Free Essay

Sport En Allochtonen Jongeren

In:

Submitted By ameers
Words 3479
Pages 14
Abstract

Als onderwerp voor mijn paper heb ik gekozen voor: “Integratie van allochtone jongeren door sport”. Na enkele begripsomschrijvingen, sociale betekenisvelden van sportdeelname en integratie in en door de sport, kom ik tot mijn probleemstelling: Wordt de integratie van allochtone jongeren bevorderd door de sport? Hierop probeer ik dan een antwoord te geven door enkele onderzoeksresultaten met elkaar te vergelijken. In mijn conclusie kan ik tenslotte met een positief antwoord eindigen.

Inleiding/situering

Voor mijn paper heb ik me in mijn literatuurstudie vooral gebaseerd op hetgeen in België gebeurd is, gesitueerd in de jaren 90. Voor mijn onderzoeksresultaten ben ik naast België (Brussel, Oostende) ook even gaan kijken wat men in Nederland doet en dit gesitueerd begin jaren 2000.

Sport is niet alleen het middel bij uitstek om de fysieke conditie op peil te houden of te verbeteren, maar biedt tevens effectieve mogelijkheden om sociale vaardigheden te ontwikkelen. Voor migrantenjongeren kan sport een belangrijk integratiemiddel zijn. Via de sport kunnen zij aangesproken worden. Dankzij de persoonlijkheidsvormende aspecten in de sport kan men deze jongeren elementen aanreiken die belangrijk zijn om in de samenleving te functioneren.

Mijn paper bestaat uit een literatuurstudie, een probleemstelling en een onderzoeksgedeelte en is als volgt opgebouwd:

➢ In deel I begin ik met mijn literatuurstudie en omschrijf ik enkele begrippen omtrent migranten en integratie. Verder omschrijf ik het belang van sport op sociaal vlak en op het vlak van integratie. Ik ga ook eventjes kijken hoe allochtonen hun vrije tijd invullen en tot slot een woordje uitleg over de rol van jeugdclubs en de overheid.

➢ In deel II geef ik mijn probleemstelling met mijn onderzoeksvragen weer.

➢ In deel IV overloop ik mijn onderzoeksresultaten.

➢ In mijn laatste deel V vermeld ik mijn conclusie met enkele aanbevelingen.

Literatuurstudie

1.Begripsomschrijvingen

1.1. Migranten

Het voormalig Koninklijk Commissariaat voor het Migrantenbeleid (1989) beschreef migranten als volgt: “Migranten zijn buitenlanders die in het kader van de bilaterale akkoorden tussen België en de respectieve landen van herkomst naar België zijn gekomen om er arbeid te verrichten. Het zijn mensen met een andere socio-culturele herkomst, bij wie zich vaak een problematiek van maatschappelijke achterstelling voordoet. Men moet hen onderscheiden van de hooggeschoolden, die in het kader van een zending of opdracht komen.”
De migrantenjongeren die in België wonen, zijn in de meeste gevallen jongeren die voor de immigratiestop van 1974 samen met hun ouders emigreerden, ofwel jongeren die in het kader van de gezinshereniging naar België zijn gekomen. Daarnaast duiden we met de term migrantenjongeren ook die groep jongeren aan die in België uit migranten geboren zijn (De knop,e.a.,1994).

1.2 Sport

Actieve sportbeoefening stoelt op drie basiselementen: ➢ Fysieke activiteitsvormen, ➢ Met recreatief en/of competitief karakter, ➢ waarbij getracht wordt eigen lichamelijke beperkingen of uitwendige hindernissen te overwinnen, volgens een vooraf aanvaarde gedragscode.

Naargelang de interpretatie die aan deze basiselementen gegeven wordt, komt men tot een engere of bredere sportbepaling, die evenwel nooit absoluut sluitend is. Een enge definitie refereert aan de duidelijk herkenbare sporten waarbij de basiselementen steeds aanwezig zijn. Een brede benadering refereert daarnaast eveneens aan alle mogelijke vormen van lichaamsbeweging in recreatieve sfeer, gericht op het onderhouden en verbeteren van de algemene fitheid. Voor de bepaling van sport opteren wij hier voor de brede benadering. (De knop,e.a.,1994).

1.3 Integratie

Het begrip “integratie” kan aanzien worden als een proces van aanpassing van een minderheidsgroep aan de waarden en leefgewoonten van een autochtone meerderheidsgroep. Hier wordt het niet uitgesloten dat er eerbied wordt opgebracht vanuit de meerderheidsgroep voor elementen van taal en cultuur van die minderheidsgroepen, in de mate dat de meerderheidsgroep er zich niet door bedreigd voelt (= assimilatie). De allochtone minderheden moeten op sociaal,economisch, politiek en juridisch vlak dezelfde kansen hebben (De knop,e.a.,1994).

1.4 Sociale segregatie

Vele kansarme buurten ontwikkelden zich tot dorpjes in de stad, met een uitgebreid straatleven. Mensen in armoede vinden daarbij voornamelijk toegang tot een homogeen kliekje van buurtbewoners. Vooral lotgenoten maken deel uit van hun netwerk. Door andere buurtbewoners geëtiketteerd ‘als sociale gevallen’ worden ze naar elkaar toe gedreven en vinden ze elkaar in hun miserie. Zo ontstaat nog eens sociale segregatie binnen de ruimtelijke segregatie van achtergestelde buurten. Migranten, mensen in armoede, arbeidsgezinnen en bejaarden vormen vaak aparte bewonersgroepen, die contact met elkaar vermijden. (Driessens, Regenmortel ,2007)

2. De dubbele visie van sport

Het definiëren van sport is geen eenvoudige zaak. Over bepaalde activiteiten zoals atletiek, basketbal of voetbal is men het unaniem eens dat het sporten zijn, over andere activiteiten, zoals schaken of bridge, bestaat deze eensluidendheid niet. Er bestaan namelijk verschillende opvattingen over sport. Het strategisch plan voor Sportend Vlaanderen geeft een zeer ruime omschrijving van sport: “ Sport is een reeks van in principe toetsbare of vergelijkbare activiteiten, waarin het bereiken van het doel ter wille van de activiteit zelf een belangrijke plaats inneemt en die elk, met een zekere regelmaat en veelal in een specifiek organisatorisch verband, door één of meer personen worden verricht. Het gaat hem om een voldoende regelmatige en intense fysieke inspanning die van buitenuit waarneembaar is. Het gaat tevens om een gezondheidsbevorderende activiteit, waarbij de sporter de bedoeling heeft zijn lichamelijke ontwikkeling te stimuleren of zijn lichamelijke conditie op peil te houden of te verbeteren, zonder dat zijn mentale en/of sociale weerbaarheid aangetast wordt”. (De Knop, De Bosscher, 2010)

3. Sport als middel tot integratie voor maatschappelijk kwetsbare jongeren (allochtonen)

3.1 Vier sociale betekenisvelden van sportdeelname en hun gevolgen voor de integratieproblematiek van maatschappelijk kwetsbare jongeren

In deze vier velden wordt de sociale betekenis van sportdeelname behandeld omdat het voorgestelde model van toepassing is op de specifieke integratieproblematiek van maatschappelijk kwetsbare jeugd (De Knop,Theeboom,1992)

De Knop en Theeboom (1992) omschrijven de vier begrippen als volgt:

- De instrumenteel – functionele betekenis van sport

Voor jongeren, en dus ook voor maatschappelijk kwetsbare jongeren, is sport een instrument dat bijdraagt tot socialisatie en integratie, als twee functionele mechanismen voor de instandhouding van de samenleving. Integratie is reeds aan bod gekomen en heeft betrekking op samenbrengen van verschillende entiteiten in de samenleving tot een meer homogeen geheel. De Knop en Theeboom (1992) verduidelijken: “In een samenleving die uitgesproken versplinterd is, kan sport een gemakkelijk toegankelijke, sociaal integrerende activiteit zijn. Sport is een doorzichtige, niet- complexe activiteit die schril afsteekt tegen de desintegrerende complexiteit van de samenleving.”. Socialisatie heeft betrekking op het aanpassen aan de samenleving, met haar afspraken, opvattingen, waarden, normen, conflicten en sancties, via interactie met anderen.

-De expressieve betekenis van sport

Er is reeds aangehaald dat maatschappelijk kwetsbare jongeren getekend worden door een aangetast zelfbeeld omwille van een reeks mislukkingen. Als gevolg daarvan leven ze met een ongunstig maatschappelijk perspectief en hebben nauwelijks een gevoel van competentie. Sport kan een geschikt middel zijn om deze competenties tot uiting te brengen. Via sport zijn belangrijke expressies zoals succesbeleving, de ervaring van (zelfstandig) een taak tot een goed einde te brengen, haalbaar. Ook opwinding, spanning en ontlading, die in het dagelijks leven soms ontbreekt, kunnen via sport geuit worden (De Knop,Theeboom,1992).

-De symbolische betekenis van sport

Identiteitsvorming is van essentieel belang voor het zelfbeeld en de integratie van jongeren, en dus ook van maatschappelijk kwetsbare jongeren. Deze identiteit kan gevormd worden door uiterlijke materiële symbolen zoals kledij en haarsnit, of via niet materiële symbolen zoals taal, muziek, hobby’s. Via deze symbolen onderscheiden ze zich van anderen. Sport kan enerzijds als duidelijk herkenbaar symbool vorm geven aan de identiteit en anderzijds ook aan andere sociale basisbehoeften zoals status, prestige en waardering. Sport is voor maatschappelijk kwetsbare jongeren een bereikbaar symbool, in tegenstelling tot andere symbolen (De Knop,Theeboom,1992).

-De sociale interactieve betekenis van sport

Door sportbeoefening komt men in contact met andere jongeren. Dit wordt door velen als een van de belangrijkste redenen voor de sportparticipatie opgegeven. Voor maatschappelijk kwetsbare jongeren is deze betekenis van sport op twee manieren belangrijk. De Knop en Theeboom (1992) omschrijven het als volgt: “Ten eerste biedt de sport een interessant ontmoetingsveld en worden sociale interacties gestimuleerd. Ten tweede kan de sociaal interactieve rol van de sport bewust benut worden om sociale leerprocessen bij maatschappelijk kwetsbare jongeren op gang te brengen”

Een meer regelmatige en gestructureerde sportbeoefening van deze jongeren kan de binding met de maatschappij, en haar waarden en normen, versterken. Sport oefent dan een vorm van sociale controle uit op de socialisatie van de jongeren (De Knop,Theeboom,1992)

4. Integratie in en door de sport

4.1 Sociale integratie in de sport

De Koning Boudewijstichting hanteert volgende definitie van integratie in sport: “Het komen tot wederzijdse aanvaarding in de sport van een voldoende grote meerderheid van mensen uit de autochtone meerderheidsgroep en van een voldoende grote meerderheid van mensen uit elke minderheidsgroep afzonderlijk, ook binnen de onderlinge verhouding tussen de minderheidsgroepen” (De Knop, e.a. , 1994).

De dubbele visie van sport heeft gevolgen voor de integratieve functies van sport in de sportpraktijk. Deze functies kunnen gebaseerd zijn op de eigenheid van sport; dit wordt behandeld in 4.1.1. De functies kunnen echter slechts ten volle begrepen worden vanuit de maatschappelijke inbedding van sport; daarom wordt dit behandeld in 4.1.2.

4.1.1 Integratie en segregatie vanuit de eigenheid van sport

Vanuit de principes van de sport geredeneerd, zou de selectie van sporters alleen plaats moeten vinden op basis van wedstrijdsportintrinsieke vaardigheden. Daardoor is integratie van personen met zeer verschillende persoonlijke achtergronden mogelijk. Niet iemands opleiding of huidskleur, maar aspecten die afhankelijk zijn van de sporttak zoals snelheid, techniek, uithoudingsvermogen en tactiek vormen de objectieve selectiecriteria. In zekere zin vindt ook met tegenstanders een bepaald integratief proces plaats, omdat beiden de regels van het spel accepteren. Vanuit de eigenheid van sport kan integratie van mensen met verschillende maatschappelijke achtergronden dus functioneel zijn. Er is ook discriminatie of onderscheiding vanuit de eigenheid van sport. Onderscheid maken is namelijk inherent aan wedstrijdsport. Sportintrinsieke discriminatie is dus functioneel voor wedstrijdsport (Elling, De Knop, 1998).

4.1.2 Integratie en segregatie vanuit de sociale inbedding van sport

Er kan ook sport gedaan worden op basis van sportextrinsieke kenmerken. Door het samenstellen van ‘vriendenteams” bijvoorbeeld, vindt er geen zuiver functionele integratie plaats op grond van sporteigen kenmerken, maar op grond van sportoverstijgende redenen. De sportwereld is van oudsher een plaats waar op basis van verschillende maatschappelijke kenmerken onderscheid wordt gemaakt. Interne integratieprocessen en externe segregatieprocessen treden gelijktijdig op. Integratie en segregatie in sport worden in zekere mate bepaald door sporteigen regels en structuren, maar kunnen nooit los gezien worden van maatschappelijke inbedding (Elling, De Knop, 1998).

4.2 Sociale integratie door de sport

Integratie door sport kan volgens Elling en de Knop (1998) ingedeeld worden in drie dimensies:
- structurele integratie (deelname)
- sociaal-culturele integratie (aanvaarding)
- sociaal-affectieve integratie (vriendschap)

Bij de ene kan het accent meer liggen op het opdoen van vriendschappen door sport, terwijl het bij anderen meer kan gaan om aanvaarding in een groep van de samenleving, of om deelname. Het is belangrijk het onderscheid te maken om duidelijk accenten te leggen door bijvoorbeeld beleidsmakers. (Elling, De Knop, 1998)

4.2.1 Structurele integratie (deelname)

Sportparticipatie kan leiden tot structurele integratie, in die zin, dat men bij het sporten vaardigheden ontwikkelt, die nuttig zijn voor het functioneren in de samenleving. Deze vorm van integratie is echter niet op éénduidige wijze wetenschappelijk bewezen. De veronderstelde structureel integrerende werking van sport wordt vaak als belangrijke verantwoording voor actieve sportstimulering gehanteerd. Zo werd in Rotterdam een sportstimuleringsproject opgestart en in Antwerpen buurtsport, om de structurele integratie van specifieke doelgroepen te bevorderen. Sportparticipatie kan ook de structurele participatie belemmeren. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer jonge topsporters hun studies onderbreken voor de sport. (Elling, De Knop,1998)

4.2.2 Sociaal-culturele integratie (aanvaarding)

Door samen te sporten, komen mensen vanuit verschillende achtergronden, met verschillende waarden en normen met elkaar in contact. Daardoor kunnen verschillende opvattingen uitgewisseld worden en kan wederzijds respect groeien, waardoor een vorm van culturele integratie plaatsvindt. Sport wordt vaak gezien als voorbeeld van een multiculturele samenleving, omdat er minder belemmeringen lijken bij sportparticipatie, dan bijvoorbeeld bij participatie op de arbeidsmarkt. Daarbij vergeet men nogal eens een bepaalde (onuitgesproken) dominante clubsubcultuur, waaraan de nieuwkomer zich moet aanpassen. De culturele integratie kan zich uitbreiden buiten de sport en de algemene beeldvorming van mensen beïnvloeden door het samen sporten. Een sociale hogeschool in Antwerpen doet ieder jaar eens sportstage met migranten om te beseffen dat deze migrantenjongeren “ook maar mensen zijn”. Door het samen sporten, kunnen opvattingen en voordelen aldus genuanceerd worden, maar tegelijk ook versterkt worden. (Elling,De Knop,1998)

4.2.3 Sociaal-affectieve integratie (vriendschap)

Door samen te sporten, kunnen vriendschappen ontstaan of versterkt worden. Contacten in de sport kunnen beperkt blijven in de sport, maar kunnen de sport ook overstijgen (Elling, De Knop,1998). Men kan dus spreken van sociaal-affectieve integratie in en door de sportparticipatie.

5. Vrijetijdsbesteding van allochtonen

Er zijn weinig tot geen aangepaste vrijetijdsvoorzieningen voor deze jongeren. Alhoewel bepaalde initiatieven zich specifiek richten tot deze jeugd, voelen maatschappelijk kwetsbare jongeren (allochtonen) er zich niet altijd door aangesproken en zoeken ze elders ontspanning. Door onder andere het gebrek aan ondersteuning van thuis uit en aan werkperspectieven, spijbelen meerdere jongeren veel of zijn ze werkloos, waardoor ze over veel vrije tijd komen te beschikken. Deze vrije tijd wordt vaak ingevuld met ‘zomaar rondhangen’ in winkelcentra of lunaparken (De Knop, Theeboom, 1992). Willaert (2000), die onderzoek deed naar de vrijetijdsbesteding van jongeren waarvan de ouders een bestaansminimum ontvangen, stelt vast: “Ze ondernemen niets in hun vrije tijd en ze zijn nergens actief mee bezig. Ze brengen hun vrije tijd passief door: ze sporten weinig tot niet, ze spelen geen muziekinstrument, ze hebben geen hobby”. Het rondhangen is een manier om de bemoeienissen van de volwassenen te ontvluchten. Het zijn vaak de enigen waaronder ze zichzelf kunnen en mogen zijn en waarbij ze zich goed voelen (Willaert, 2000).

Sommige maatschappelijk kwetsbare jongeren kampen met een financieel probleem om aan die consumptiewereld actief te kunnen participeren. Dit heeft als gevolg dat ze heel moeilijk kunnen deelnemen of weinig keuze hebben binnen het brede aanbod (De Knop, Theeboom, 1992).

De houding en de reactie van anderen is eveneens een belangrijke drempel om deel te nemen. Deze jongeren voelen zich vaak het slachtoffer wanneer hen de toegang geweigerd wordt tot bijvoorbeeld cafés, sporthallen, … (De Knop, Theeboom, 1992).

Naast ongestructureerde vrijetijdsvormen, besteden maatschappelijk kwetsbare jongeren geen of zeer weinig tijd aan andere activiteiten. Ze nemen over het algemeen slechts in zeer geringe mate deel aan georganiseerde vrijetijdsactiviteiten. De groeiende scheiding tussen hun leefwereld, waarden en normen, en de heersende cultuur in de maatschappelijke instellingen of verenigingen, is ook merkbaar in hun relatie tot de gestructureerde vrijetijdsorganisatie (De Knop, Theeboom, 1992).

Omwille van culturele of financiële argumenten kunnen deze jongeren een gebrek aan ondersteuning en stimulering vanwege de ouders ervaren. Daardoor zetten ze minder de stap tot deelname aan georganiseerde vrijetijdsactiviteiten. Bij deze doelgroep genoten de ouders meestal zelf geen ondersteuning binnen hun eigen gezin. Uit gesprekken blijkt dat het gebrek aan ondersteuning en stimulering zeker geldt voor jongeren van Marokkaanse en Turkse origine. De deelname van deze jongeren aan georganiseerde activiteiten verloopt bijgevolg zeer moeizaam (De Knop, Theeboom, 1992): ouders betalen onregelmatig het lidgeld, ze komen weinig tot niet supporteren, ze zien het nut niet in van een gepaste uitrusting, kinderen moeten zelfstandig verplaatsingen maken, enzovoort. Het onderzoek naar de integratiemogelijkheden van migrantenjongeren door georganiseerde sport geeft ook het taalprobleem aan. Vaak beheersen de ouders de taal niet in voldoende mate om de regels van de club goed te verstaan (De Knop,e.a,1994).

Verenigingen tonen niet altijd voldoende begrip voor de problematiek en de soms moeilijke situatie van deze jongeren. De meeste federaties en clubs menen dat, hoewel ze niet negatief staan tegenover deze jongeren, migrantenjongeren zich moeten aanpassen aan de clubs (en niet omgekeerd) en dat er geen extra inspanningen moeten geleverd worden om deze aan te trekken (De knop,e.a.,1994).

6. De rol van verschillende lokale maatschappelijke instanties en structuren

In de literatuur worden een aantal maatschappelijke structuren beschreven die mede verantwoordelijk zijn voor de bevordering van de sportbeoefening van de jeugd in het algemeen. Hieronder wordt bondig geschetst hoe deze instanties een bijdrage kunnen leveren aan de sportstimulering van maatschappelijk kwetsbare jongeren. (De Knop,Theeboom,1992)

6.1 De sportclubs

Het is zeer belangrijk dat clubs de nodige aanpassingen doen om toegankelijker te worden voor maatschappelijk kwetsbare jongeren. Deze aanpassingen situeren zich op sociaal, cultureel en financieel vlak omdat, zoals uit het voorgaande is gebleken, maatschappelijk kwetsbare jongeren voornamelijk op deze gebieden drempels ervaren. Ook op inhoudelijk (sportief) en structureel vlak dienen er bijstellingen te gebeuren. Dit vereist wel grote veranderingen van de traditionele verenigingscultuur. Een toenemende participatie van jongeren in verenigingsverband zal voor een groot deel afhankelijk zijn van het doorvoeren van deze aanpassingen (De Knop,Theeboom,1992).

6.2 De overheid: gemeentelijke sport- en jeugddiensten

Ondanks maatschappelijk kwetsbare jongeren over veel vrije tijd beschikken, nemen ze slechts in geringe mate deel aan georganiseerd sportaanbod. Nochtans ontbreekt de interesse niet, en vaak beschikken ze over hoge fysieke en technische mogelijkheden. Omwille van financiële redenen kunnen ze dikwijls geen lid worden van een sportclub. Bovendien staan sportclubs vaak weigerachtig tegenover deze groep. Daarom ligt er een belangrijke taak weggelegd voor de gemeentelijke overheid om werk te maken van een integratiebeleid voor deze doelgroepen. In dat integratiebeleid kan sport een essentieel onderdeel zijn onder de vorm van bijvoorbeeld initiatiereeksen, uitleendienst, ter beschikking stellen van infrastructuur, georganiseerde projecten, afstemming van het aanbod, enzovoort (De Knop,Theeboom,1992).

PROBLEEMSTELLING/ONDERZOEKSVRAGEN

Probleemstelling: We zoeken een verklaring of de integratie van allochtone jongeren in België bevorderd kan worden door de sport.

Hypothese: Het overgrote deel van de samenleving wil een gelijkheid van kansen. De integratie van allochtone jongeren vormt hierin een onderdeel. Als sport een middel kan zijn om dit proces te bevorderen dan is dit zeker een positief gegeven hierin.

Onderzoeksvragen:

1. Wordt de integratie van allochtone jongeren bevorderd door deelname aan diverse sportactiviteiten?

2. Wat wordt er lokaal ondernomen voor allochtone jongeren?

3. Hoe wordt de integratie in Nederland aangepakt?

4. Wordt de integratie, naast sportparticipatie, ook bevorderd door cultuur-en jeugdparticipatie?

METHODOLOGIE

Aan de hand van een aantal onderzoeken en plaatselijk genomen initiatieven, ben ik op zoek gegaan naar antwoorden op deze onderzoeksvragen.

Ik baseerde me op onderzoeksresultaten weergeven in:

Corveleyn, S. (2008-2009). Een onderzoek in Oostende over participatie van Belgen en etnisch-culturele minderheden aan het georganiseerde sport-, jeugd- en cultuuraanbod. Niet-gepubliceerd eindwerk, Gent: Universiteit Gent - Faculteit Psychologie en Pedagogische wetenschappen

Eeraerts, G. (2006). Sport en integratie: buurtsport als kruispunt van beleidsdomeinen. Niet-gepubliceerd eindwerk, Brussel: Vrije Universiteit

Ministerie van Integratie,Jeugdbescherming, Preventie en Reclassering. (2007). Warmlopen voor meedoen: integratie allochtone jeugd door sport.(1ste druk). Deventer: daM

Hoekman, R., Elling, A., Van Der Roest J. & Van Rens, F. (2011). Meedoen Alle Jeugd door Sport: georganiseerde sport bewijst zich. Zonder doel kan je niet scoren: momenten met focus op sportparticipatie van kansengroepen, jaargang 4, nr. 8, pp. 17-24, Geraadpleegd op 29 april 2012 via http://www.demos.be/uploads/tx_bworxebib/Momenten_nr8.pdf.

De Knop, P., De Martelaer, K., Theeboom, M., Van Engeland , E. & Van Puymbroeck, L. (1994). SPORT als integratie voor migrantenjongeren. (1ste druk). Brussel: Koning Boudewijnstichting.

Van Moffaert, K. & Vanreusel B. (1995). LOKALE SPORTINITIATIEVEN integratie in de praktijk. (1ste druk). Brussel:Koning Boudewijnstichting.

De Knop, P. & Theeboom, M. (1992). Sport als integratiemiddel voor maatschappelijk kwetsbare jongeren. In De Knop,P., Walgrave, L. (red), Sport als integratie. Kansen voor maatschappelijk kwetsbare jongeren. Brussel: Koning Boudewijnstichting.

ONDERZOEKSRESULTATEN

1)Wordt de integratie van allochtone jongeren bevorderd door deelname aan diverse sportactiviteiten?

We kunnen stellen dat ongeveer 9 % van de totale Belgische bevolking een vreemde nationaliteit heeft (N.I.S 01/01/1991).Als we enkel de Belgische bevolking bekijken, dan zien we dat 17,7 % jonger is dan 15 jaar, bij de bevolking met een vreemde nationaliteit, is dit 22,5 % (N.I.S 01/01/1991). In het onderzoek naar de sportparticipatie van migrantenjongeren werd aandacht besteed aan volgende vijf steden: Antwerpen, Beringen, Brussel, Charleroi, Seraing. (De Knop, e.a. , 1994)

In tabel 1 wordt voor elke onderzochte stad aangegeven welke de best vertegenwoordigde groepen migrantenjongeren zijn onder 15 jaar.

Tabel 1: Aantal migrantenjongeren (-15 jaar) per stad en % migrantenjongeren (-15) t.o.v Belgische jongeren (-15)

|Nationaliteitslanden |Antwerpen |Beringen |Brussel |Charleroi |Seraing |
|Marokko |
|Turkije |
|Italië |
|Spanje |
|Portugal |
|Griekenland |
|Doet niet aan sport 29,2 46,2 36,8 36,0 |
|Sport in de club 75,1 61,3 63,2 59,3 |
|Sport buiten de club 24,9 38,7 36,8 40,7 |

Deze cijfers geven het verband weer tussen origine en sportparticipatie. De Belgen zijn gemiddeld iets sportiever dan hun allochtone medemensen. Ook doen ze opvallend meer aan sport in clubverband. Toch kunnen we volgens dit onderzoek niet besluiten dat allochtone jongeren geen lid worden van een club. (Eeraerts, 2006)

Hier kunnen we nogmaals concluderen dat de allochtonen min of meer evenveel aan sport doen als de autochtonen, weliswaar meer buiten de club dan in clubverband.HiehHie

Similar Documents

Free Essay

Onderzoek Buitenspeelruim

...Buitenspeelruimten Onderzoeksrapport over de verschillende functies van buitenspeelruimten in de gemeente Delft en Den Haag. (Spelende kinderen, z.d.) Auteur: Nick Werring 10022333 Opleiding: Sportmanagement Haagse Hogeschool Propedeuse jaar Blok 4 S1C Sportontwikkeling: Buitenruimten Mevr. Van Helden 14 juli 2011 Klas: Vak: Begeleider: Datum: Voorwoord Dit onderzoeksrapport heb ik geschreven in het kader van mij studie HBO sportmanagement aan de Haagse Hogeschool. Het feit dat bijna 20% van de Haagse jeugd tussen de 3 en 16 jaar al leidt aan overgewicht heeft mij aangezet tot het onderzoeken van de bijdrage die buitenspeelruimtes leveren aan de gezondheid van kinderen. (Kinderen met overgewicht, 2007). Vorm en inhoud van dit rapport zijn informatief. Het is bestemd voor de beleidsmedewerkers Sport, gezondheid en welzijn van de gemeente Delft en Den Haag. Daarnaast is het rapport bedoeld voor lezers die geïnteresseerd zijn in de verschillende functies van buitenspeelruimten. De gezondheidsfunctie van een buitenspeelruimte zal hoofdzakelijk toegelicht worden. Tenslotte vermeld ik dat dit rapport mede tot stand gekomen is dankzij suggesties van docenten en tips van medestudenten. In het bijzonder wil ik Rosalie van Helden bedanken voor haar gedetailleerde feedback. Den Haag, juni 2011 Buitenspeelruimten Nick Werring 2011 2 Samenvatting Er is onderzoek gedaan naar de verschillende functies van buitenspeelruimten. Door middel van observatie...

Words: 10258 - Pages: 42

Free Essay

Vakbonden België

...ww Hoe spelen zij in op de moderne vraagstellingen vandaag? Waar liggen de knelpunten? Zijn ze waakzaam m.b.t. het ethisch profiel van bedrijven? Wat is hun rol in de globalisering? Welke is hun rol in Europa, in een Derde Wereldland? Even zo kunnen organisaties voor werkgevers worden doorlicht. Dewaele Jolien Frennet Delphine Lapeirre Line Meeuws Stephanie Minnekeer Hanne Shen Christy Hoe spelen zij in op de moderne vraagstellingen vandaag? Waar liggen de knelpunten? Zijn ze waakzaam m.b.t. het ethisch profiel van bedrijven? Wat is hun rol in de globalisering? Welke is hun rol in Europa, in een Derde Wereldland? Even zo kunnen organisaties voor werkgevers worden doorlicht. Dewaele Jolien Frennet Delphine Lapeirre Line Meeuws Stephanie Minnekeer Hanne Shen Christy Groepswerk De vakbonden Bedrijfsethiek Groepswerk De vakbonden Bedrijfsethiek ‎ Inhoudsopgave Inleiding 4 Historiek 4 Wat hebben de vakbonden bereikt na 1944? 4 Wat is een vakbond? 4 Activiteiten 4 De vakbonden hebben 5 grote kern activiteiten. 4 Nog meer… 5 Kritiek 7 Verplicht vakbondslidmaatschap 7 Lid worden 8 Betalen 8 ACV 8 Specifieke bijdragen 8 Syndicale premies van het ACV 9 ACV-premies 9 ACLVB 9 Syndicale premies 9 Standpunt van een werkgever 10 De vakbonden in Vlaanderen 12 Sociaal overleg 19 Representativiteit 20 Voordelen voor leden per vakbond 20 ABVV 20 ACV 21 ACLVB 22 Het geld binnen de vakbonden 23 ACV 23 ACLVB...

Words: 21347 - Pages: 86

Free Essay

Samenvatting

...INHOUDTABEL A. 1) B. 1. a. b. c. d. 2) 3) 4) C. 1) 2) 3) 4) D. Inleiding ..................................................................................................................................... 4 Wat is kwalitatief onderzoek? ................................................................................................ 4 Het formuleren van een probleemstelling in kwalitatief onderzoek ........................................... 6 Filosofische paradigma’s ........................................................................................................ 6 Positivisme.......................................................................................................................... 7 Post-positivistisch of het subtiel realisme ........................................................................... 7 Constructivisme ................................................................................................................. 8 De kritische theorie ........................................................................................................... 10 Het onderzoeksdoel .............................................................................................................. 15 Literatuur .............................................................................................................................. 15 Evaluatie ...................................................................................................................

Words: 43527 - Pages: 175

Premium Essay

Feminism

...Feminism in Multicultural Societies An analysis of Dutch Multicultural and Postsecular Developments and their Implications for Feminist Debates Eva Midden A thesis submitted in partial fulfilment for the requirements of the degree of PhD at the University of Central Lancashire May 2010       Student Declaration Concurrent registration for two or more academic awards I declare that while registered as a candidate for the research degree, I have not been registered candidate or enrolled student for another award of the University or other academic or professional institution Material submitted for another award I declare that no material contained in the thesis has been used in any other submission for an academic award and is solely my own work Signature of Candidate Type of Award School ___PhD_________________________________ ___Centre for Professional Ethics___________ 1   Abstract It was long assumed that both multiculturalism and feminism are connected to progressive movements and hence have comparable and compatible goals. However, both in academia and in popular media the critique on multiculturalism has grown and is often accompanied with arguments related to gender equality and/or feminism. According to political scientist Susan Moller Okin for example there are fundamental conflicts between our commitment to gender equality and the desire to respect the customs of minority cultures or religions. If we agree that women...

Words: 97145 - Pages: 389