heeft geresulteerd in een uitgebreide dataset (>2600), dat de basis vormt voor het onderzoek. Hiervoor is gebruik gemaakt van zowel Microsoft Excel als SPSS. Deze

6

programma’s hebben bewezen zich uitstekend te lenen voor het verwerken en beheren van grote hoeveelheden data. De grafische verwerking van de resultaten is gedaan met behulp van het programma Stata, dat grafisch gezien de meeste mogelijkheden biedt. Daar het onderzoek een beschrijvend (exploratief) karakter heeft, is een uitgebreid onderzoeksdesign niet vereist. De operationalisering van de constructen is de basis van het onderzoeksdesign, en is zoals gezegd te vinden in paragraaf 2.5 (‘Politiek social media onderzoek/operationalisering’). Getracht is, mede door het gebruik van de grafische weergave van de bevindingen, de toegankelijkheid van het onderzoek zo groot mogelijk te maken.

1.4 Doel- en vraagstelling
De doelstelling van dit onderzoek is van een beschrijvend karakter. Het algehele doel is het analyseren van de rol van social media bij de informatievoorziening van én naar de diverse politieke partijen en partijleiders in Nederland in december 2011. Meer specifiek wordt dit vertaald naar de vier genoemde centrale constructen: bereik, intensiteit, interactie en thema. Het onderzoeken op welke wijze en hoe intensief social media gebruikt worden door de diverse actoren in het vaderlandse politieke landschap is één van de (sub-)doelstellingen van dit onderzoek. Daarnaast dienen een analyse van de interactiviteit in de berichtgeving tussen politieke partijen en politici en de online community, en een inhoudsanalyse naar de onderwerpen/thema’s van deze berichtgeving de rol van social media in de vaderlandse politiek bloot te leggen. Deze doelstellingen zijn vertaald in een hoofdvraag, en worden ondersteund door vier deelvragen. Deze deelvragen vertegenwoordigen telkens één van de constructen, die de basis vormen voor de deelvragen. De hoofdvraag is van een abstract karakter. Het is dan ook niet mogelijk om een eenduidig omvattend antwoord te geven. De vier deelvragen samen vormen het antwoord op de hoofdvraag.

Hoofdvraag: “Welke rol speelden social media anno december 2011 bij de informatievoorziening van én naar de diverse politieke partijen en partijleiders in Nederland?”

Deelvragen: 1 “Hoe groot was het bereik van de diverse politieke partijen en partijleiders op social media anno december 2011?” 2 “Hoe intensief maakten de diverse politieke partijen en partijleiders gebruik van social media in december 2011? 3 “In hoeverre was er in december 2011 sprake van interactie tussen de diverse politieke partijen en partijleiders en het publiek op social media?” 4 “Wat waren in december 2011 de meest besproken thema’s door de diverse politieke partijen en partijleiders op social media?”

7

2. HET SOCIAL MEDIA LANDSCHAP

2.1 Social media netwerken
Het begrip social media is volgens Wikipedia (2011) een “verzamelbegrip voor online platformen waar de gebruikers, zonder of met minimale tussenkomst van een professionele redactie, de inhoud verzorgen. Er is sprake van interactie en dialoog tussen de gebruikers onderling”. De meest bekende auteurs op dit gebied zijn Andreas Kaplan en Michael Haenlein. Hun definitie is de basis van de meeste (hedendaagse) wetenschappelijke literatuur omtrent social media. Om die reden zal de definitie van Kaplan en Haenlein dan ook leidend zijn in dit onderzoek. Volgens Kaplan en Haenlein (2010) zijn social media “een groep internetapplicaties die gebruikmaken van de technologie van Web 2.0 en de creatieve uitwisseling van User Generated Content”. Hieruit is op te maken dat social media altijd een technologische en een creatieve basis hebben. Met Web 2.0 bedoelen Kaplan en Haenlein (2010) “applicaties die door gebruikers via internet samen worden gemaakt en aangepast”. Dit is de technologische basis voor social media. Met User Generated Content bedoelen Kaplan en Haenlein (2010) “de verschillende vormen van content die door gebruikers zelf zijn vervaardigd en op internet worden aangeboden”. Hiermee wordt de creatieve basis van social media bedoeld. Het is niet duidelijk wie de term social media voor het eerst gebruikt heeft. Wel is er consensus over het feit dat de website SixDegrees.com (1997) bestempeld kan worden als het eerste social network (Boyd & Ellison, 2007). Social media netwerken worden opgedeeld in vier categorieën: “social networks(-ites), media sharing networks, micro-blog networks en social bookmarking networks” (Extanz, 2009). Een en ander zal, indien van toepassing, bij de desbetreffende netwerken in de volgende paragrafen uitgebreid worden toegelicht. Het gerenommeerde onderzoeksbureau comScore doet onderzoek naar het gebruik van social media wereldwijd. Nederland kent met 85,6% van haar burgers online een van de grootste internetpenetraties van de wereld (Internetworldstats, 2009). Ditzelfde geldt voor de penetratie van sociale netwerken. Onderzoek van comScore wijst uit dat Nederland zelfs het grootste bereik van de wereld kent op een aantal van deze netwerken. Volgens de Media Metrix van comScore (2011) bezochten in Maart 2011 bijna 11.5 miljoen unieke bezoekers een of meerdere sociale netwerken. Het Nederlandse social media landschap wordt gedomineerd door vijf grote netwerken, te weten: Hyves, Facebook, Twitter, LinkedIn en YouTube (Comscore, 2011). Dit onderzoek beperkt zich echter tot de eerste vier netwerken, vanwege het feit dat politieke partijen en politici ten tijde van het onderzoek nauwelijks gebruik maakten van YouTube. De inhoud op dit ‘media sharing network’ was gedateerd en lijkt zich te concentreren rondom verkiezingstijd. In de volgende paragrafen is een beknopte uiteenzetting te vinden van de netwerken die centraal staan in dit onderzoek.

2.2 Hyves en Facebook
Hyves en Facebook zijn vormen van social netwerksites. Het zijn in hoofdzaak identieke netwerken, met elk een aantal specifieke kenmerken. Een social netwerksite is “een website die gebruikers een profiel laat aanmaken, dat ze vervolgens kunnen koppelen aan de profielen van anderen binnen hun sociaal netwerk” (Wikipedia, 2011). Een sociaal netwerk is niets anders dan een groep personen die elkaar kennen of organisaties die

8

samenwerken. De huidige technologie maakt het mogelijk om een dergelijk netwerk op een ongekende schaal (digitaal) op te bouwen (Frankwatching, 2009). Volgens Common Craft (2009) spelen social netwerksites hierin een belangrijke rol: “a social networking site helps you see connections that are hidden in the real world”. Op social netwerksites delen gebruikers hun persoonlijke interesses met elkaar, waardoor een interactieve virtuele leefomgeving ontstaat. Hyves is een Nederlands ontwerp, terwijl Facebook oorspronkelijk op en voor Harvard, Massachusetts is ontworpen. Beide netwerken zagen in 2004 het levenslicht. Hyves richt zich voornamelijk op de Nederlandse markt met ruim elf miljoen unieke accounts, terwijl Facebook met meer dan achthonderd miljoen actieve gebruikers in september 2011 de mondiale markt overheerst. In Nederland hebben ruim vijf miljoen mensen een Facebook-account. Onderzoek van Park et al. (2009) onder ruim 1700 gebruikers van social netwerksites heeft geleid tot de formulering van vier primaire motieven voor het gebruik ervan: interactie, entertainment, status en informatie.

Samenvatting netwerk Naam: Hyves Type: Sociaal netwerksite Opgericht: 2004 Gebruikers: Nederland: 11 miljoen. Wereldwijd: n.v.t. Oriëntatie: Particuliere (en zakelijke) markt

(Bron: hyves.nl)

Samenvatting netwerk Naam: Facebook Type: Sociaal netwerksite Opgericht: 2004 Gebruikers: Nederland: 5 miljoen. Wereldwijd: 800 miljoen Oriëntatie: Particuliere en zakelijke markt

(Bron: facebook.com)

2.3 Twitter
Twitter is opgericht in 2006 en is een vorm van microblogging. Microblogging is volgens Wikipedia (2011) een “vorm van internetdienst die gebruikers in staat stelt korte tekst- of multimediafragmenten op het internet te publiceren”. De term is afgeleid van het oorspronkelijke ‘bloggen’: het bijhouden van een zogenaamde weblog door een auteur (de ‘blogger’) die zijn persoonlijke informatie wil delen met zijn bezoekers. Microblogging omvat hetzelfde principe, alleen zijn in het geval van microbloggingdiensten de fragmenten veel korter. Twitter is met meer dan honderd miljoen gebruikers wereldwijd (september 2011), en ongeveer één miljoen actieve gebruikers in Nederland (augustus 2011) veruit de populairste microbloggingdienst (Wikipedia, 2011). Op Twitter kunnen gebruikers in maximaal 140 tekens aangeven wat zij op een bepaald moment doen/wat zij van plan zijn/wat hen bezighoudt et cetera. Dergelijke berichten worden ook wel ‘tweets’ genoemd. Veel mensen gebruiken Twitter ook om links te delen, aankondigingen te doen, vragen te stellen of te discussiëren (Wikipedia, 2011). Gebruikers kunnen zich abonneren op tweets van andere gebruikers (‘following’) en kunnen onderling op tweets reageren, waardoor een levendig, realtime platform van berichtenuitwisselingen ontstaat. Zhao en Rosson (2009) onderscheiden drie motieven voor het gebruik van microblogging. Ten eerst zien gebruikers microblogging als een “snelle en makkelijke manier om interessante en leuke dingen uit het

9

dagelijks leven te delen; het stelt gebruikers in staat in contact te blijven met vrienden en collega’s, in het bijzonder met die van buiten zijn/haar levenscycli” (Zhao & Rosson, 2009). Daarnaast staat microblogging gebruikers in staat deze informatie realtime te delen. Tot slot is microblogging een handige manier om “interessante en nuttige informatie voor werk en andere persoonlijke interesses te vergaren” (Zhao & Rosson, 2009).

Samenvatting netwerk Naam: Twitter Type: Microblogging site Opgericht: 2006 Gebruikers: Nederland: 1 miljoen. Wereldwijd: 100 miljoen Oriëntatie: Particuliere en zakelijke markt

(Bron: twitter.com)

2.4 LinkedIn
Het in 2003 opgerichte LinkedIn is een vorm van sociaal netwerksite, dat op de zakelijke markt is georiënteerd. In augustus 2011 kende het wereldwijd meer dan honderdtwintig miljoen geregistreerde gebruikers. Volgens Wikipedia (2011) is “het belangrijkste doel van de website geregistreerden gebruik te laten maken van elkaars (zakelijke) netwerk, wat gebeurt door contacten (‘connections’) te leggen met anderen die je vertrouwt”. LinkedIn wordt zodoende vooral gebruikt door professionals. Een profiel is als het ware een Curriculum Vitae. Het unieke aan LinkedIn in vergelijking tot andere sociaal netwerksites, is het feit dat gebruikers toegang hebben tot de relaties van connecties, zogenaamde second-degree connections en zelfs third-degree connections. Zo wordt in relatief korte tijd een wereldwijd netwerk van vele connecties opgebouwd (Ondernemersupport, 2011). LinkedIn onderscheidt zich in het feit dat de professionele kant van gebruikers centraal staat, in tegenstelling tot Hyves en Facebook waar de nadruk op de persoonlijke kant van gebruikers ligt.

Samenvatting netwerk Naam: LinkedIn Type: Sociaal netwerksite Opgericht: 2003 Gebruikers: Nederland: 2,6 miljoen. Wereldwijd: 120 miljoen Oriëntatie: Zakelijke markt

(Bron: linkedin.com)

2.5 Politiek social media onderzoek/operationalisering
Niet alle social media netwerken zijn even geschikt voor gebruik door politieke partijen en partijleiders. Zoals in de vorige paragrafen reeds aan bod is gekomen, heeft elk netwerk een aantal specifieke kenmerken. Dit heeft tot gevolg dat het ene netwerk meer geschikt is voor politiek gebruik, en het andere juist minder. Daarnaast lenen niet alle netwerken zich voor vergelijkend onderzoek. Tot slot worden sommige netwerken (nog) slechts mondjesmaat gebruikt door de politieke partijen en politici. Deze ‘gebreken’ leiden ertoe dat er geselecteerd dient te worden onder welke data geschikt zijn voor de gehanteerde vorm van onderzoek. Tabel 2.5.1 op de volgende pagina bevat deze ‘geschiktheidsanalyse’ met een overzicht van de criteria op basis waarvan de selectie plaatsvindt.

10

Criterium Aanwezigheid partijen: Aanwezigheid partijleiders: Type social media netwerk: Intensiteit gebruik: Uniciteit gebruik: ** Openbaarheid partijen: *** Openbaarheid partijleiders: ***
* **

Hyves 9/10 7/10 Persoonlijk Gemiddeld Laag Hoog Laag

Facebook 8/10 4/10 Persoonlijk Gemiddeld Laag Hoog Hoog

Twitter 9/10 10/10 Persoonlijk Hoog Hoog Hoog Hoog

LinkedIn 10/10 N.v.t. * Professioneel Laag Hoog Laag Laag

LinkedIn wordt vanwege het professionele karakter alleen op partijniveau meegenomen in het onderzoek. In de praktijk blijkt dat partijen en politici vaak dezelfde berichten plaatsen op de verschillende netwerken. Het betreft de openbaarheid (zichtbaarheid) van de profielen/accounts van partijen en politici. Tabel 2.5.1

***

Aan de hand van bovenstaande analyse worden de vier centrale constructen (bereik, intensiteit, interactie en thema) geoperationaliseerd en als variabelen meegenomen in het onderzoek. De keuze voor deze indicatoren is gebaseerd op alle criteria uit de geschiktheidsanalyse. Ter illustratie: de geringe openbaarheid van de Hyvesprofielen van de partijleiders leidt er toe dat een inhoudsanalyse van de blogs enkel op partijniveau mogelijk is, en leidt het professionele karakter van LinkedIn ertoe dat deze vorm van social media netwerk alleen op partijniveau wordt meegenomen. Alle criteria afgewogen, bevat onderstaande tabel (Tabel 2.5.2) de operationalisering van de centrale constructen. Aan de hand van deze operationalisering zijn de gegevens verzameld is de dataset opgebouwd.

Netwerk Hyves:

Facebook:

Twitter:

LinkedIn:

Partijen Aantal vrienden (bereik), aantal blogs (intensiteit), thema’s blogs (thema) Aantal friends (bereik), aantal berichten (intensiteit), thema’s berichten (thema) Aantal followers (bereik),aantal tweets (intensiteit), thema’s tweets (thema), aantal tweets naar follower(s) (interactie), aantal mentions (interactie) Aantal connections (bereik)
Tabel 2.5.2

Partijleiders Aantal vrienden (bereik)

Aantal friends (bereik), aantal berichten (intensiteit), thema’s berichten (thema) Aantal followers (bereik), aantal tweets (intensiteit), thema’s tweets (thema), aantal tweets naar follower(s) (interactie), aantal mentions (interactie) -

Tot slot dienen nog een aantal opmerkingen te worden gemaakt met betrekking tot een tweetal partijleiders die centraal staan in het onderzoek. Ten tijde van het onderzoek was Job Cohen nog partijleider van de Partij van de Arbeid. Cohen legde op 20 februari 2012 zijn taken als partijleider neer omdat hij vond dat hij er onvoldoende in was geslaagd om “de weg naar de fatsoenlijke samenleving in Den Haag aan het licht te brengen” (Willems, 2012). Echter, gezien het feit dat dit onderzoek zich richt op de situatie in december 2011,

11

wordt Cohen nog ‘gewoon’ als partijleider van de Partij van de Arbeid beschouwd. Daarnaast is het zinvol om de lezer erop te wijzen dat Mark Rutte formeel gezien (ondanks zijn functie van minister-president) de partijleider van de VVD is. Door diezelfde functie als minister-president, mag Rutte niet meer op persoonlijke titel naar buiten treden. De dagelijkse leiding van de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie is dan ook in oktober 2010 overgenomen door fractievoorzitter Stef Blok. Om die reden is Stef Blok de vertegenwoordigende partijleider van de VVD in dit onderzoek.

(Bron: Volkskrant.nl)

12

3 POLITIEK OP SOCIAL MEDIA

3.1 Bereik
Het construct bereik heeft betrekking op de omvang van het online ‘publiek’ dat politieke partijen en partijleiders aan zich weten te binden. Doel van deze paragraaf is het in kaart brengen van de samenstelling van dit publiek in december 2011. Op diverse momenten gedurende de vierweekse onderzoeksperiode is een uitgebreide analyse gemaakt van het bereik van de diverse politieke partijen en hun partijleiders. De bevindingen van deze analyse worden grafisch weergegeven aan de hand van een viertal grafieken. Het eerste gedeelte van deze paragraaf richt zich op de omvang van het bereik in absolute aantallen, gemeten op 12 december 2011. Het tweede gedeelte van deze paragraaf bevat een analyse van het verloop in het bereik gedurende de onderzoeksperiode, oftewel de groei dan wel afname van het bereik van de diverse politieke partijen en partijleiders. Centraal in deze paragraaf staat onderstaande deelvraag.

Deelvraag 1: “Hoe groot was het bereik van de diverse politieke partijen en partijleiders op social media anno december 2011?”

De operationalisering van het construct is gebaseerd op de in hoofdstuk 2 uitgevoerde geschiktheidsanalyse. Onderstaande tabel geeft de indicatoren die in de analyse zijn gehanteerd en waaruit het construct bereik is opgebouwd.

Netwerk Hyves: Facebook: Twitter: LinkedIn:

Partijen Aantal vrienden Aantal friends Aantal followers Aantal connections

Partijleiders Aantal vrienden Aantal friends Aantal followers -

Op de volgende pagina worden de bevindingen grafisch weergegeven aan de hand van een tweetal grafieken (Figuren 3.1.1 en 3.1.2). Om een en ander overzichtelijk te houden is een schifting gemaakt tussen de tien partijen en partijleiders met het grootste online bereik, en de tien met het laagste bereik (zie de schaalindeling van de verticale as). De figuren geven de samenstelling van het online publiek van de partijen en partijleiders weer op 12 december 2011. Zoals uit de grafieken is af te lezen waren bijna alle partijen en partijleiders actief op één of meer vormen van social media. De Partij voor de Vrijheid en VVD-fractieleider Stef Blok waren de enige dissonanten die in de analyse naar voren kwamen. De PVV had enkel een LinkedIn-account met een (bijna) verwaarloosbaar aantal connections (±70), terwijl Blok alleen een Twitter-account had met een bijzonder klein aantal followers (±500).

13

0

5,000

10,000

15,000

20,000

25,000

0

50,000

100000

150000

VVD - Blok

VVD - partij

PvdA - partij

PvdA - Cohen

PVV - partij

PVV - Wilders

CDA - partij

CDA - Verhagen

Aantal vrienden/friends/followers/connections per partij/partijleider op 12 december 2011

Aantal vrienden/friends/followers/connections per partij/partijleider op 12 december 2011

Figuur 3.1.2
Hyves Twitter LinkedIn Facebook

Figuur 3.1.1

SP - partij

SP - Roemer

ChristenUnie - partij

D'66 - partij

ChristenUnie - Slob

D'66 - Pechtold

Hyves

Twitter

SGP -partij

GroenLinks - partij

SGP - Van Der Staaij

GroenLinks - Sap

LinkedIn

Facebook

PvdD - partij

PvdD - Thieme

14

De belangrijkste bevindingen uit de analyse worden in onderstaande opsomming gegeven. Politieke partijen en partijleiders hadden op Twitter met meer dan 547.000 followers verreweg het grootste bereik, voor Facebook (ruim 58.000 friends), Hyves (ruim 52.000 vrienden) en LinkedIn (ruim 17.000 connections). Geert Wilders (PVV) had met 132.667 personen het grootste bereik op social media. Opvallend is hierbij dat Wilders enkel op Twitter actief was. De VVD was met een totaal bereik van 39.618 de partij met het grootste bereik op social media. Partijleiders bereikten op social media een veel groter publiek dan partijen. In de eerste grafiek, de tien partijen/partijleiders met het grootste bereik, is dit af te lezen aan het feit dat liefst zeven van de tien partijleiders bij deze groep behoren. Acht van de tien partijen waren op alle vormen van social media actief, terwijl dit bij partijleiders slechts in drie gevallen zo was. Zij kozen veelal voor de focus op één netwerk (Twitter). De PvdA, CDA en SP bleven gezien de opname in de tweede groep, achter bij de verwachting die men zou mogen hebben gebaseerd op de grootte van de partijen (zie bijlage 1 ‘Het politieke landschap’). Het bereik dat Marianne Thieme van de PvdD wist te behalen is in dit licht ver boven verwachting.

Naast deze absolute analyse van het bereik op 12 december 2011, is het interessant om te kijken naar de dynamiek van het online publiek van de diverse politieke partijen en partijleiders. Deze dynamiek is vertaald naar het verloop in het aantal vrienden/friends/followers/connections gedurende de onderzoeksperiode. In de twee grafieken op de volgende pagina (Figuur 3.1.3 en Figuur 3.1.4) is dit verloop afgebeeld, met opnieuw de schifting tussen die tien partijen/partijleiders met het grootste bereik en de tien partijen/partijleiders met het kleinste online publiek (zie wederom de schaalindeling van de verticale as). Het betreft dus de aanwas (of het verlies) van dit online publiek gedurende de vierweekse onderzoeksperiode in december 2011.

15

-200

0

200

400

600

0

2,000

4,000

6,000

8,000

VVD - Blok

VVD - partij

PvdA - partij

PvdA - Cohen

PVV - partij

PVV - Wilders

CDA - partij

CDA - Verhagen

Verloop in vrienden/friends/followers/connections per partij/partijleider in december 2011

Verloop in vrienden/friends/followers/connections per partij/partijleider in december 2011
SP - Roemer

Figuur 3.1.4
Hyves Twitter LinkedIn Facebook

Figuur 3.1.3

SP - partij

ChristenUnie - partij

D'66 - partij

ChristenUnie - Slob

D'66 - Pechtold

Hyves

Twitter

SGP -partij

GroenLinks - partij

SGP - Van Der Staaij

GroenLinks - Sap

LinkedIn

Facebook

PvdD - partij

PvdD - Thieme

16

De belangrijkste bevindingen uit de analyse van het verloop worden in onderstaande opsomming gegeven. Het bereik van politieke partijen en partijleiders is met een groei van ruim 21.600 followers verreweg het meest gegroeid op Twitter, met op gepaste afstand Facebook (849 friends) en LinkedIn (207 connections). Opmerkelijk is het feit dat Hyves aan bereik verliest (-413 vrienden). PVV-leider Geert Wilders kent met 6751 nieuwe followers de grootste groei in bereik. Alexander Pechtold (D’66) is een goede tweede met ruim 4600 nieuwe followers. Op partijniveau heeft de VVD de grootste groei in het bereik met een bescheiden 730 nieuwe vrienden/friends/followers/connections. In deze paragraaf stond het construct bereik centraal. Het doel van deze paragraaf was het in kaart brengen van de samenstelling van het online publiek dat politieke partijen en partijleiders in december 2011 aan zich wisten te binden. De omvang van dit publiek in absolute aantallen, alsmede een analyse van de dynamiek van dit publiek, vormden hier de opmaat naar. De deelvraag die hierop is gesteld luidde: “Hoe groot was het bereik van de diverse politieke partijen en partijleiders op social media anno december 2011?”. Het formuleren van een eenduidige conclusie is min of meer onmogelijk. De diverse gerapporteerde bevindingen bij beide (deel)analyses vormen gezamenlijk het antwoord op de deelvraag. Zo hadden politieke partijen en partijleiders in december 2011 op Twitter met meer dan 547.000 followers verreweg het grootste bereik, voor Facebook (ruim 58.000 friends), Hyves (ruim 52.000 vrienden) en LinkedIn (ruim 17.000 connections), had Geert Wilders (PVV) met 132.667 friends, vrienden en followers het grootste bereik op social media, en was de VVD met een totaal bereik van 39.618 de partij met het grootste bereik.

3.2 Intensiteit
Bij het construct intensiteit staat de hoeveelheid berichtgeving van de politieke partijen en partijleiders op de diverse vormen van social media centraal. Gedurende de vierweekse onderzoeksperiode zijn alle blogs, berichten en tweets geanalyseerd en gedocumenteerd. Dit maakt het mogelijk uitspraken te doen over de activiteiten van de diverse partijen en partijleiders. Welke partij is het meest actief op social media, en welke juist het minst? De aantallen zijn uitgesplitst naar medium, zodat ook een overzicht kan worden gegeven van welke partij of welke partijleider welk medium en in welke mate hanteert. Doel van deze paragraaf is dan ook het in kaart brengen van de activiteiten van politieke partijen en partijleiders op de diverse social media in december 2011, zonder naar inhoud te kijken maar enkel in termen van intensiteit. Dit is uitgedrukt in onderstaande deelvraag.

Deelvraag 2: “Hoe intensief maakten de diverse politieke partijen en partijleiders gebruik van social media in december 2011?”

De operationalisering van het construct is gebaseerd op de in hoofdstuk 2 uitgevoerde geschiktheidsanalyse.

17

Onderstaande tabel geeft de indicatoren die in de analyse zijn gehanteerd en waaruit het construct intensiteit is opgebouwd.

Netwerk Hyves: Facebook: Twitter: LinkedIn:

Partijen Aantal blogs Aantal berichten Aantal tweets -

Partijleiders Aantal blogs Aantal berichten Aantal tweets -

De bevindingen van de analyse met betrekking tot het construct bereik zijn afgebeeld in onderstaande figuur (Figuur 3.2.1). Er dient te worden opgemerkt dat Marianne Thieme van de Partij voor de Dieren en SPpartijleider Emile Roemer hun Twitter- en Facebook profielen aan elkaar gekoppeld hebben, waardoor berichten op beide media onderling gekopieerd worden. Dit heeft tot voordeel dat beide social media intensief gebruikt (kunnen) worden door het plaatsen van een enkel bericht. Het nadeel hiervan is echter dat berichten op Twitter gelimiteerd zijn tot 140 tekens, waardoor slechts summiere berichten geplaatst kunnen worden. De intensiteit van het gebruik wordt echter wel verdubbeld door deze constatering. De aantallen berichten, blogs en tweets zijn uitgesplitst naar het medium waarop zij geplaatst werden.

Twitter
600

Facebook

Hyves

0

200

400

CDA - Verhagen

D'66 - Pechtold

GroenLinks - Sap

ChristenUnie - partij

ChristenUnie - Slob

GroenLinks - partij

Aantal berichten/blogs/tweets per partij/partijleider in december 2011

Figuur 3.2.1

SGP - Van Der Staaij

PvdD - Thieme

PvdA - Cohen

SP - Roemer

CDA - partij

D'66 - partij

SGP - partij

VVD - partij

PVV - Wilders

PvdD - partij

PvdA - partij

SP - partij

18

De belangrijkste bevindingen uit de analyse worden in onderstaande opsomming gegeven. In totaal werden 2632 berichten, blogs en tweets geplaatst in december 2011 door de politieke partijen en partijleiders, waarvan 1776 tweets, 614 Facebook-berichten en 242 blogs op Hyves. Twitter was hiermee veruit de meest gebruikte vorm van social media. Marianne Thieme (PvdD) was met 544 tweets en Facebook-berichten de meest actieve politicus op social media. Hierbij dient echter (nogmaals) nadrukkelijk te worden opgemerkt dat zij haar Twitteren Facebookprofielen aan elkaar gekoppeld heeft, waardoor berichten op beide media onderling gekopieerd worden. Zonder deze koppeling zou Thieme ‘slechts’ 272 (unieke) tweets/berichten hebben geplaatst. Zij zou hiermee Arie Slob (ChristenUnie), die 265 keer ‘tweette’, nipt voorblijven. Echter, GroenLinks zou in dit geval het meest actief zijn geweest op social media met 318 berichten, blogs en tweets in december 2011. De PVV en Stef Blok van de VVD zijn de enige partij en partijleider die op geen enkele wijze actief waren op de diverse vormen van social media in december 2011. Slechts vijf van de achttien partijen en partijleiders maakten gebruik van alle drie vormen van social media; het betreft telkens een partij. Een verklaring kan zijn dat partijleiders vanwege tijd(-gebrek) kiezen voor het gebruiken van één bepaald medium. Het koppelen van Facebook en Twitter zou hiervoor een oplossing zijn, maar gebeurt (slechts) door twee partijleiders. Hyves wordt slechts door vijf partijen en partijleiders nog actief gebruikt. Centraal in deze paragraaf stond het construct intensiteit. Doel van paragraaf was het in kaart brengen van de activiteiten van politieke partijen en partijleiders op de diverse social media in december 2011. Het betrof de hoeveelheid berichten, blogs en tweets die elke partij en partijleider plaatsten op één of meerdere vormen van social media. De deelvraag luidde: “Hoe intensief maakten de diverse politieke partijen en partijleiders gebruik van social media in december 2011?”. Hierop is geen eenduidig antwoord te formuleren. Wel zijn er een reeks uitspraken gedaan met betrekking tot deze vraag. Zo werden in december 2011 in totaal 2632 berichten, blogs en tweets geplaatst door de diverse politieke partijen en partijleiders, waarvan 1776 tweets, 614 Facebookberichten en 242 blogs op Hyves. Twitter was hiermee veruit de meest gebruikte vorm van social media. Marianne Thieme (PvdD) was met 544 tweets en Facebook-berichten (waarvan 272 uniek) de meest actieve politicus op social media. Tot slot was op partijniveau GroenLinks het meest actief op social media, met 318 berichten, blogs en tweets in december 2011.

19

3.3 Interactie
Het construct interactie heeft betrekking op het feit in hoeverre er sprake is van wisselwerking in de berichtgeving van de diverse politieke partijen en partijleiders op social media. Met andere woorden, in welke mate reageren politieke partijen en partijleiders op hun online publiek en vice versa. Dit construct heeft zodoende een tweezijdig karakter. Gemeten zijn het aantal blogs, berichten en tweets dat partijen en partijleiders rechtstreeks naar één of meerdere friends, vrienden of followers stuurde door middel van zogenaamde ‘mentions’, en omgekeerd. De gegevens zijn verzameld gedurende de vierweekse onderzoeksperiode in december 2011. Het construct interactie is uitgedrukt in onderstaande deelvraag.

Deelvraag 3: “In hoeverre was er in december 2011 sprake van interactie tussen de diverse politieke partijen en partijleiders en het publiek op social media?”

De operationalisering van het construct is gebaseerd op de in hoofdstuk 2 uitgevoerde geschiktheidsanalyse. Onderstaande tabel geeft de indicatoren die in de analyse zijn gehanteerd en waaruit het construct interactie is opgebouwd. Uit de analyse is gebleken dat alleen Twitter zich daadwerkelijk leende voor een bruikbare (en meetbare) vorm van interactie. Het construct is diengevolge enkel gebaseerd op de interactiviteit op Twitter. Zoals gezegd wordt dit construct benaderd vanuit zowel de zijde van de partijen en partijleiders (door middel van het meten van het aantal tweets rechtstreeks gericht aan één of meerdere volgers), als de zijde van het online publiek (door middel van het meten van het aantal mentions van de partijen en partijleiders, oftewel het aantal tweets waarin de partijen en partijleiders rechtstreeks aangesproken werden door één van de volgers).

Netwerk Hyves: Facebook: Twitter: LinkedIn:

Partijen Aantal tweets naar follower(s), aantal mentions -

Partijleiders Aantal tweets naar follower(s), aantal mentions -

De bevindingen van de analyses worden grafisch weergegeven aan de hand van een tweetal figuren (Figuur 3.3.1 en Figuur 3.3.2). Een eerste opmerking dient geplaatst te worden met betrekking tot het feit dat de PVV geen Twitter gebruikt en daardoor in beide analyses niet is meegenomen. Daarnaast geldt voor beide grafische weergaven dat het niet afbeelden van een bepaalde partij of partijleider impliciet inhoudt dat deze gedurende de onderzoeksperiode geen tweets heeft gericht aan één of meerdere follower(s), dan wel niet genoemd is door middel van één of meerdere mentions. De figuur op de volgende pagina (Figuur 3.3.1) betreft een weergave van het aantal tweets dat door politieke partijen en partijleiders rechtstreeks werden gericht naar één of meerdere follower(s).

20

150

Twitter

0

50

100

CDA - Verhagen

ChristenUnie - partij

ChristenUnie - Slob

D'66 - Pechtold

GroenLinks - partij

Aantal tweets gericht aan follower(s) per partij/partijleider in december 2011

Figuur 3.3.1

De belangrijkste bevindingen uit de analyse worden in onderstaande opsomming gegeven. In totaal werden 443 van de 1776 (25%) tweets rechtstreeks gericht aan followers, en waren daarmee te bestempelen als ‘interactieve tweets’ (vanuit de zijde van politieke partijen en partijleiders). Arie Slob (ChristenUnie) heeft met 123 tweets het meest rechtstreeks gecommuniceerd met één of meerdere volgers, voor Alexander Pechtold (D’66; 93), Maxime Verhagen (CDA; 85) en Marianne Thieme (PvdD; 82). De overige partijen hebben niet of nauwelijks getweet in de richting van followers. Het construct interactiviteit wordt zoals gezegd belicht vanuit zowel de zijde van de politieke partijen en partijleiders als de zijde van het online publiek, in de vorm van het aantal mentions. Met mentions worden tweets specifiek geadresseerd aan één of meerdere volgers door middel van het gebruiken van een zogenaamd apenstaartje ‘@’. Gedurende de onderzoeksperiode zijn alle mentions van politieke partijen en partijleiders gedocumenteerd, oftewel het aantal tweets dat door het online publiek aan de diverse partijen en partijleiders werd gestuurd. Er dient nadrukkelijk te worden opgemerkt dat het online publiek niet beperkt is tot daadwerkelijke followers van een bepaalde partij of partijleider, maar het algehele publiek op Twitter betreft: men hoeft immers niet specifiek een partij of partijleider te volgen om hem of haar in een mention te noemen. Er is een maximum van honderd mentions gehanteerd, om het onderzoek binnen de perken te houden. Hierdoor is een theoretisch maximaal aantal van 3100 mentions te ‘behalen’. De bevindingen van deze analyse zijn in de figuur op de volgende pagina (Figuur 3.3.2) afgebeeld.

SGP - Van Der Staaij

PvdD - Thieme

SP - Roemer

VVD - partij

D'66 - partij

PvdD - partij

PvdA - partij

21

0

1,000

2,000

3,000

Twitter

CDA - Verhagen

ChristenUnie - partij

ChristenUnie - Slob

D'66 - Pechtold

GroenLinks - partij

GroenLinks - Sap

SGP - Van Der Staaij

Aantal mentions per partij/partijleider in december 2011

Figuur 3.3.2

De belangrijkste bevindingen uit de analyse worden in onderstaande opsomming gegeven. In december 2011 werden politieke partijen en partijleiders in totaal 17.370 keer ‘genoemd’ door middel van mentions in tweets van het online publiek. PVV-partijleider Geert Wilders werd op 30 van de 31 onderzoeksdagen (meer dan) 100 keer genoemd. In totaal werd Wilders 3087 keer in een mention genoemd. Uit voorgaande analyse bleek dat Wilders zelf echter geen enkel tweet richtte aan zijn volgers, waardoor er een grote tegenstelling bestaat met betrekking tot de interactiviteit in de berichtgeving van Geert Wilders. Op het grootte aantal mentions van Wilders na, is er een duidelijk terugkerend patroon te herkennen gebaseerd op de analyse met betrekking tot het aantal tweets dat partijen en partijleiders zelf richtten aan één of meerdere follower(s). De ‘grote vier’ uit die analyse, zijn ook hier in de top vijf vertegenwoordigd. Het betreft Alexander Pechtold (D’66), Maxime Verhagen (CDA), Arie Slob (ChristenUnie) en Marianne Thieme (Partij voor de Dieren). Geheel verrassend is dit niet, gezien het feit dat interactiviteit in hoofdzaak betrekking heeft op tweezijdigheid in de berichtgeving. In deze paragraaf stond het construct interactie centraal. Dit construct had een tweezijdig karakter. Onderzocht is in welke mate politieke partijen en partijleiders op hun online publiek en vice versa reageerden. De interactiviteit vanuit de zijde van partijen en partijleiders is gemeten aan de hand van het aantal tweets die zij stuurden in de richting van één of meerdere followers, terwijl vanuit de zijde van het online publiek is gemeten

PvdD - Thieme

PvdA - Cohen

PVV - Wilders

SP - Roemer

VVD - Blok

CDA - partij

VVD - partij

D'66 - partij

PvdD - partij

PvdA - partij

SGP - partij

SP - partij

22

hoe vaak politieke partijen en partijleiders werden genoemd door middel van zogenaamde mentions. De deelvraag luidde dan ook: “In hoeverre was er in december 2011 sprake van interactie tussen de diverse politieke partijen en partijleiders en het publiek op social media?”. Net als bij de overige constructen is het onmogelijk hierop een eenduidige conclusie te trekken. De diverse bevindingen bij de (deel-)analyses geven gezamenlijk antwoord op de deelvraag. Zo werden in totaal 443 tweets rechtstreeks gericht aan followers, en waren daarmee te bestempelen als ‘interactieve tweets’ vanuit de zijde van politieke partijen en partijleiders. Dit aantal betekende dat bijna 25% van het totale aantal tweets dat in december 2011 werd geplaatst in deze categorie vielen. Arie Slob (ChristenUnie) had met 123 tweets hier het grootste aandeel in. Tot slot werden politieke partijen en partijleiders in december 2011 in totaal 17.370 keer genoemd door middel van mentions in tweets van het online publiek, waarvan PVV-partijleider Geert Wilders bijna 20% vertegenwoordigde.

3.4 Thema
Het construct thema heeft een voor de hand liggende strekking: het heeft betrekking op de onderwerpen van de berichtgeving van politieke partijen en hun partijleiders op social media. Anders dan omtrent de overige constructen staat hier zodoende de inhoud van de berichtgeving centraal. Gedurende de onderzoeksperiode zijn alle tweets, blogs en berichten op inhoud geanalyseerd en gecategoriseerd aan de hand van 23 thema’s. Deze standaardisering maakt een vergelijking mogelijk omtrent de populariteit van deze onderwerpen. Centraal in deze paragraaf staat dan ook de vraag welke thema’s het meest besproken waren in december 2011, uitgedrukt in onderstaande deelvraag.

Deelvraag 4: “Wat waren in december 2011 de meest besproken thema’s door de politieke partijen en partijleiders op social media?”

De operationalisering van het construct is gebaseerd op de in hoofdstuk 2 uitgevoerde geschiktheidsanalyse. Onderstaande tabel geeft de indicatoren die in de analyse zijn gehanteerd en waaruit het construct thema is opgebouwd.

Netwerk Hyves: Facebook: Twitter: LinkedIn:

Partijen Thema’s blogs Thema’s berichten Thema’s tweets -

Partijleiders Thema’s blogs Thema’s berichten Thema’s tweets -

23

Onderstaande tabel bevat de lijst van de 23 gestandaardiseerde onderwerpen. Bij de opstelling van deze indeling is getracht rekening te houden met de diversiteit van de politieke onderwerpen en is er ruimte voor (destijds) actuele onderwerpen zoals de Europese schuldencrisis.

Categorieën onderwerpen 1 Natuur, milieu, duurzaamheid 2 Landbouw, VWA 3 Sociale zekerheid, kinderopvang 4 Gezondheidszorg, drugs, sport 5 Ontwikkelingshulp, buitenlandse kwesties 6 Geloof, normen & waarden 7 Onderwijs, cultuur, wetenschap 8 Europese samenwerking 9 Defensie, inzet Nederlandse militairen 10 Werkgelegenheid 11 Woonmarkt, hypotheekrente(-aftrek) 12 Oudedagvoorzieningen (AOW, pensioen)

13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 00

Bereikbaarheid, mobiliteit, OV Bezuinigingen, financiën Bestuurlijke vernieuwing, hervorming (politie) Overheid gerelateerd (ambtenarij) Ondernemerschap, bedrijven, innovatie Criminaliteit, onveiligheid, privacy Asielzoekers, immigratie Terreurbestrijding Europese schuldencrisis Ander onderwerp, partij gerelateerd Reactie op blog/bericht/tweet

De analyse behelsde 2632 blogs, berichten en tweets. Een eerste schifting is hierin gemaakt met betrekking tot de categorieën 22 (Ander onderwerp, partij gerelateerd) en 00 (Reactie op blog/bericht/tweet). Deze categorieën hebben immers geen betrekking op de inhoudelijke analyse met betrekking tot thema dat in deze paragraaf centraal staat. Daar komt nog bij dat met aantallen van respectievelijk 752 en 525 deze categorieën sterk oververtegenwoordigd zijn en de grafische weergave van de analyse (gezien de geringe representatie van de overige thema’s) niet ten goede komen. Onderstaande grafiek (Figuur 3.4.1) toont de bevindingen van de analyse.

24

De belangrijkste bevindingen uit de analyse worden in onderstaande opsomming gegeven. Het grote aantal berichten/blogs/tweets omtrent het thema ‘Natuur, milieu, duurzaamheid’ (365) wordt verklaard door het op handen zijnde milieuakkoord dat in december 2011 de actualiteit overheerste. In de categorie ‘Ander onderwerp/partij gerelateerd’ (niet afgebeeld) werden 752

berichten/blogs/tweets geplaatst, en in 525 berichten/blogs/tweets was sprake van interactie met het online publiek (‘Reactie op blog/bericht/tweet’, niet afgebeeld; zie paragraaf ‘Interactie’). De berichtgeving is bijzonder divers getuige het feit dat (buiten de categorie ‘Natuur, milieu, duurzaamheid’) geen enkel thema ruim boven honderd berichten/blogs/tweets heeft behaald.

De reikwijdte en vooral de beperkte duur van dit onderzoek maken het helaas onmogelijk zinvolle conclusies te trekken uit bovenstaande analyse. Hiervoor zou een inhoudsanalyse met een strekking over minimaal een periode van een jaar uitgevoerd moeten worden, om zo bias als de eerder genoemde actualiteit van thema’s uit te kunnen vlakken. De (inhouds-)analyse kan een stap verder worden uitgevoerd door te kijken op themaniveau welke partijen en/of partijleiders het meest vertegenwoordigd zijn binnen elke categorie. Deze grafiek betreft een weergave van de drie
150

partijen/partijleiders met de grootste aantallen blogs/berichten/tweets in december 2011 met betrekking tot het thema ‘Natuur, milieu, duurzaamheid’. (De keuze voor slechts een top

Twitter Hyves

Facebook

met slechts 9 berichten/blogs/tweets op plek vier volgt). Dit is met afstand de meest vertegenwoordigde categorie binnen de
0

50

drie wordt gelegitimeerd door het feit dat de SP

100

GroenLinks - partij

PvdD - partij

PvdD - Thieme

analyse. Gezien de achtergrond van de Partij voor de Dieren en GroenLinks is het niet geheel opmerkelijk dat juist deze in de top drie

Aantal berichten/blogs/tweets per partij/partijleider m.b.t. 'natuur, milieu, duurzaamheid' in december 2011

vertegenwoordigd zijn. Er dient opgemerkt te worden dat Marianne Thieme van de PvdD haar Twitter- en Facebookprofielen aan elkaar gekoppeld heeft, waardoor berichten op beide media onderling gekopieerd worden.

25

Deze grafiek betreft een weergave van de drie
25

Twitter Hyves

Facebook

partijen/partijleiders met de grootste aantallen blogs/berichten/tweets in december 2011 met betrekking tot het thema ‘Europese

15

20

schuldencrisis’. De keuze voor nadere analyse van dit thema heeft te maken met de actualiteit ervan. Hoewel de aantallen

5

10

significant lager zijn dan in de bovenstaande
D'66 - partij GroenLinks - partij PvdD - Thieme

categorie, is ook hier Marianne Thieme het meest vertegenwoordigd. Ditzelfde geldt voor

0
Aantal berichten/blogs/tweets per partij/partijleider m.b.t. 'Europese schuldencrisis' in december 2011

de partij GroenLinks. Logischerwijs dient ook hier opgemerkt te worden dat Marianne

Thieme van de PvdD haar Twitter- en Facebookprofielen aan elkaar gekoppeld heeft, waardoor berichten op beide media onderling gekopieerd worden. Dergelijke analyses zijn natuurlijk voor alle categorieën uit te voeren. Gezien de focus van dit onderzoek is dit echter niet wenselijk en blijft deze analyse beperkt tot bovenstaande. Centraal in deze paragraaf stond de vraag welke thema’s het meest besproken waren in december 2011, uitgedrukt in de deelvraag: “Wat waren in december 2011 de meest besproken thema’s door de politieke partijen en partijleiders op social media?”. Aan de hand van een inhoudsanalyse van 2632 berichten, blogs en tweets, is antwoord gegeven op deze vraag. De bevindingen waren echter zeer divers. Zoals gezegd maken de reikwijdte en de beperkte duur van dit onderzoek het onmogelijk zinvolle conclusies te trekken uit de analyse. De invloed van actualiteit van bepaalde thema’s is in korte onderzoeksperiodes bijzonder groot. Zo werden 365 berichten, blogs en tweets geplaatst met betrekking tot het thema ´Natuur, milieu, duurzaamheid´, wat volledig toe te schrijven was aan het op handen zijnde milieuakkoord in december 2011.

26

4 CONCLUSIE
Bij aanvang van het onderzoek werd in de hoofdvraag de doelstelling van het onderzoek geformuleerd. Deze hoofdvraag luidde als volgt: ”Welke rol speelden social media anno december 2011 bij de informatievoorziening van en naar de diverse politieke partijen en partijleiders in Nederland?”. Het onderzoek trachtte, binnen haar afbakening, het gehele ‘politieke social media landschap’ anno december 2011 in kaart te brengen. Die afbakening had betrekking op de tien grootste politieke partijen en hun partijleiders die het Nederlandse politieke landschap rijk is, en de focus op de vier grootste social media kanalen van Nederland. Het onderzoek was gebaseerd op vier centrale constructen: bereik, intensiteit, interactie en thema. Elk van deze constructen betrof min of meer een deelonderzoek, ieder uitgedrukt in een deelvraag. De vier deelvragen samen vormen de basis van het antwoord op de hoofdvraag, dat een abstract karakter heeft en daardoor het min of meer onmogelijk maakt een alomvattend antwoord te geven op de hoofdvraag, dan wel een algehele conclusie te trekken. Het antwoord op de hoofdvraag ligt dan ook ‘verscholen’ in de vier deelvragen.

Bereik Politieke partijen en partijleiders hadden in december 2011 op Twitter met meer dan 547.000 followers verreweg het grootste bereik, voor Facebook (ruim 58.000 friends), Hyves (ruim 52.000 vrienden) en LinkedIn (ruim 17.000 connections). Geert Wilders (PVV) had met 132.667 friends, vrienden en followers het grootste bereik op social media, terwijl de VVD met een totaal bereik van 39.618 de partij met het grootste bereik was. Intensiteit In totaal werden er 2632 berichten, blogs en tweets geplaatst door de diverse politieke partijen en partijleiders in december 2011, waarvan 1776 tweets, 614 Facebook-berichten en 242 blogs op Hyves. Twitter was hiermee veruit de meest gebruikte vorm van social media. Marianne Thieme (PvdD) was met 544 tweets en Facebookberichten (waarvan 272 uniek, zie de desbetreffende paragraaf) de meest actieve politicus op social media. Op partijniveau was GroenLinks het meest actief met 318 berichten, blogs en tweets in december 2011. Interactie Het construct interactie is behandeld vanuit zowel de zijde van de partijen en partijleiders (in de vorm van het aantal tweets rechtstreeks gericht aan één of meerdere volgers), als de zijde van het online publiek (in de vorm van het aantal mentions, oftewel het aantal tweets waarin de partijen en partijleiders rechtstreeks aangesproken worden door één van de volgers). In december 2011 werden in totaal 443 van de 1776 (25%) tweets rechtstreeks gericht aan followers, en waren daarmee te bestempelen als ‘interactieve tweets’. Arie Slob (ChristenUnie) heeft met 123 tweets het meest rechtstreeks gecommuniceerd met één of meerdere volgers. Opvallend is het feit dat politieke partijen niet of nauwelijks rechtstreeks communiceerden met hun online publiek. De politieke partijen en partijleiders werden in totaal 17.370 keer ‘genoemd’ door middel van mentions in tweets van het online publiek. PVV-partijleider Geert Wilders werd 3087 keer in een mention genoemd, en was hiermee veruit de meest aangesproken politicus. Thema Met betrekking tot het construct thema waren de bevindingen divers. Er werd in december 2011 een groot

27

aantal berichten, blogs en tweets geplaatst betreffende het thema ‘Natuur, milieu, duurzaamheid’, maar dit grote aantal was volledig toe te schrijven aan het op handen zijnde milieuakkoord dat de actualiteit overheerste. Verder was de berichtgeving bijzonder divers getuige het feit dat (buiten de categorie ‘Natuur, milieu, duurzaamheid’) geen enkel thema ruim boven honderd berichten, blogs en tweets heeft ‘behaald’. Een eenduidige slotbepaling, en daarmee een sluitend antwoord op de hoofdvraag, is zoals gezegd niet te formuleren gezien het feit dat de hoofdvraag een abstract karakter heeft. De (deel-)conclusies aan de hand van de vier deelvragen geven gezamenlijk een passend antwoord op de hoofdvraag. Met andere woorden: de diverse bevindingen gebaseerd op de vier centrale constructen bereik, intensiteit, interactie en thema leggen gezamenlijk de rol die social media in december 2011 speelden bij de informatievoorziening van én naar de diverse politieke partijen en partijleiders bloot.

28

REFERENT IES

Boyd, D.M. en Ellison, N.B. (2007). Social Network Sites: Definition, History and Scholarship. Journal of Computer-Mediated Communication 13 (1): 210-230. doi: 10.1111/j.1083-6101.2007.00393.x Common Craft. http://www.commoncraft.com/video/social-networking. Geraadpleegd op 11 maart 2012 comScore (2011). comScore Media Metrix. http://www.comscore.com/metrix Geraadpleegd op 10 maart 2012 Extanz.com. http://www.extanz.com. Geraadpleegd op 11 maart 2012 Facebook. (n.d.). Verkregen op 11 maart 2012 via Wikipedia: http://nl.wikipedia.org/wiki/Facebook Frankwatching. http://www.frankwatching.com/archive/2009/07/24/sociale-netwerken-de-basis/ Hyves. (n.d.). Verkregen op 11 maart 2012 via Wikipedia: http://nl.wikipedia.org/wiki/Hyves Java, A., Song, X., Finin, T. en Tseng, B. (2007). Why We Twitter: Understanding Microblogging Usage and Communities. Joint 9th WEBKDD and 1st SNA-KDD Workshop 2007. doi: 10.1145/1348549.1348556 Kaplan, A. en Haenlein, M. (2010). Users of the World , Unite! The Challenges and Opportunities of Social Media. Bussiness Horizons 53 (1): 59–68. doi: 10.1016/j.bushor.2009.09.003. Lijphart, A. (1999). Patterns of Democracy: Government Forms and Performance in Thirty-Six Countries. Londen: Yale University Press Lijphart, A. (1968). Verzuiling, pacificatie en kentering in de Nederlandse politiek. Haarlem: Becht LinkedIn. (n.d.). Verkregen op 11 maart 2012 via Wikipedia: http://nl.wikipedia.org/wiki/LinkedIn Microblogging. (n.d.). Verkregen op 10 maart 2012 via Wikipedia: http://nl.wikipedia.org/wiki/Microblogging Nielsen (2011). Social Media Report: Q3 2011. New York Willems, M. (2012). Cohen weg als politiek leider PvdA – ‘onvrede gegroeid’. NRC Handelsblad. Verkregen op 21 mei 2012 via NRC: http://www.nrc.nl/nieuws/2012/02/20/job-cohen-treedt-vanmiddag-af/ Ondernemersupport. (n.d.). https://www.ondernemerssupport.nl/wiki/itemlist/category/20-online Pacificatiepolitiek. (n.d.). Verkregen op 9 maart 2012 via Wikipedia: http://nl.wikipedia.org/wiki/Pacificatiepolitiek

29

Park, N., Kee, K. en Valenzuela, S. (2009). Being Immersed in Social Networking Environment: Facebook Groups, Uses and Gratifications and Social Outcomes. Cyberpsychology & behavior 12 (6): 729-733 doi: 10.1089/cpb.2009.000 Politieke partijen. (n.d.). Verkregen op 9 maart 2012 via Parlement & Politiek: http://www.parlement.com/9291000/modulesf/g4xjflqu Politieke partijen in Nederland. (n.d.). Verkregen op 9 maart 2012 via Wikipedia: http://nl.wikipedia.org/wiki/Politieke_partijen_in_Nederland Thiel van, S. (2007). Bestuurskundig onderzoek - een methodologische inleiding. Bussum: Uitgeverij Coutinho. Top 58 Countries with the Highest Internet Pentration Rate. Verkregen op 9 maart 2012 via Internetworldstats: http://www.internetworldstats.com/top25.htm Twitter. (n.d.). Verkregen op 10 maart 2012 via Wikipedia: http://nl.wikipedia.org/wiki/Twitter Zhao en Rosson (2009). How and Why People Twitter: The Role that Microblogging Plays in Informal Communication at Work. International Conference on Supporting Group Work: 243-252. doi: 10.1145/1531674.1531710

30

Bijlage 1: HET POLITIEKE LANDSCHAP

1. Politieke partijen en partijleiders
Nederland kent van oudsher een pluralistische samenleving: een samenleving die wordt gekenmerkt door het bestaan van verschillende sociale en culturele subsystemen. Vroeger had dit veelal een religieuze grondslag, geuit in de sterke verzuiling die Nederland kende in een groot gedeelte van de vorige eeuw. Arend Lijphart (1968), een van de meeste invloedrijke auteurs uit de Nederlandse politieke literatuurgeschiedenis, bestempelde die periode als een periode van pacificatiepolitiek. Ondanks de grote tegenstellingen door de verzuiling, kon toch politieke stabiliteit en consensus bereikt worden. Pacificatiepolitiek legt de nadruk bij het “afbouwen van conflicten en niet bij het oplossen van problemen” (Wikipedia, 2011). Tegenstellingen worden besproken aan de onderhandelingstafel, en conflicten worden vaak opgelost door buitenpolitieke commissies. Ondanks het feit dat de verzuiling tegenwoordig in de samenleving veel minder zichtbaar is, wordt de Nederlandse politiek nog altijd gekenmerkt door het zogenaamde ‘poldermodel’; de hedendaagse versie van de pacificatiepolitiek (Wikipedia, 2011). Een belangrijk kenmerk van een dergelijk consensusmodel is de aanwezigheid van een multi-partijensysteem (Lijphart, 1999). Zo kent het Nederlandse politieke landschap op dit moment liefst twaalf partijen, de honderden lokale en regionale partijen (uiteraard) niet meegerekend. In deze volgende paragrafen vindt U een beknopte uiteenzetting van de twaalf nationaal vertegenwoordigde partijen en hun partijleiders, waarvan tien partijen zijn meegenomen in dit onderzoek. De beweegreden voor het weglaten van twee partijen is de simpele reden dat deze niet vertegenwoordigd zijn in de Tweede Kamer. Een en ander wordt bij de desbetreffende partijen nader toegelicht. De politieke partijen staan gerangschikt op grootte, naar aanleiding van het aantal behaalde zetels tijdens de Tweede Kamerverkiezingen van juni 2010. De gegevens met betrekking tot ledenaantallen zijn afkomstig van Wikipedia (2011). Tot slot dient te worden benadrukt dat het de situatie in december 2011 betreft.

1.1 Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD)
De Volkspartij voor Vrijheid en Democratie is opgericht in 1948 en ontstaan uit een fusie tussen de Partij van de Vrijheid (niet te verwarren met de Partij voor de Vrijheid van Geert Wilders) en Comité-Oud. De VVD is een rechtse partij met een conservatieve liberale signatuur, maar wordt tegenwoordig met name op ethisch gebied gezien als een partij met progressieve(re) standpunten. Uit het beginselprogramma blijkt de liberale achtergrond van de partij. De VVD vindt “de individuele vrijheid zeer belangrijk en is van mening dat de staat zich niet dient te bemoeien met de individuele vrijheden van haar burgers” (Parlement & Politiek, 2011). De overheid dient echter wel te waken over de veiligheid van haar burgers. Vroeger werden deze kernwaarden gelieerd aan een zogenaamde ‘nachtwakersstaat’, waarin de overheid zich zo weinig mogelijk bemoeit met haar inwoners. Tegenwoordig is de VVD terughoudender in deze opvatting. Politiek leider van de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie is sinds 31 mei 2006 Mark Rutte. Onder Rutte boekte de partij tijdens de Tweede Kamerverkiezingen van 2010 groot succes door het behalen van eenendertig zetels, waarmee de VVD de

31

grootste partij van Nederland werd. Na een lang en moeizaam formatieproces, maakt de VVD deel uit van een minderheidscoalitie met het Christen-Democratisch Appel (CDA) en de Partij voor de Vrijheid (PVV). Rutte werd minister-president. Daardoor mag Rutte niet meer op persoonlijke titel naar buiten treden. De dagelijkse leiding van de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie is dan ook in oktober 2010 overgenomen door fractievoorzitter Stef Blok. De Volkspartij voor Vrijheid en Democratie kende anno 2010 een ledenaantal van 36.371.

Samenvatting Naam: Partijleider: Achtergrond: Zetels TK’10: Ledenaantal:

Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD) Mark Rutte Rechts, liberaal, (voornamelijk) conservatief 31 36.371

(Bron: vvd.nl)

1.2 Partij van de Arbeid (PvdA)
De Partij van de Arbeid is opgericht in 1946, ontstaan uit een voortzetting van de Socaal-Democratische Arbeiders Partij, de Vrijzinning-Democratische Bond en de Christelijk Democratische Unie. De PvdA is een linkse partij met een sociaaldemocratische achtergrond. Het wordt gezien als een gematigd progressieve partij in het Nederlandse politieke landschap. In het beginselmanifest staan “het recht op een fatsoenlijk bestaan en volwaardige deelname aan de samenleving voor alle burgers centraal” (Partij & Politiek, 2011). Andere speerpunten zijn “het streven naar gelijke kansen, spreiding van macht & inkomens en een duurzame ontwikkeling” (Partij & Politiek, 2011). Job Cohen is sinds 25 april 2010 de politiek leider van de Partij van de Arbeid. Hij volgde Wouter Bos destijds op, die kort na de breuk van Balkenende-IV opstapte. Onder Job Cohen behaalde de PvdA tijdens de verkiezingen van 2010 een aantal van dertig zetels, slechts één zetel minder dan winnaar VVD. Ondanks dit feit is de PvdA na de formatie toch veroordeeld tot het voeren van oppositie. Zij is in de oppositie veruit de grootste partij. In 2010 kende de Partij van de Arbeid een ledenaantal van 54.504.

Samenvatting Naam: Partijleider: Achtergrond: Zetels TK’10: Ledenaantal:

Partij van de Arbeid (PvdA) Job Cohen Links, sociaaldemocratisch, progressief 30 54.504

(Bron: pvda.nl)

1.3 Partij voor de Vrijheid (PVV)
De Partij voor de Vrijheid is ontstaan in 2006 vanuit de Groep Wilders, nadat de huidige politiek leider Geert Wilders zich afsplitste van de VVD. Sindsdien is Geert Wilders het gezicht van deze populistische beweging. De standpunten van de PVV zijn moeilijk te categoriseren: zij staat voor zowel “conservatieve, liberale, rechtse als linkse standpunten” (Partij & Politiek, 2011). Wilders keert zich tegen de Islamisering van de Nederlandse samenleving en is de grootste euroscepticus in het politieke landschap. Met Wilders als politiek leider maakt de partij een enorme groei door. Waar de PVV bij haar ‘debuut’ in 2006 nog negen zetels behaalde, waren dit er

32

tijdens de Tweede Kamerverkiezingen van 2010 reeds vierentwintig zetels. De Partij voor de Vrijheid maakt sindsdien deel uit van het minderheidskabinet samen met de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie en het Christen-Democratisch Appel (CDA). Hoewel de PVV een verenigingsstelsel kent, is het niet mogelijk om lid te worden van de partij, waarmee zij uniek is in Nederland. Geert Wilders is juridisch gezien het enige lid van de Partij voor de Vrijheid.

Samenvatting Naam: Partijleider: Achtergrond: Zetels TK’10: Ledenaantal:
*

Partij voor de Vrijheid (PVV) Geert Wilders Midden, populistisch, conservatief 24 1*

(Bron: nos.nl)

De PVV kent geen ledenstelsel. Geert Wilders is het enige lid.

1.4 Christen-Democratisch Appel (CDA)
Het Christen-Democratisch Appel is in oktober 1980 opgericht uit een fusie van de Anti-Revolutionaire Partij, de Christelijk-Historische Unie en de Katholieke Volkspartij. Deze christelijke partij heeft een gematigd rechts, maar uitermate conservatief karakter. Volgens het beginselprogramma benadert het CDA politieke vraagstukken op een christendemocratische wijze, dat wil zeggen dat de partij “de Bijbelse getuigenis van Gods beloften, daden en geboden als de beslissende factoren voor mens, maatschappij en overheid aanvaardt” (Partij & Politiek, 2011). “De Bijbel wordt bij politieke stellingnamen niet aangehaald, maar wordt gezien als een bron van inspiratie voor individuele leden” (Nederland Kiest, 2010). Over het partijleiderschap bestaat sinds de verkiezingen van 2010 onduidelijkheid. Officieel is deze positie sinds het aftreden van Jan Peter Balkenende na de verkiezingen vacant, maar over het algemeen wordt Maxime Verhagen op dit moment als de eerste man van het Christen-Democratisch Appel beschouwd (Partij & Politiek, 2011). Het aftreden van Jan Peter Balkenende was een reactie op de verkiezingsnederlaag die het CDA leed tijdens de Tweede Kamerverkiezingen. Waar in 2006 nog liefst eenenveertig zetels behaald werden, was dit aantal in 2010 bijna gehalveerd met eenentwintig zetels. Sindsdien ligt de partij op allerlei fronten onder vuur. Toch mocht het CDA deelnemen aan het minderheidskabinet zoals die op dit moment Nederland regeert. Het ChristenDemocratisch Appel is qua ledenaantal echter nog altijd de grootste partij van Nederland met anno 2010 een ledenaantal van 67.592.

Samenvatting Naam: Partijleider: Achtergrond: Zetels TK’10: Ledenaantal:

Christen-Democratisch Appel (CDA) Maxime Verhagen Rechts, christelijk, conservatief 21 67.592

(Bron: nos.nl)

33

1.5 Socialistische Partij (SP)
De Socialistische Partij is ontstaan in 1972 als een communistische splinterpartij. Officieel is zij een afstammeling van de Kommunistiese Partij Nederland/Marxisties Leninisties. De SP is de meest linkssocialistische partij in het Nederlandse politieke landschap. Sinds 1994 is de Socialistische Partij actief in de parlementaire contreien en heeft het een enorme groei doorgemaakt aan de hand van Jan Marijnissen. De partij groeide van twee zetels in 1994 naar vijfentwintig zetels in 2006. Marijnissen werd vlak voor de Tweede Kamerverkiezingen van 2010 opgevolgd door Emile Roemer. Tijdens deze verkiezingen verloor de SP een groot gedeelte van haar zetels: zij zakte naar vijftien zetels. De Socialistische Partij staat voor “een samenleving waarin menselijke waardigheid, gelijkwaardigheid en solidariteit voorop staan” (Partij & Politiek, 2011). Volgens het partijmanifest streeft de SP er naar om iedereen “recht op werk, recht op een fatsoenlijk inkomen of een goede sociale uitkering, recht op goed en gratis onderwijs en recht op een goede gezondheidszorg te bieden” (Partij & Politiek, 2011). De Socialistische Partij kende anno 2010 een ledenaantal van 46.507.

Samenvatting Naam: Partijleider: Achtergrond: Zetels TK’10: Ledenaantal:

Socialistische Partij (SP) Emile Roemer Links, socialistisch, progressief 15 46.507

(Bron: sp.nl)

1.6 Democraten ’66
Democraten ’66 is een partij met een sociaalliberale signatuur. De partij is in 1966 zelfstandig opgericht om democratisering door te voeren in het Nederlandse politieke bestel (Wikipedia, 2011). Tegenwoordig is bestuurlijke vernieuwing nog altijd een van de belangrijkste speerpunten van D’66. In de jaren ’90 behaalde de partij onder Hans van Mierlo de grootste successen, met een top van 24 zetels in 1994. Na deze periode raakte de partij in het slop. Huidig politiek leider is Alexander Pechtold. In zijn eerste campagne rondom de verkiezingen van 2006 kon hij de negatieve spiraal niet doorbreken en zakte de partij tot een historisch dieptepunt van drie zetels. Sindsdien heeft D’66 echter de weg naar boven ingezet, wat resulteerde in tien zetels na de Tweede Kamerverkiezingen van 2010. In het beginselprogramma van Democraten ’66 wordt het karakter van de partij geschetst: de mens dient altijd centraal te staan in de politiek. Om deze reden wordt de partij zoals gezegd aangeduid als een sociaalliberale partij (Partij & Politiek, 2011). Bestuurlijke vernieuwing in de breedste zin van het woord, zoals een gekozen burgemeester en een referendum, is een van de kernwaarden van D’66. In 2010 kende Democraten ’66 een ledenaantal van 18.507.

Samenvatting Naam: Partijleider: Achtergrond: Zetels TK’10: Ledenaantal:

Democraten ’66 (D66) Alexander Pechtold Midden, sociaalliberaal, progressief 10 18.507

(Bron: d66.nl)

34

1.7 GroenLinks (GL)
GroenLinks is opgericht in 1990 als een fusie tussen de Communistische Partij Nederland, de Evangelische Volkspartij, de Politieke Partij Radikalen en de Pacifistisch-Socialistische Partij. GroenLinks is een linkse partij met een progressief karakter, vooral toegespitst op milieuvraagstukken. De partij heeft sinds de oprichting min of meer dezelfde grootte gekend. Tijdens de verkiezingen van 2010 behaalde GroenLinks onder leiding van Femke Halsema tien zetels. In december 2010 legde Halsema haar leiderschap neer, en werd zij opgevolgd door huidig politiek leider Jolande Sap. Uit het beginselprogramma blijkt het ‘groene’ karakter van GroenLinks. “Een leefbaar milieu en herstel van het ecologisch evenwicht, in het besef dat natuurlijke hulpbronnen eindig zijn” (Partij en Politiek, 2011), is dan ook een van haar belangrijkste doelstellingen. In het beginselprogramma komen ook de kenmerkende idealistische linkse waarden aan bod, waar het socialistische karakter van de partij mee wordt onderstreept. GroenLinks heeft anno 2010 een ledenaantal van 24.214.

Samenvatting Naam: Partijleider: Achtergrond: Zetels TK’10: Ledenaantal:

GroenLinks (GL) Jolande Sap Links, socialistisch/milieugezind, progressief 10 24.214

(Bron: groenlinks.nl)

1.8 ChristenUnie (CU)
De ChristenUnie is een christelijke partij met een voornamelijk conservatief karakter, met name op ethisch gebied. De partij is ontstaan in 2001 uit een fusie tussen het Gereformeerd Politiek Verbond en de Reformatorische Politieke Federatie. Ruim 10 jaar lang, tot april 2011 was André Rouvoet de politiek leider van de CU; vanaf dat moment werd hij opgevolgd door Arie Slob. Tijdens de Tweede Kamerverkiezingen behaalde de ChristenUnie vijf zetels. Volgens Wikipedia (2011) “erkent de ChristenUnie Gods heerschappij over het staatkundig leven, dat de overheid door God is gegeven en in zijn dienst staat en dat christenen de verantwoordelijkheid hebben actief te zijn in de samenleving. Zij fundeert haar politieke overtuiging op de Bijbel, het geïnspireerde en gezaghebbende woord van God, die ook voor het staatkundig leven wijsheid bevat”. De ChristenUnie heeft sterke christelijke wortels die in alle uitingen en standpunten centraal staat. In 2010 kende de ChristenUnie een ledenaantal van 26.441.

Samenvatting Naam: Partijleider: Achtergrond: Zetels TK’10: Ledenaantal:

ChristenUnie (CU) Arie Slob Links, christelijk, (voornamelijk) conservatief 5 26.441

(Bron: christenunie.nl)

35

1.9 Staatkundig Gereformeerde Partij (SGP)
De Staatkundig Gereformeerde Partij is de meest conservatieve partij in het politieke spectrum. De partij wil strikt volgens Bijbelse normen politiek bedrijven (Partij & Politiek, 2011). De SGP is na de afsplitsing van de Anti-Revolutionaire Partij in 1918, de oudste nog actieve partij in het Nederlandse politieke landschap. Grote successen heeft de partij echter nooit gekend: het hoogste aantal zetels was drie (meermaals). Bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2010 behaalde de partij onder aanvoering van politiek leider Kees van der Staaij twee zetels. Uit het beginselprogramma blijkt het strenge christelijke karakter van de partij. De SGP houdt vast aan het feit dat er “in de politiek ruimte moet zijn voor argumenten op basis van geloof” (Partij & Politiek, 2011). Zij is de enige partij die zich niet kan vinden in de scheiding tussen kerk en staat, zoals Nederland die officieel sinds 1795 al kent. In alle standpunten en kernwaarden van de partij staat het strenge gereformeerde geloof centraal. De Staatkundig Gereformeerde Partij kende anno 2010 een ledenaantal van 27.196.

Samenvatting Naam: Partijleider: Achtergrond: Zetels TK’10: Ledenaantal:

Staatkundig Gereformeerde Partij (SGP) Kees van der Staaij Rechts, christelijk (reformatorisch), conservatief 2 27.196

(Bron: sgp.nl)

1.10 Partij voor de Dieren (PvdD)
De Partij voor de Dieren is een zogenaamde one-issuepartij waarbij dierenwelzijn centraal staat. “De PvdD beschouwt dieren als de allerzwaksten in de samenleving” (Partij & Politiek, 2011). De partij werd onafhankelijk opgericht in 2002. Marianne Thieme is sindsdien politiek leider van de Partij voor de Dieren. De partij behaalde tijdens de Tweede Kamerverkiezingen van 2010 twee zetels, evenals vier jaar eerder. Volgens de partijbeginselen zijn “dieren net als mensen levende wezens met bewustzijn en gevoel. Dieren hebben daarom het morele recht op een respectvolle behandeling door de mensen. In wetgeving moeten de rechten van de dieren beter worden verankerd en dierenwelzijn moet weer op de politieke agenda komen” (Partij & Politiek, 2011). In 2010 kende de Partij voor de Dieren een ledenaantal van 10.310.

Samenvatting Naam: Partijleider: Achtergrond: Zetels TK’10: Ledenaantal:

Partij voor de Dieren (PvdD) Marianne Thieme Links, milieugezind, progressief 2 10.310

(Bron: partijvoordedieren.nl)

36

1.11 Onafhankelijke Senaatsfractie, 50Plus en overige partijen
De Onafhankelijke Senaatsfractie en 50Plus worden niet meegenomen in dit onderzoek om de simpele reden dat de twee partijen niet actief waren tijdens de Tweede Kamerverkiezingen van 2010. Beide partijen hebben één zetel in de Eerste Kamer. Aan de verkiezingen namen in totaal echter achttien partijen deel (de Partij voor De Mens en alle overige aardbewoners had niet genoeg steunbetuigingen en trok zich vlak voor de verkiezingen terug). De volgende partijen wisten echter allen niet genoeg stemmen te behalen om in aanmerking te komen voor één of meerdere zetels in de Tweede Kamer: Nieuw Nederland, Trots op Nederland (Rita Verdonk), de Partij voor Mens en Spirit, Heel Nederland, Partij Eén, Vereniging LEF, de Piratenpartij en de Evangelische Partij Nederland. Deze partijen komen dan ook in het vervolg van dit onderzoek niet verder aan bod. Onderstaande afbeelding is een weergave van het politieke spectrum in de huidige samenleving.

(Bron: Jeroen Wichers, eigen creatie)

37

Similar Documents

Free Essay

Social Media Politics

...Noah Chadwick Lecture 5 Reading Responses Vincent Raynauld Social Media and Politics Long ago in the history books of America and around the world politics occurred in open spaces and in crowded rooms. Grass roots organization actually occurred on grass. In the new millennium the political landscape is rapidly changing and people don’t know what to consider a fickle trend or an actual anthropological shift in the way in which politics operates today. What is becoming clear is that the Internet, or more specifically social media, is now a mean in which politicians can communicate with their electorate. At the same time it is a means in which electorates can engage with politicians. The political landscape is now scattered and fractured; and it is becoming difficult to discern what is politics and what is white noise. The article Party Change, Social Media, and the Rise of “Citizen-Initiated” Campaigning Rachel Gibson dissects the recent trends in the way that the internet and social media have changed the populist political landscape. What she focuses most on is Citizen Initiated Campaigning or CIC. This is grass roots campaigning that occurs in the digital sphere but eventually blends into actual organizations and voter turn outs for specific events and elections. Through her article Gibson examines how citizens engage with politicians they are passionate about and how they use social media to relay that politicians message to people they know through the internet...

Words: 1023 - Pages: 5

Free Essay

Social Media's Impact on Politics

...Topic: Social Media’s Impact on the Government Subtopic: Social Media’s impact on Politics Social Media has had a lot of impacts in the government. It affects the governments in different ways such as:Globally, Politically, economically, and Involvement. As we know now a days the government likes to use social media to keep us informed or as youths like to say it to keep us Hip. The Government doesn’t just use social media to keep us Hip, but they also use it for campaigning. As said here “It has become fairly common for political campaigns to produce commercials and publish them for free on YouTube instead of, or in addition to, paying for time on television or the radio.”(Tom, Different ways of doing it). Politicians use social Media to do things like this in order to save money. Meaning when they are campaigning they also try to save money. “Personal communication via social media brings politicians and parties closer to their potential voters.”(European Parliamentary, Politicians).This shows how politicians are brought together with the people that could potentially vote for them. “Reactions, feedback, conversations and debates are generated online as well as support and participation for offline events.”(European Parliamentary, People). Due to social Media more and more youths are involved in politics, this means youths are no longer left in the dark they are knowledged. “41% of young people engaged in at...

Words: 784 - Pages: 4

Free Essay

New Media and Politics

...ITRODUCTION In an attempt to understand ‘new media’ and politics we need to define what ‘new media is and what politics is. First we start by defining politics. According to Mansoor Maitah, Politics, in the broadest sense, is the activity through which people make, preserve and amend the general rules under which they live. Lasswell also defines politics as the process of who gets what, when, and how. He believes that politics is the process of allocating scarce values. He comes up with this equation; politics = allocation values (resources) wealth status power. By definition ‘new media’ according to Marshall McLuhan (1980) generally refers to the digital media which is interactive, incorporate two- way communication and involve some form of computing as opposed to ‘old media’ such as telephone, radio and TV. However there is a thin line between ‘old media’ and ‘new media’. This is because the ‘old media are getting digitized and some have consolidated with some ‘new media’ forms. Therefore we surround the term ‘new media’ with quotation marks to signify that they are digital interactive media. Without the quotation marks we generally are denoting media which is new to the context of discussion. To illustrate this, TV at is invent was new media and therefore cannot be said to be ‘new media’. Also parts of the world that have not received certain types of media will call them new media when introduced to them. GAGETRY DEFFERETIATION FROM THE PLAT FORMS.-TO BE DONE VIRTUAL...

Words: 2774 - Pages: 12

Premium Essay

How Social Medias and Modern Technology Have Affected Today’s World?

...Advertising Strategy How social Medias and modern technology have affected today’s world? I) The 90’s, a new communication way is born (1990-2001) a) Internet and the firsts social medias (1990-1997) b) The expansion of the market (1997-2001) jlb II) Web 2.0: a new influence for social medias (2002-2010) a) The booming market b) A new kind of addiction III) Social media: a revolutionary marketing tool a) Companies and politics b) Conclusion I) The 90’s, a new communication way is born (1990-2001) a) Internet and the firsts social medias (1990-1997) If we are speaking about social Medias we must deal with the enhancement of technologies. Effectively, social Medias can’t exist without the creation and the publication of internet, that’s why social networks are affecting today’s world. But what is a social media? Social media is a web site or a platform allowing all users to publish data in purpose of sharing with other people. It can be messages, photos, videos, wikis etc… Nowadays, there are millions of social media users, so the question is how it all began? This global phenomenon was created in USA just after the publication of the internet during the early 90’s. Usually people assimilate social media by the development of web 2.0, but the first websites was founded before 2003 (creation of the term “web 2.0”). Indeed, in 1988 AOL created a new kind of social platform and in 1995, the network of Classemates...

Words: 1377 - Pages: 6

Premium Essay

The Media in Canadian Politics

...The Media in Canadian Politics 1956 words Media has always been a center of interest of different political intellectuals in Canada. They always tend to use media as a powerful platform to convey their message to the all the stakeholders of Canadian politics. Common people, on the other hand, also use media to transmit their concerns and feedback to their political representatives. Be it the print media, broadcast media or social media, they have always played a significant role in Canadian politics. We have seen the active role of media in the longest election campaign of Canada in recent federal elections. Media influence Canadian politics by serving as an intermediary between the government and the common people, by acting as a public representative, and by shaping people’s perception of the political environment around them. As a common carrier of information for both government and common people, media plays a significant role in Canadian politics. The important part of this role of media is that most of the media act independently to provide unbiased information for both government and common people. This, however, is not always the case. We will discuss biased part of media later in this essay. As an intermediary between government and common people, media reports the news, helps determine the critical issues to be discussed, and enables the transparency in the political structure. Reporting the news is most basic and essential function of media. Common people and...

Words: 2220 - Pages: 9

Premium Essay

Medias Negative Effect on Politics

...Political Science 201 June 7, 2012 Media’s Negative Effect in Politics The media plays a heavy negative role in American politics. During the past few years, society’s judgment has been based on what was given to it through the media. People rarely specifically research on candidates or propositions anymore. Much of the mass media is biased by trying to persuade viewers into believing what they want them to believe are true. Media is created for consumption by a large number of people watching it. The media has a remarkable impact on politics, which is not always good or beneficial. The data collected from the media can either be used for or against a politician. If a politician is favored by a certain network, such as CNN, NBC, or FOX, then the network can help his or her career reach new heights; however, if a politician is disliked then the network is capable of destroying the politician’s career. The media has the desire to make decisions for itself and in return try to convince people of its rightness and distort its viewers’ perspectives. There are many different types of media that can have a different influence on society’s political view. The four biggest forms of media are radio stations, newspapers, the internet, and television. People could tune into radio stations or talk radios to listen to political candidates being interviewed. An example would be in 1992 when "President George H. Bush interviewed with conservative talk show host Rush Limbaugh" (Curl). Non-political...

Words: 2554 - Pages: 11

Free Essay

Influence in Everyday Chinese Politics

...Influence in Everyday Politics The Chinese political realm differs vastly from liberal democracies that people in the west are familiar with. The statement “in China today, the general public have no political influence” is complicated by a focus on everyday politics. Chinese citizens do participate in everyday politics, although not in the direct way found in democratic nations. The power of social media in China is allowing internet users to express dissatisfaction with the government, even in the face of censorship. The power of social media and its political influence is illustrated through the 2011 Wenzhou train collision case, which ignited outrage from online communities and led to the exposure of corruption amongst government officials. Typically, when a person thinks about the western concept of political influence, voting in a democratic election comes to mind. For the average citizen, their vote represents their voice in politics. If a person is not satisfied with the government or want to voice their concerns, they are able to freely criticize the state or engage in peaceful protests. They may also participate in politics by joining a political party or even forming a new party. The western concept of political influence centers on free speech and acting directly to affect politics. The concept of political influence by the general public in China is vastly different from western norms. The political system in China is not a liberal democracy, thus many foreigners...

Words: 1688 - Pages: 7

Free Essay

Twitter

...Twitter and Politics MCE 702 Social Media By Asma 31 December 2015   Twitter is no longer a foreign term to many of us. It is a type of micro-blogging service and in the process of profoundly reshaping the way in which politics is practiced and covered by the traditional media. The changes of new media are inevitable for instance; it has become the way politicians interact with the general public to deliver immediate and real time information related to their political movement and development. Real time delivery refers to ‘as and when’ it happens. This is important looking at the speed the data is transferred and shared from one user to another. This is also feeds the hunger for news for the Braggadocian type of followers either for the supporters or the opponent party to look for the information to be scrutinized and talked about in the effort to bring bad publicity. Little intro about Twitter Twitter was first introduced in March 21 2006 by Jack Dorsey, Evan Williams, Biz Stone and Noah Glass. According to data collected from Twitter Usage Statistics - Internet Live Statistics twitter has grown worldwide to 320 million active users as of September 30, 2015. It has recorded up until 500 million tweets per day and around 200 billion tweets per year. Twitter supported 54 languages to cater to its global technophile. Its subscriber will be identified by personal choice of twitter handle where an alias symbol ‘@’ precedes the chosen name for...

Words: 1635 - Pages: 7

Free Essay

The Influence of Social Networking O Political Change in Middle East

...THE INFLUENCE OF SOCIAL NETWORKING SITES ON POLITICAL CHANGES IN THE MIDDLE EAST Name Institutional affiliation Date The influence of social media has been felt over many spheres in life. Over the past half a decade, the Middle East countries have been using the social media as a platform in airing their grievances on their governments’ nepotism, dictatorship, and economic stagnation among other political issues that have affected their countries since time immemorial. This paper discusses the influence that the social networks such as facebook, twitter, and YouTube have had influence on the political changes in the Middle East. The paper uses three distinct sources by Samantha M. Shapiro, Alexis Madrigal, and Philip N. Howard and Muzammil M. Hussain. The research conducted by these authors and analysis shows that these social networks have improved civic organization and information sharing but still has a long way to go in realization of real change in the politics in the Middle East. Learning the influence of social networks on the political changes in Middle East is important in getting to understand the future of the politics in the region. As other countries are enjoying the fruits of democracy, the people in these countries are deprived off the basic needs of a healthy nation such as freedom of speech. With the many positive aspects that have come with social networks, it is optimistic that the rise of these social networks will have a positive influence on promoting...

Words: 1573 - Pages: 7

Free Essay

Love

...Chapter 6  The media, government accountability, and citizen engagement  Katrin Voltmer  The past two decades or so have seen an unprecedented spread of democracy around the  globe.  With  the  fall  of  the  Berlin  wall  in  1989  and  the  end  of  the  Cold  War,  the  ‘third  wave’  of  democratization,  which  started  in  the  early  seventies,  now  encompasses  countries  in  Asia  and  Africa.1  And  even  in  states  whose  governments  continue  to  resist  a  more  open  and  participatory  form of governance, such as North Korea, Burma or Zimbabwe, the idea of democracy is a powerful  force that inspires people to take on a more active role in public life. However, many of the newly  emerging  democracies  seem  to  fall  short  of  some,  often  many,  of  the  basic  standards  that  define  democratic  rule,  with  irregular  voting  procedures,  corruption,  inefficiency  and  autocratic  styles  of  government  being  but  a  few  of  the  maladies.  In  addition,  as  many  of  the  newly  emerging  democracies belong to the developing world, inequality and poverty remain severe obstacles to full  self‐determination of the people.  The experiences of the past decades have shown that democracy is not a one‐way road and  that  a  viable  democracy  requires  more  than  the  implementation  of  the  key  institutions  of  government.  Rather,  an  accountable  and  efficient  government  is  embedded  in  a  complex  web  of  interdependent  conditions  that ...

Words: 10604 - Pages: 43

Free Essay

The Influence of Social Networking O Political Change in Middle East

...THE INFLUENCE OF SOCIAL NETWORKING SITES ON POLITICAL CHANGES IN THE MIDDLE EAST Name Institutional affiliation Date The influence of social media has been felt over many spheres in life. Over the past half a decade, the Middle East countries have been using the social media as a platform in airing their grievances on their governments’ nepotism, dictatorship, and economic stagnation among other political issues that have affected their countries since time immemorial. This paper discusses the influence that the social networks such as facebook, twitter, and YouTube have had influence on the political changes in the Middle East. The paper uses three distinct sources by Samantha M. Shapiro, Alexis Madrigal, and Philip N. Howard and Muzammil M. Hussain. The research conducted by these authors and analysis shows that these social networks have improved civic organization and information sharing but still has a long way to go in realization of real change in the politics in the Middle East. Learning the influence of social networks on the political changes in Middle East is important in getting to understand the future of the politics in the region. As other countries are enjoying the fruits of democracy, the people in these countries are deprived off the basic needs of a healthy nation such as freedom of speech. With the many positive aspects that have come with social networks, it is optimistic that the rise of these social networks will have a positive influence on promoting...

Words: 1573 - Pages: 7

Premium Essay

Blank Paper

... Media Influences on American Culture 6 – 10 p.m. Tuesdays Course Start Date: 06/14/2011 Course End Date: 07/12/2011 University of Phoenix South Florida Campus Miami Learning Center 11410 NW 20th Street, Miami, FL 33172 Whenever there is a question about what assignments are due, please remember this syllabus is considered the ruling document. Copyright Copyright © 2011, 2009 by University of Phoenix. All rights reserved. University of Phoenix® is a registered trademark of Apollo Group, Inc. in the United States and/or other countries. Microsoft®, Windows®, and Windows NT® are registered trademarks of Microsoft Corporation in the United States and/or other countries. All other company and product names are trademarks or registered trademarks of their respective companies. Use of these marks is not intended to imply endorsement, sponsorship, or affiliation. Edited in accordance with University of Phoenix® editorial standards and practices. Course Description The course provides an introduction to the most prominent forms of media that influence and impact social, business, political, and popular culture in contemporary America. It explores the unique aspects of each medium as well as interactions across various media that combine...

Words: 3584 - Pages: 15

Premium Essay

Market and Nonmarket Environments Any Issues or Changes That Happen in One of These Environments Can Directly Cause Change to the Other. Since Both of These Are so Closely Related and to a Great Importance for a Firm

...Canadian Business Environment Market and Nonmarket Environments Any issues or changes that happen in one of these environments can directly cause change to the other. Since both of these are so closely related and to a great importance for a firm to run successfully, they have put more focus on managing both aspects of the company. The interrelationship between the market and nonmarket environment is heavily based on the role of management. Since a firm will operate in both the market and nonmarket environments, managers are there to measure the impact one has on the other. The issues found in the nonmarket environment are directly related to the market environment of the firm. The nonmarket environment is a little more difficult to control than the market environment, but each firm is aware of the importance of running sufficiently in both aspects in order to be successful. As shown in figure 1-1 (Baron p. 3), the relationship that the nonmarket and market environment has. Market environment determines the significance of nonmarket issues to the firm. Nonmarket environment shapes business opportunities in the market place. Analysis of the Nonmarket Environment When analyzing the nonmarket environment of an organization the main focus is the four I’s that characterize the organization. The four I’s consists of Issues, Interests, Institutions and Information. The issues aspect is the main part of the nonmarket analysis, issues of a firm can be very vast, and they...

Words: 3125 - Pages: 13

Free Essay

Encoding and Decoding: Uses

...communications research. It worked on the assumption that the ‘media offered an unproblematic, benign reflection of society’ (Proctor, 58). Mass communications research became prevalent after the Second World War and was funded by commercial bodies with a desire to know how audiences could be influenced more effectively through advertising. According to the mass communications model, the sender (mass media) generates a message with fixed meaning, which is then communicated directly and transparently to the recipient (audience). Hall’s paper challenged all three components of the mass communications model ; arguing that – (i) the message is never transparent to the audience (ii) meaning is not simply fixed or determined by the sender; and (iii) the audience is not a passive recipient of the meaning. Hall’s encoding/decoding theory focuses on the different ways audiences generate (rather than discover) meaning. Hall’s theory re-addressed the themes of the Uses and Gratifications theory : examining audience power over the media, rather then the media’s effects on the audience (Katz: 1959). Such theoretical study later concluded that audiences use the media to fulfil their own needs and gratifications (Katz, E., Blumler, J. G., & Gurevitch, M.: 1974). Hall's model focuses on groups rather then the individual, which is more useful when looking at mass communications dominance due to broad issues such as social class and cultural heritage. Both the political and theoretical...

Words: 3048 - Pages: 13

Premium Essay

The Media

...Daniel Rahim Rahim 1 Dr. Witkowski POL 254 March 19, 2014 The Media The media is a means of communicating with a large number of people in an efficient way. The media consists of “print media” which is anything physical, such as books, newspapers, magazines or comics; “broadcast media”, anything that is transmitted electronically, such as television networks, radio, websites on the internet, music and film. Another type of medium is “outdoor media” which comprises of billboards, signs, advertisements on planes, buses, trains, and cars. Mass media have the ability to influence the way people think. Although it may not be true, many people don't do their research and end up believing what their told. Major news networks such as MSNBC, Fox News, and CNN tend to be either left or right wing. Left-wing politics are “political positions or activities that accept or support social equality, often in opposition to social hierarchy and social inequality” (1). Right-wing politics “are political positions or activities that accept or support social hierarchy or social inequality” (2), and is pretty much the opposite of left-wing. Many news networks tend to spew out government propaganda. Propaganda is defined as “information, esp. of a biased or misleading nature, used to promote or Rahim 2 publicize a particular political cause or point of view” (3). However, there is such a thing as good propaganda but most people tend to view it as a negative thing. During...

Words: 768 - Pages: 4